Vragen van de leden Gesthuizen en Jasper vanDijk (beiden SP) aan de Ministers van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de tekortschietende financiering van Wageningen UR (ingezonden 15 september 2014).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken), mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 10 november 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 153.

Vraag 1

Kent u het artikel Breukink: «We kunnen de groei niet meer betalen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op dit artikel?

Antwoord 2

Ik deel de opvatting van de heer Breukink over de betekenis en maatschappelijke relevantie van de opleidingen van Wageningen Universiteit (WU). Ten aanzien van de bekostiging verwijs ik naar onderstaande antwoorden op de vragen 3 t/m 5.

Vraag 3, 4, 5

Wat is de oorspronkelijke reden dat de twee procent regel is afgesproken?

Herkent u het beeld dat Wageningen UR op deze manier in een nadeliger positie is dan andere universiteiten? Zo ja, meent u dat het terecht is dat nu gevraagd wordt om een aanpassing van deze situatie? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om de regeling te heroverwegen?

Antwoord 3, 4, 5

Het bekostigingsmodel van WU is in 2001 – naar analogie van het OCW-verdeelmodel – vastgesteld op advies van een door departement en WU ingestelde commissie. Het model is vastgelegd in een brief aan de Tweede Kamer (2000–2001, 27 400 XIV, nr. 108). De 2%-afspraak houdt in dat de totale bekostiging van WU ieder jaar maximaal 2% daalt of stijgt, ook als de studentenaantallen meer dalen of stijgen. De regel is bedoeld om al te sterke fluctuaties in de begrotingen van de instelling en het Ministerie van Economische Zaken te voorkomen. De regel is niet van toepassing op reguliere loon- en prijsbijstellingen.

De andere universiteiten kennen een dergelijke maximering niet.

Onderhavige regeling wordt betrokken in het onderzoek dat het kabinet start naar onderwijs bekostigd door het Ministerie van Economische Zaken en het onderwijs bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De uitkomsten van dit onderzoek zullen betrokken worden bij de begrotingsbesprekingen van het kabinet over de begroting 2016.

Vraag 6

Bent u voorts bereid om bij een mogelijke aanpassing van de financieringsregeling ook scherp te letten op mogelijke overschrijdingen van de Wet normering topinkomens?

Antwoord 6

De wet normering topinkomens geldt ook voor het Groen Onderwijs en op naleving wordt toegezien. Bij recente (her)benoemingen binnen de Raad van Bestuur is gebleken dat Wageningen Universiteit de bepalingen uit deze Wet navolgt.

Naar boven