Vragen van het lid Lucas (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de subsidieregeling praktijkleren (ingezonden 14 oktober 2014).

Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 3 november 2014)

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de oproep van Transport en Logistiek Nederland (TLN), de branche-organisatie van de transportsector? Herkent u het door TLN aangegeven probleem? Zo ja, welke stappen bent u van plan te ondernemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1

De oproep van Transport en Logistiek Nederland is mij bekend. Ook de fracties van CDA en ChristenUnie hebben in het wetgevingsoverleg over het Belastingplan 2015 gevraagd wat er aan de gerezen problemen wordt gedaan. Indien een bedrijf als gevolg van een terugvordering in financiële problemen zou komen, kan hieraan tegemoet worden gekomen door het bedrijf binnen de grenzen van het gebruikelijke invorderingsbeleid van de Belastingdienst een betalingsregeling aan te bieden. Bedrijven kunnen zich hiervoor melden bij hun belastingkantoor.

Vraag 2

Hoe verloopt de afwikkeling van de oude WVA-regeling?1 Tot wanneer verwacht de belastingdienst nodig te hebben om de oude regeling geheel af te ronden?

Antwoord 2

De afdrachtvermindering onderwijs (AV Onderwijs) is per 1 januari 2014 vervallen. De naheffingstermijn in de loonheffingensfeer verloopt 5 jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan of de teruggaaf is verleend. De afwikkeling van bezwaar- en beroepschriften kan nog na die termijn doorlopen.

Vraag 3

Zijn er bepaalde sectoren waar meer problemen zijn met de afwikkeling van de oude regeling dan in andere? Om welke sectoren gaat het? Wat is de oorzaak daarvan?

Antwoord 3

Er vallen geen algemene uitspraken te doen over sectorale problemen bij de afwikkeling van de AV Onderwijs. In het evaluatierapport van Regioplan2, dat aan de Tweede Kamer is aangeboden, zijn de 10 branches genoemd die meer dan gemiddeld gebruik maakten van de AV Onderwijs. Het betrof hier o.a. de uitzendbranche en de zorg. Als bedrijven te maken krijgen met naheffingen; kan dit leiden tot financiële problemen; hiervoor is het gebruikelijke invorderingsbeleid van toepassing. Een bedrijf dat hier mee te maken krijgt kan zich melden bij zijn belastingkantoor.

Vraag 4

Wat is uw reactie op het signaal van TLN dat sommige ROC’s3 niet aan de vereisten voldeden? Deelt u de mening dat deze instellingen, indien zij onjuiste informatie verschaften, ook aangesproken moeten kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat bent u van plan te ondernemen richting de ROC’s?

Antwoord 4

Indien uit het toezicht van de inspectie van het Onderwijs bij de onderwijsinstelling blijkt dat de opleiding van onvoldoende kwaliteit is ingevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) volgt het gebruikelijke vervolgtoezicht zoals voorgeschreven in de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) en het daarop gebaseerde toezichtskader BVE. In de rapportage van de inspectie aan de onderwijsinstelling is het vervolgtoezicht opgenomen. Indien sprake is van het niet voldoen aan de voorwaarden voor de bekostiging, worden hiervoor passende maatregelen getroffen.

Vraag 5

Hoe verloopt de invoering van de nieuwe subsidieregeling praktijkleren? Hoeveel aanvragen zijn er al gedaan, beoordeeld en toegekend? Hoeveel van het gereserveerde budget staat nog open, nu de inschrijving gesloten is?

Antwoord 5

De invoering van de subsidieregeling verloopt goed. Het totaal aantal ingediende aanvragen bedraagt 92.677 voor de reguliere aanvraagperiode. De zogenoemde opleidingsbedrijven hebben in april 2014 een voorschotverzoek kunnen doen. In die periode zijn 5.938 aanvragen binnengekomen en is een bedrag van ruim € 5 miljoen toegekend. Het totale budget van € 205 miljoen is op dit moment geclaimd. Binnen 13 weken na de sluiting op 15 september 2014 wordt over alle aanvragen een besluit genomen. De aanvragen worden momenteel nog volop beoordeeld. Op dit moment zijn 4.411 aanvragen op verzoek van de aanvrager ingetrokken en 578 aanvragen op inhoudelijke gronden afgewezen. Over ongeveer 18% van de aanvragen moet nog een oordeel gegeven worden. Het daadwerkelijk toekennen van de subsidie kan nadat alle controles zijn afgerond. Tussen medio november en uiterlijk 15 december 2014 worden alle subsidietoekenningen uitbetaald.

Vraag 6

Hoe verloopt de handhaving van de nieuwe regeling? Herkent u signalen dat door onduidelijke criteria van RVO4, ondernemers huiverig zijn om leerwerkplekken aan te bieden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen, mede naar aanleiding motie Jadnanansing/Lucas5 om dit te verhelpen?

Antwoord 6

De handhaving van de nieuwe regeling vindt plaats, nadat het reguliere subsidieproces is doorlopen. Tijdens het reguliere controleproces, zoals bij vraag 5 beschreven is, wordt als daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld vanuit de ervaringen van de AV Onderwijs controle, risicogericht een aantal specifieke aanvragers uitgebreid gecontroleerd. Signalen dat ondernemers moeite hebben met de regeling hebben mij ook bereikt. De regeling praktijkleren bevat echter geen nieuwe criteria of vereisten anders dan dat de huidige wetgeving nu verplicht stelt. De uitvoerder van de regeling, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stelt geen criteria op, maar voert slechts de subsidieregeling uit. De huivering bij ondernemers kan samenhangen met de gebruikelijke onwennigheid bij invoering van een nieuwe regeling.

Ik heb eerder het lid Jadnanansing (PvdA) toegezegd suggesties van het bedrijfsleven mee te nemen en indien dit noodzakelijk blijkt, de subsdieregeling aan te passen.

Vraag 7

Waarom zijn uitzendbureaus uitgezonderd van subsidieregeling, terwijl zij juist een belangrijke rol spelen bij de bemiddeling van leerwerkplekken?

Antwoord 7

Uitzendbureau’s kunnen heel goed een bemiddelende rol vervullen bij het plaatsen van een werknemer op een leerwerkplek. Deze bemiddelende rol staat echter los van de regeling. Het staat uitzendbureau’s vrij om afspraken te maken met de leerbedrijven om een deel van de subsidie aan hen over te dragen als daar aanleiding voor is, omdat zij bijvoorbeeld administratie uit handen nemen of de aanvraag regelen. De feitelijke begeleiding vindt echter plaats bij het leerbedrijf, dat daarvoor erkend is. Om die reden kan dan ook alleen het erkende leerbedrijf waar de begeleiding plaatsvindt aanspraak maken op de subsidie ingevolge de regeling. Uitzendbureaus kunnen in de meeste gevallen niet erkend worden als leerbedrijf, omdat zij niet de juiste arbeidscontext hebben behorend bij het kwalificatiedossier en de daarbij behorende werkzaamheden niet zelf uitvoeren. Daarom kunnen zij de dagelijkse begeleiding niet uitvoeren. Om die reden voldoen zij veelal niet aan de erkenningscriteria van de kenniscentra.

Vraag 8

Kunt u bovenstaande punten als aandachtspunten meenemen in de aankomende evaluatie van de subsidieregeling praktijkleren?

Antwoord 8

Ja, dat zal ik doen.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Geurts en Omtzigt (beiden CDA), ingezonden 13 oktober 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 430)


X Noot
1

WVA: Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen

X Noot
2

Regionplan, 2012, Evaluatie van de afdrachtvermindering onderwijs 2006–2011, Amsterdam (Kamerstuk 31 935, nr. 11)

X Noot
3

ROC: Regionaal Opleidingencentrum

X Noot
4

RVO: Rijksdienst voor ondernemend Nederland

X Noot
5

Kamerstuk 33 880, nr. 11

Naar boven