Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over de komst van verschillende geweldspredikers naar Eindhoven (ingezonden 8 december 2015).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 2 februari 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met de onderstaande flyer van Stichting Waqf?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de komst van geweldspredikers als al-Moslih, die zelfmoordaanslagen legitimeert, en Al Nablusi, die datzelfde doet en tevens stelt dat homoseksuelen de doodstraf verdienen, een gevaar vormt voor de openbare orde en deze lieden de toegang tot ons land moet worden ontzegd?

Antwoord 2

Het kabinetsbeleid zoals verwoord in het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme is gericht op effectieve aanpak van predikers die oproepen tot haat of geweld. In de brief van het kabinet van 3 maart jl.2 is aangegeven dat uit het buitenland afkomstige visumplichtige sprekers die in Nederland onverdraagzame, anti-integratieve en/of antidemocratische boodschappen willen uitdragen en daarmee de openbare orde of nationale veiligheid bedreigen, niet welkom zijn. In de brief is aangegeven dat de Minister van BZ een visum kan weigeren of intrekken, of de visumverstrekkende Schengenlidstaat kan verzoeken dit te doen, wanneer personen een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid, openbare orde of de internationale betrekkingen. Elk individueel geval wordt op zijn eigen merites beoordeeld en getoetst aan deze uitgangspunten.

Dit heeft ertoe geleid dat van een deel van de aangekondigde predikers het visum is ingetrokken.

Vraag 3

Begrijpt u dat het steeds opnieuw toelaten van geweldspredikers de integratie maximaal tegenwerkt en gestopt moet worden?

Antwoord 3

Het Kabinet is van mening dat een effectieve aanpak van predikers die oproepen tot haat of geweld zeer van belang is. Zie hiervoor het antwoord op vraag 2.

Daarnaast schetst het Kabinet in haar Beleidsreactie op de notitie «Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek»3 een beleid langs drie sporen ten aanzien van problematische gedragingen van organisaties of personen die de democratische rechtsorde ondermijnen of de sociale stabiliteit aantasten.

In die aanpak is ook aandacht voor het vergroten van het bewustzijn bij islamitische gemeenschappen, waaronder salafistische, van de maatschappelijke en politieke context waarin zij opereren en functioneren. Bij incidenten of sterke vermoedens of signalen van problematische gedragingen wordt men hier op aangesproken en mee geconfronteerd. Indien sprake is van daadwerkelijke wetsovertreding, wordt niet op de uitkomst van eventuele andere maatregelen gewacht en wordt strafrechtelijk opgetreden.

Vraag 4

Hoe verhoudt de komst van wederom verschillende geweldspredikers naar ons land zich tot de motie Bontes, om geweldspredikers te allen tijde uit ons land te weren?4

Antwoord 4

Ik beschouw het weren van predikers die oproepen tot haat en geweld en daarmee een bedreiging vormen voor de openbare orde als een zorgvuldige uitvoering van het hierboven geschetste beleid, dat tevens aansluit bij de motie Bontes.

Vraag 5

Bent u bereid stichtingen die verantwoordelijk zijn voor de uitnodiging van (deze) geweldspredikers te verbieden, op grond van art.20 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Op grond van Art. 2:20 BW heeft de rechtbank de bevoegdheid een rechtspersoon te verbieden en te ontbinden. Het openbaar ministerie is wettelijk bevoegd het verzoek daartoe doen.


X Noot
1

flyer_NL-web.jpg 1.200×865 pixels

X Noot
2

Kamerstuk 29 754, nr. 303

X Noot
3

Kamerstuk 29 614 nr.38

X Noot
4

Kamerstuk 29 754, nr. 338

Naar boven