Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Milieu over de bevindingen van FNV Bondgenoten, dat op de Nederlandse wegen opmerkelijk veel vrachtwagenchauffeurs van buiten de EU zijn aangetroffen (ingezonden 8 juli 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 22 september 2014)

Vraag 1

Herkent u zich in de bevindingen van FNV Bondgenoten, dat tegenwoordig opmerkelijk veel vrachtwagenchauffeurs van buiten de EU – voornamelijk Moldaviërs, Oekraïners en Macedoniërs – op de Nederlandse wegen rondrijden?1

Antwoord 1

Er zijn geen cijfers beschikbaar waaruit blijkt dat opmerkelijk veel vrachtwagenchauffeurs van buiten de Europese Unie op de Nederlandse wegen rondrijden.

Vraag 2

Kunt u uitzoeken in hoeverre het klopt dat veel van deze chauffeurs een Poolse werkvergunning hebben? Kunt u eveneens uitzoeken of hier sprake is van een schijnconstructie?

Antwoord 2

In 2013 zijn in Polen voor werkzaamheden in de transport- en opslagsector 2123 tewerkstellingsvergunning afgegeven voor de transportsector voor Oekraiëners (1926), Moldaviërs (191) en Macedoniërs (13). Daarnaast werden in 2013 ruim vier duizend aanvragen ingediend voor korte werkzaamheden in de transport- en opslagsector voor Oekraïeners (90%) en Moldaviërs (10%). Het is niet bekend hoeveel mensen daarvan in Nederland hebben gewerkt.

Het feit dat chauffeurs een tewerkstellingvergunning hebben in Polen ontheft de werkgever niet van het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning indien arbeid in Nederland wordt verricht tenzij de vrijstelling van artikel 1 lid 1 onder b van het BuWav van toepassing is. Er is geen tewerkstellingsvergunning nodig indien: de vreemdeling zijn hoofdverblijf buiten Nederland heeft, geen arbeidsovereenkomst heeft met een in Nederland gevestigde werkgever en uitsluitend arbeid verricht op buiten Nederland geregistreerde vervoermiddelen in het internationale verkeer.

Vraag 3

Herinnert u zich de antwoorden op mondelinge vragen, waarin de Minister van Infrastructuur en Milieu aangaf dat wat betreft het aanpakken van misstanden het haar voorkeur heeft «om dat direct te doen bij de vrachtauto's die je aanhoudt, daar waar de overtreding ook wordt begaan»?2

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Bent u bereid om, mede op basis van deze bevindingen van FNV Bondgenoten, de controles van de Inspectie Leefomgeving en Transport uit te breiden?

Antwoord 4

Bij brief van 5 maart jl. heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) u geïnformeerd over de resultaten van het inventariserend onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ILT naar overtreding van de cabotageregels. De Minister van I&M heeft u daarbij aangegeven in elk geval tijdelijk de extra inzet van de ILT, welke was ingezet in het kader van dit onderzoek, te continueren.

Vraag 5

Bent u in het kader van naleving eveneens bereid nauw(er) te gaan samenwerken met sociale partners c.q. vakbonden?

Antwoord 5

Over de aanpak van schijnconstructies in het transport vindt onder andere met sociale partners overleg plaats in de Werkgroep transport.

Het speciale team van de Inspectie SZW dat is opgezet naar aanleiding van het sociaal akkoord, ondersteunt ook de sociale partners bij de handhaving van de cao-voorwaarden. Om deze rol goed te kunnen vervullen heeft de Inspectie SZW vanaf eind 2013 diverse vertegenwoordigers van de sociale partners geïnformeerd over de rol en taken van de Inspectie bij de ondersteuning van cao-handhaving en zijn zij uitgenodigd om meldingen te doen. Dit heeft tot op heden geleid tot twaalf verzoeken om ondersteuning. Het eerste rapport van bevindingen is inmiddels afgerond en overgedragen aan de verzoekende instantie, die de resultaten van dit onderzoek kan gebruiken in een civiele procedure om daarmee correcte naleving van de cao-voorwaarden af te dwingen.

Vraag 6

Wat doet u in EU-verband om de misstanden in de transportsector aan te pakken? Ziet u mogelijkheden om de samenwerking te intensiveren?

Antwoord 6

Onlangs hebben een groot aantal voor de transportsector verantwoordelijke EU-Ministers een gezamenlijke verklaring uitgebracht, gericht aan de Europese Commissie, waarin aangedrongen wordt op een meer uniforme interpretatie en handhaving van de bestaande voorschriften, met name op het gebied van cabotage. Speciale aandacht wordt gevraagd voor het verschijnsel van postbusbedrijven en het ontduiken van de regelgeving. Ook de Nederlandse Minister van I&M heeft deze verklaring ondertekend.

Daarnaast vindt samenwerking plaats tussen de inspectiediensten in het kader van de Euro Control Route (ECR), waarin initiatieven worden genomen om ten behoeve van een uniforme handhaving te komen tot een eenduidige interpretatie en toepassing van cabotageregels.

Vraag 7

Gaat de aangekondigde Wet Aanpak Schijnconstructies helpen om de de misstanden in de transportsector aan te pakken? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? Hoe gaat u dan de naleving van wet- en regelgeving in de transportsector verbeteren?

Antwoord 7

In de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) zal een aantal voorstellen worden gedaan die ook helpen schijnconstructies in de transportsector aan te pakken. De belangrijkste zijn:

  • De verplichting voor in Nederland werkende werkgevers om onkostenvergoedingen duidelijk te specificeren op de loonstrook en de verplichting om de loonstrook te verstrekken aan de toezichthouder.

  • Het verplichten van girale uitbetaling van (ten minste) het minimumloon.

  • Het mogelijk maken dat gegevens over controles op de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en de daaruit voortkomende boetes kunnen worden doorgegeven aan cao-partijen of hun handhavingsinstanties in het kader van een art. 10 Wet AVV-verzoek.

  • Het creëren van een wettelijke basis waarmee de Inspectie SZW vermoedens van niet-naleving van een cao kan doorgeven aan private cao-handhavers en/of sociale partners.

Bij kamerbrief van 4 juli 2014 (Kamerstuk 17 050, nr. 484) heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang in de aanpak van schijnconstructies. Daarin is de WAS, dat nu voor advies voorligt bij de Raad van State, op hoofdlijnen beschreven.


X Noot
1

«Moldaviërs halen Roemenen in», De Telegraaf, 7 juli 2014.

X Noot
2

Mondelinge vragenuur van 17 juni 2014

Naar boven