Vragen van de leden Kooiman en Van Nispen (beiden SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de politie geen betrouwbare cijfers heeft over hennepacties waarbij geen kwekerij wordt aangetroffen (ingezonden 16 september 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 6 november 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 211.

Vraag 1 t/m 3

Wat is uw reactie op het bericht dat de politie geen betrouwbare cijfers heeft over hennepacties waarbij geen kwekerij wordt aangetroffen?1

Deelt u de mening van de Nationale ombudsman dat deze informatie wel van belang is omdat nu niet duidelijk wordt hoe vaak burgers die niets te maken hebben met een hennepkwekerij worden geconfronteerd met het binnentreden van de politie?2

Is het mogelijk de registratiesystemen van de politie, zoals de Basisvoorziening Handhaving (BVH) en/of de hennepmonitor, zo aan te passen dat betrouwbare cijfers gemakkelijk zijn aan te leveren? Zo ja, heeft u het voornemen deze aan te passen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1 t/m 3

Ik deel de opvatting van de Nationale ombudsman dat het van belang is om betrouwbare cijfers te hebben over hennepinvallen in woningen waar ondanks alle zorgvuldigheid en voorafgaand onderzoek geen hennepplantage bleek te zijn. Begin september 2014 heeft de politie een aanpassing gemaakt in de Basisvoorziening Handhaving (BVH), zodat met ingang van die datum cijfers kunnen worden gegenereerd over het binnentreden van plaatsen (waaronder woningen) waarbij geen hennepkwekerij is aangetroffen.

Vraag 4

Hoe reageert u op de conclusie van de Nationale ombudsman dat de nazorg na binnentreden waarbij geen hennepkwekerij wordt aangetroffen in sommige situaties minimaal is? Deelt u de mening dat een persoonlijke toelichting in zulke gevallen noodzakelijk is?

Antwoord 4

Ik onderschrijf de opvatting van de Nationale ombudsman dat in gevallen waarbij tijdens een inval geen hennepkwekerij wordt aangetroffen een goede, persoonlijke toelichting moet worden gegeven aan de bewoners op de achtergronden van het binnentreden. Indien in de woning of het pand ten tijde van het binnentreden geen rechthebbende aanwezig was, dient de persoonlijke toelichting onverwijld te volgen.

Vraag 5

Wat vindt u van de conclusie van de Nationale ombudsman dat het voor mensen niet altijd eenvoudig is om schade aan de woning vergoed te krijgen en dat het uitkeren van geleden schade bepaald geen automatisme is? Deelt u de mening dat de schade ruimhartig en op eigen initiatief van de politie vergoed moet worden?

(http://www.nationaleombudsman-nieuws.nl/sites/default/files/rapportbrief_hennep_definitief_laatste_versie_cr.pdf)

Antwoord 5

In de gevallen dat er geen hennepkwekerij of een daaraan gerelateerde strafbare situatie na binnentreding wordt aangetroffen en waarbij de politie schade heeft veroorzaakt die in redelijkheid niet voor rekening van de benadeelde dient te komen, dient de politie deze schade correct af te wikkelen. In opdracht van en ten laste van de politie dient eventuele schade zo spoedig mogelijk hersteld te worden. De politie werkt op dit moment aan een landelijke procedure voor de schadeafhandeling, waaronder ook dit soort schadesituaties.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Berndsen-Jansen (D66), ingezonden 16 september 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 479)


X Noot
1

«Politie mist volgens Ombudsman cijfers over hennepacties», NU.nl, 15 september 2014 (http://www.nu.nl/binnenland/3878049/politie-mist-cijfers-hennepacties.html)

X Noot
2

Rapportbrief Nationale ombudsman aan korpschef van de nationale politie inzake binnentreden woningen bij hennepacties, 15 september 2014

Naar boven