Vragen van de leden JanVos, Van Dekken en Nijboer (allen PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over de onderlinge samenwerkingsovereenkomst tussen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en het Centrum Veilig Wonen (CVW) (ingezonden 15 januari 2016).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 26 januari 2016).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de onderlinge samenwerkingsovereenkomst tussen de NAM en het CVW?

Antwoord 1

Ik ben ervan op de hoogte dat er een overeenkomst bestaat tussen NAM en CVW. Aangezien dit een private overeenkomst betreft, is de inhoud mij niet bekend.

Vraag 2

Klopt het dat niemand inzicht krijgt in de onderlinge samenwerkingsovereenkomst tussen de NAM en het CVW?

Antwoord 2

NAM en de partijen die samen CVW vormen (CED en Arcadis) zijn allen private partijen en hebben een private overeenkomst gesloten. Hierbij is NAM formeel de opdrachtgever en CVW formeel de uitvoerende instantie. Deze overeenkomst is niet openbaar, maar wel ingezien door de door mij ingestelde Commissie van Toezicht op het Centrum Veilig Wonen om de werkverhouding tussen NAM en CVW te kunnen beoordelen.

Vraag 3

Waarom zijn deze afspraken niet openbaar? Op deze manier kan toch niet beoordeeld worden hoe onafhankelijk het CVW werkelijk is?

Antwoord 3

NAM hoeft juridisch gezien deze overeenkomst tussen twee private partijen niet openbaar te maken. Om te waarborgen dat het CVW haar taken voldoende onafhankelijk kan uitvoeren, heb ik per 5 januari 2015 de Commissie van Toezicht Centrum Veilig Wonen ingesteld. De Commissie van Toezicht heeft in haar eerste halfjaarrapportage 2015 (bijlage bij Kamerstuk 33 529, nr. 204) geconstateerd dat het CVW haar eigen expertise, mankracht en werkwijze heeft opgebouwd, die los staat van NAM. Daarnaast beoordeelt de Commissie de relatie tussen de directies van CVW en NAM als kritisch maar goed.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de indruk weggenomen zou moeten worden dat het CVW slechts een verlengstuk is van de NAM?

Antwoord 4

In het debat met uw Kamer van 9 oktober 2014 heb ik aangegeven dat er een aparte organisatie zou worden opgericht die vanaf 1 januari 2015 de schadeafhandeling verzorgt. Dit was en is een breed gedeelde maatschappelijke wens in de regio. Destijds heb ik ook aangegeven dat NAM juridisch verantwoordelijk blijft en dat zij moet zorgen dat de schadeafhandeling wordt uitgevoerd (Handelingen II 2014/2015, 33 529, nr. 12-8).

NAM heeft voor de uitvoer van de herstelwerkzaamheden een tender uitgeschreven die uiteindelijk is gewonnen door een joint venture die bestond uit Arcadis en CED. Deze partijen hebben uiteindelijk het Centrum Veilig Wonen opgericht. De tender is ook door de Dialoogtafel bekeken.

Vraag 5

Deelt u de mening dat de afspraken over hoeveel en op welke manier uren toegekend worden voor een contra-expertise zeer belangrijk zijn voor een antwoord op deze vraag?

Antwoord 5

De wijze waarop schade wordt vastgesteld door een eerste onafhankelijk expert en eventueel een tweede, door de bewoner aan te wijzen, contra-expert is vastgelegd in het Handboek Aardbevingsschade. Diverse partijen hebben opmerkingen kunnen plaatsen bij het Handboek Aardbevingsschade in een consultatie, gefaciliteerd door de Dialoogtafel. De opmerkingen van onder andere de Groninger Bodembeweging en de Technische Commissie Bodembeweging zijn meegenomen in de versie die is gepubliceerd in februari 2015.

De Nationaal Coördinator Groningen is momenteel in overleg met NAM over aanpassing van het schadeprotocol. Daarbij wordt vastgelegd dat in de contra-expertise schade die niet is vastgesteld bij de inspectie door de eerstelijnsexpert of die na die inspectie is ontstaan, wel kan worden beoordeeld.

Vraag 6

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het Gaswinningsdebat in de Kamer?

Antwoord 6

Ja.

Naar boven