Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 116 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 116 |
Bent u bekend met het nieuwsbericht dat, ondanks de mogelijkheid voor eenmalig identiteitsherstel, grootschalig identiteitsfraude zou hebben plaatsgevonden bij de vergunningverlening op grond van het generaal pardon in 2007, in het bijzonder door Chinezen?1
Het beeld dat in de berichtgeving wordt geschetst, namelijk dat vreemdelingen op grote schaal hun persoonsgegevens willen wijzigen herken ik niet.
In 2007 en 2008 (de pardonregeling sloot op 1 januari 2009) hebben vreemdelingen die gebruik maakten van de pardonregeling, voor zover getwijfeld werd aan hun identiteit, eenmalig het aanbod gekregen om onjuiste persoonsgegevens te herstellen zonder dat daar consequenties aan werden verbonden. Daarna konden deze vreemdelingen hun persoonsgegevens alleen nog via de gebruikelijke weg wijzigen in de basisregistratie personen (BRP) op basis van een brondocument, zoals een geboorteakte.
Zou deze grootschalige identiteitsfraude ook een reden kunnen zijn dat een groep generaalpardonners problemen ondervindt bij het naturaliseren tot Nederlander?
Zoals ik in antwoord 1 heb aangegeven, herken ik het beeld dat in de berichtgeving wordt geschetst niet.
Op verzoek van de Kamer doet het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie onderzoek naar de redenen waarom tot nu toe veel vreemdelingen met een pardonvergunning (nog) geen naturalisatieverzoek hebben ingediend. De resultaten van dit onderzoek ontvangt de Kamer op 1 oktober aanstaande.
Over afgewezen naturalisatieverzoeken is de Kamer op 8 april 2015 geïnformeerd door middel van het onderzoeksrapport Ranov en afgewezen Naturalisatieverzoeken(Kamerstuk 19 637, nr. 1985).
Overigens constateer ik dat ten aanzien van vreemdelingen met een pardonvergunning in toenemende mate sprake is van naturalisatie.
Wat vindt u ervan dat kennelijk een aantal gemeenten aan identiteitsherstel doet, ook bij majeure wijzigingen in de Basisregistratie Personen (BRP, voorheen Gemeentelijke Basisadministratie), zonder tussenkomst van een rechter?
De stelling dat gemeenten aan identiteitsherstel doen is niet juist. Van identiteitsherstel was sprake als in het kader van de uitvoering van de pardonregeling door een vreemdeling bij de IND een verklaring is afgelegd over zijn identiteit of nationaliteit. Identiteitsherstel kon slechts plaatsvinden tot het moment waarop de verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf was verleend (deze kregen de Ranov-vreemdelingen (vanaf) een jaar nadat de Ranov-verblijfsvergunning was verleend).
Kennelijk wordt in de vraag gedoeld op de wettelijke mogelijkheid, op grond van eerst de wet GBA en nu de wet BRP, tot wijziging van in de BRP opgenomen persoonsgegevens. Hiervoor geldt dat een ieder die in de basisregistratie personen is ingeschreven te allen tijde het recht heeft om een verzoek te doen tot wijziging van gegevens indien deze feitelijk onjuist, dan wel onvolledig zijn of in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Voor zover het gaat om personen die als ingezetene met een adres in een gemeente zijn ingeschreven, wordt het verzoek gedaan bij het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente. Het college zal het verzoek tot wijziging uitsluitend beoordelen conform de voorschriften in de Wet BRP en gaat daarbij na of de voor de wijziging benodigde brondocumenten overhandigd worden, of die documenten kloppen en of die documenten bij de persoon horen. Tussenkomst van de rechter is hierbij niet aan de orde.
Klopt het dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) niet altijd op de hoogte wordt gesteld door gemeenten van identiteitsherstel door vergunninghouders? Deelt u de mening dat dit heel onwenselijk zou zijn? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?
Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 4 is er bij wijziging van gegevens in de BRP geen sprake van identiteitsherstel. De IND wordt, net als andere afnemers van gegevens uit de BRP die daarvoor geautoriseerd zijn, automatisch op de hoogte gebracht van wijzigingen in gegevens van personen die in de BRP zijn ingeschreven. Ook kunnen de benodigde gegevens op elk gewenst moment door de IND worden opgevraagd in de BRP.
Hoe is het mogelijk dat de IND in drie jaar tijd slechts 30 dossiers heeft onderzocht waarbij vermoedelijk sprake was van identiteitsfraude en dat dit in geen van die gevallen consequenties heeft gehad? Zijn deze cijfers juist? Zo niet, wat zijn dan wel de juiste cijfers?
Kunt u alsnog achterhalen in hoeveel zaken de afgelopen drie jaar dossieronderzoek heeft plaatsgevonden en in hoeveel zaken dit ook consequenties heeft gehad?
Hoe verhoudt eventuele identiteitsfraude zich tot het gegeven dat bij een verblijfsvergunning die op basis van fraude is verkregen, bezien moet worden of er grond is om deze vergunning in te trekken?
Ziet u aanleiding, mede gelet op deze rapportage, om alsnog onderzoek te doen naar de vergunningen die zijn verleend op grond van het generaal pardon en waarbij later sprake is van identiteitsherstel, om te bezien of er sprake is geweest van identiteitsfraude en als dit het geval is, om te bezien of er een rechtsgrondslag is om de verblijfsvergunning of het Nederlanderschap alsnog in te trekken? Zo nee, waarom niet?
In 2013, 2014 en 2015 (t/m 30-06-2015) is door de IND in 1360 zaken een intrekkingsprocedure opgevoerd bij vreemdelingen die onder de pardonregeling vielen. Dit wil zeggen dat er een aanleiding was om te onderzoeken of de verblijfsvergunning ingetrokken zou moeten worden.
In 160 zaken heeft er een intrekking van de verblijfsvergunning plaatsgevonden.
In 2014 en 2015 is in tien2 gevallen de verblijfsvergunning ingetrokken vanwege gewijzigde persoonsgegevens. De overige intrekkingen hebben plaatsgevonden op grond van bijvoorbeeld openbare ordeaspecten of verplaatsing hoofdverblijf.
Gezien het beperkte aantal intrekkingen vanwege gewijzigde persoonsgegevens, en het feit dat dossieronderzoek om vast te stellen of er sprake is geweest van gewijzigde persoonsgegevens handmatig moet worden gedaan en zeer arbeidsintensief is, zie ik nu geen aanleiding om aanvullend onderzoek over 2013 te verrichten.
In zijn algemeenheid geldt dat bij constatering van identiteitsfraude de IND daarvan aangifte doet. Identiteitsfraude bij vreemdelingen waarvan is gebleken dat deze is begaan tijdens de procedure of een onherroepelijke veroordeling voor identiteitsfraude kunnen leiden tot het intrekken van de verblijfsvergunning, waarna de vreemdeling Nederland moet verlaten.
Deelt u de mening dat deze berichtgeving opnieuw bevestigt dat naturalisatieverzoeken van generaalpardonners niet anders en niet soepeler behandeld moeten worden dan andere naturalisatieverzoeken? Deelt u de mening dat, net als in andere gevallen, terughoudendheid betracht moet worden bij het aannemen van bewijsnood?
Er is geen aanleiding houders van een pardonvergunning als groep te ontlasten van de voor alle reguliere vreemdelingen geldende voorwaarden voor naturalisatie. Een beroep op bewijsnood dan wel dat in het individuele geval het beleid onredelijk zou zijn, wordt volgens de daarvoor opgestelde richtlijnen beoordeeld.
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Fritsma (PVV), ingezonden 8 september 2015 (vraagnummer 2015Z16010)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-116.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.