Vragen van de leden Van Bommel en Jasper vanDijk (beiden SP) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over het optreden van Nederlandse special forces in Afrika (ingezonden 16 december 2015).

Antwoord van Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 1 februari 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Nederland actiever bij bestrijden terreur in Afrika», over Nederlandse mariniers en commando’s die jaarlijks Afrikaanse militairen opleiden in contra-terroristische tactieken?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 5

Deelt u de opvatting dat, gegeven de omgeving waarin de Nederlandse militairen hun werk in Afrika doen, het toepassen van wapengeweld en het risico van blootstelling daaraan reële risico’s zijn? Indien neen, waarom niet?

Deelt u de opvatting dat het opleiden in contra-terroristische tactieken van Afrikaanse militairen niet in een geïsoleerde, maar in een (potentieel) gevaarlijke omgeving plaatsvindt en daarom aan de Kamer gemeld dient te worden? Welk beleid hanteert u wat betreft het melden van deelname aan deze en vergelijkbare trainingen?

Antwoord 2, 5

De trainingsactiviteiten en oefeningen worden uitgevoerd op militaire oefenterreinen, militaire kazernes en locaties die als zodanig herkenbaar en afgeschermd zijn. Het risico van het toepassen van wapengeweld en het risico van blootstelling daaraan is daardoor gering (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2711).

In de «evaluatie inzet Nederlandse militairen 2014» (Kamerstuk 29 521, nr. 291) is gemeld dat Nederlandse militaire eenheden tijdens oefeningen in Afrika samen met Afrikaanse eenheden trainen. Hierbij staan de geïntegreerde civiel-militaire benadering en capaciteitsopbouw centraal. Deze gezamenlijke oefeningen worden gefinancierd uit het Budget Internationale Veiligheid.

Vraag 3

Kunt u aangeven of er van de kant van Nederlandse militairen bij deze oefeningen sprake is geweest van het toepassen van wapengeweld of blootstelling daaraan?

Antwoord 3

Van de kant van Nederlandse militairen is bij deze oefeningen geen sprake geweest van het toepassen van wapengeweld of blootstelling daaraan.

Vraag 4

Kunt u een overzicht geven van de deelname van Nederlandse militairen aan contraterreuroefeningen in Afrika de afgelopen vijftien jaar?

Antwoord 4

Nederlandse militairen nemen sinds 2007 deel aan de jaarlijkse contraterreur-gerelateerde oefening Flintlock (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2711). Nederland neemt geen deel aan andere contraterreur-gerelateerde oefeningen in Afrika.

De samenstelling en de locaties van Flintlock verschillen per jaar. De algemene doelstelling is het trainen van het tactische en operationele militaire niveau van Afrikaanse strijdkrachten, het vergroten van de samenwerking en de interoperabiliteit tussen de deelnemende landen en het uitbreiden van de capaciteiten van de Afrikaanse landen om zelf terrorisme in de regio beter te kunnen bestrijden. De trainingsactiviteiten richten zich op het aanleren en verbreden van algemene militaire vaardigheden op pelotonsniveau, zoals patrouilleren, navigeren, schieten en het inrichten van controleposten. Het betreft geen specifieke contraterreurvaardigheden.

Nederland neemt aan Flintlock deel omdat het programma een unieke mogelijkheid biedt om onder klimatologisch en geografisch uitdagende omstandigheden in Afrika te trainen en te oefenen. Ook biedt de oefening kansen om de samenwerking en informatie-uitwisseling met internationale partners te bevorderen. Ten slotte kunnen Nederlandse militairen zich dankzij de oefening bekwamen in het trainen van militaire eenheden, in dit geval van Afrikaanse landen. Dat de Nederlandse eenheden ook bijdragen hebben geleverd aan de regionale capaciteit voor terrorismebestrijding is een positief aspect van de oefening, maar niet het hoofddoel van de Nederlandse bijdragen.

Nederlandse militairen hebben vanaf 2007 in wisselende samenstellingen en op verschillende locaties deelgenomen aan de oefening Flintlock:

  • In 2007 werd in de periode van 24 augustus tot en met 8 september deelgenomen met vijf waarnemers aan Flintlock, die in Mali een inventarisatie hebben gemaakt met het oog op toekomstige bijdragen;

  • In 2008 is de oefening Flintlock gehouden in de periode van 14 mei tot en met 28 juni in Mauritanië en in de periode van 2 november tot en met 26 november in Mali;

  • In 2010 is de oefening van 1 tot en met 22 mei uitgevoerd in Mali;

  • In 2011 is Flintlock in Senegal gehouden. Ter voorbereiding op deze oefening hebben Nederlandse militairen in Burkina Faso en Tsjaad trainingsactiviteiten uitgevoerd om aangewezen eenheden voor te bereiden op de oefenactiviteiten in Senegal. De gehele oefenperiode liep van 17 januari tot en met 12 maart;

  • In 2012 stond de oefening Flintlock in Mali gepland. Ter voorbereiding op deze oefening hebben Nederlandse militairen in de periode van 23 januari tot en met 21 februari in Burkina Faso en Senegal trainingsactiviteiten uitgevoerd. Vanwege de veiligheidssituatie is de daaropvolgende oefening in Mali niet doorgegaan;

  • In 2013 is Flintlock in Mauritanië gehouden. Ter voorbereiding op deze oefening hebben Nederlandse militairen in Burkina Faso en Senegal trainingsactiviteiten uitgevoerd. De gehele oefenperiode liep van 17 januari tot en met 9 maart;

  • In 2014 is Flintlock in Niger gehouden. Ter voorbereiding op deze oefening hebben Nederlandse militairen in Burkina Faso en Senegal trainingsactiviteiten uitgevoerd. De gehele oefenperiode liep van 17 januari tot en met 9 maart;

  • In 2015 is Flintlock in Tsjaad gehouden. Ter voorbereiding op deze oefening hebben Nederlandse militairen in Burkina Faso en Senegal trainingsactiviteiten uitgevoerd. De gehele oefenperiode liep van 13 januari tot en met 15 maart.

Vraag 6

Kent u het bericht «Mariniers zorgden voor kentering in piraterij», over een taakgroep van het Korps Mariniers die betrokken was bij de bestrijding van piraterij voor de kust van Somalië?2

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7, 8

Kunt u aangeven wat de precieze activiteiten waren van deze taskforce?

Klopt het dat het bestaan van deze taskforce niet aan de Kamer is gemeld? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd? Welk beleid hanteert u wat betreft het melden van deze en vergelijkbare operaties?

Antwoord 7, 8

De taskforce heeft activiteiten uitgevoerd in het kader van de antipiraterij-operatie Ocean Shield. Antipiraterij-operaties zijn altijd gemeld via de artikel 100-procedure. De Kamer is uitgebreid geïnformeerd over de activiteiten van mariniers en andere eenheden in de antipiraterij-operaties. Zo sprak de toenmalige Minister van Defensie over deze activiteiten met de Tweede Kamer op 14 juni 2012. De naam van onderhavige taskforce is destijds niet genoemd.


X Noot
1

Nederland actiever bij bestrijden terreur in Afrika, http://www.nrc.nl/handelsblad/2015/12/10/nederland-leidt-afrikanen-op-in-strijd-tegen-terre-1569165, 10 december 2015.

X Noot
2

«Mariniers zorgden voor kentering in piraterij», http://www.telegraaf.nl/binnenland/24859815/__Geheime_taskforce_tegen_piraterij__.html, 10 december 2015.

Naar boven