Vragen van de leden Segers (ChristenUnie) en Kooiman (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de vroegtijdige plaatsing van een veroordeelde mensenhandelaar in een zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi) (ingezonden 9 oktober 2014).

Mededeling van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 4 november 2014).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het besluit van het arrondissementsparket Noord-Nederland tot het plaatsen van de veroordeelde mensenhandelaar A. el Y. in een zbbi terwijl hij nog niet de helft van zijn straf heeft uitgezeten?

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het feit dat het slachtoffer pas werd geïnformeerd nadat verdachte zijn eerste verlof al had genoten?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het een enorme schok moet zijn voor de voormalige slachtoffers van A. el Y. dat hij al in dit stadium van zijn straf in een zbbi wordt geplaatst waarbij hij vanaf heden ook wekelijks met verlof zal mogen gaan?

Vraag 4

Waarom is er toestemming gegeven voor dit verlof, zonder dat er sprake is van bijvoorbeeld een verbod zich op te houden in de buurt van de betrokken slachtoffers?

In hoeverre wordt er bij het verlenen van verlof aan veroordeelde mensenhandelaren bekeken of voorwaarden als een gebieds- of contactverbod opgelegd dienen te worden?

Vraag 5

Is de slachtoffers om advies gevraagd? Zo ja, wat is daarmee gedaan? Zo nee, waarom is dat achterwege gebleven? Op welke manier wordt er bij de verlofverlening aan mensenhandelaren rekening gehouden met het belang van het slachtoffer?

Vraag 6

Hoe wordt de veiligheid van de slachtoffers gewaarborgd op het moment dat deze persoon met verlof gaat?

Vraag 7

Waren er bijzondere persoonlijke redenen om A. el Y. wekelijks verlof te geven? Welke garanties zijn er dat hij geen contact zal opnemen met zijn voormalige slachtoffers?

Vraag 8

Hoe verhoudt dit verlof voor deze mensenhandelaar zich dit tot uw voornemen om slachtoffers van veroordeelde criminelen in een betere positie in het rechtsproces te brengen?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Segers (Christen Unie) en Kooiman (SP) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de vroegtijdige plaatsing van een veroordeelde mensenhandelaar in een zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi) (ingezonden 9 oktober 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven