Vragen van de leden Segers (ChristenUnie) en Kooiman (SP) aan de Staatssecretaris
van Veiligheid en Justitie over de vroegtijdige plaatsing van een veroordeelde mensenhandelaar
in een zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi) (ingezonden 9 oktober 2014).
Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 november 2014).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 438.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het besluit van het arrondissementsparket Noord-Nederland
tot het plaatsen van de veroordeelde mensenhandelaar A. el Y. in een zbbi terwijl
hij nog niet de helft van zijn straf heeft uitgezeten?
Antwoord 1
Ja. Echter, niet het arrondissementsparket, maar de selectiefunctionarissen van de
afdeling Individuele Zaken Gevangeniswezen van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)
zijn, conform artikel 15 van de Penitentiaire beginselenwet, belast met plaatsing
in een ZBBI.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat het slachtoffer pas werd geïnformeerd nadat verdachte
zijn eerste verlof al had genoten?
Antwoord 2
Het slachtoffer is over het eerste verlof tijdig geïnformeerd door het Informatiepunt
Detentieverloop (IDV) van het Openbaar Ministerie (OM), hetgeen inhoudt dat het slachtoffer
hierover voorafgaand aan het eerste verlof is ingelicht.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het een enorme schok moet zijn voor de voormalige slachtoffers
van A. el Y. dat hij al in dit stadium van zijn straf in een zbbi wordt geplaatst
waarbij hij vanaf heden ook wekelijks met verlof zal mogen gaan?
Antwoord 3
Ik kan mij zeker indenken dat het ingrijpend voor slachtoffers kan zijn, wanneer aan
een gedetineerde verlof wordt toegekend op een moment dat het slachtoffer dit wellicht
nog niet verwacht. De betreffende gedetineerde voldoet echter aan de voorwaarden om
in deze fase van de gevangenisstraf in aanmerking te komen voor meer vrijheden.
Vraag 4, 6 en 7
Waarom is er toestemming gegeven voor dit verlof, zonder dat er sprake is van bijvoorbeeld
een verbod zich op te houden in de buurt van de betrokken slachtoffers?
In hoeverre wordt er bij het verlenen van verlof aan veroordeelde mensenhandelaren
bekeken of voorwaarden als een gebieds- of contactverbod opgelegd dienen te worden?
Hoe wordt de veiligheid van de slachtoffers gewaarborgd op het moment dat deze persoon
met verlof gaat?
Waren er bijzondere persoonlijke redenen om A. el Y. wekelijks verlof te geven? Welke
garanties zijn er dat hij geen contact zal opnemen met zijn voormalige slachtoffers?
Antwoord 4, 6 en 7
Wekelijks verlof maakt deel uit van het ZBBI-regime. Voorafgaand aan het verlenen
van dergelijk regimair verlof wordt een inschatting gemaakt van de risico’s die hieraan
verbonden zijn, waarbij de directeur van de penitentiaire inrichting (PI) zich zo
nodig laat adviseren door bijvoorbeeld de politie, het OM en/of de reclassering. Indien
de informatie hiertoe aanleiding geeft, worden bij het toekennen van het verlof bijzondere
voorwaarden, zoals een contact- en/of locatieverbod, gesteld om risico’s – mede ten
aanzien van het slachtoffer – te beperken.
Van de directeur van de PI heb ik vernomen dat ook in de onderhavige zaak thans een
contactverbod met het slachtoffer als bijzondere voorwaarde geldt. Hierdoor kan de
veiligheid van, alsmede een ongewenste confrontatie met het slachtoffer zoveel mogelijk
worden geborgd tijdens verloven.
Vraag 5 en 8
Is de slachtoffers om advies gevraagd? Zo ja, wat is daarmee gedaan? Zo nee, waarom
is dat achterwege gebleven? Op welke manier wordt er bij de verlofverlening aan mensenhandelaren
rekening gehouden met het belang van het slachtoffer?
Hoe verhoudt dit verlof voor deze mensenhandelaar zich dit tot uw voornemen om slachtoffers
van veroordeelde criminelen in een betere positie in het rechtsproces te brengen?
Antwoord 5 en 8
Van advisering door slachtoffers bij het toekennen van vrijheden tijdens detentie
is geen sprake. Indien het zogeheten spreekrechtwaardige delicten betreft, zoals mensenhandel,
wordt desgewenst informatie door het IDV aan het slachtoffer verstrekt over het detentieverloop
van gedetineerden om te voorkomen dat zij onverwacht worden geconfronteerd met de
dader. Het tijdig informeren van het slachtoffer door het IDV is in lijn met het beleid
om de positie van slachtoffers te versterken.