Vragen van de leden Leijten en Kooiman (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het verzoek aan gemeenten om de pgb-herindicaties (persoonsgebonden budgetten) voor 1 oktober a.s. af te ronden, en aan te leveren bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) (ingezonden 18 augustus 2015)

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 september 2015).

Vraag 1 t/m 3

Waarom heeft u gemeenten in uw brief van 7 augustus 2015 verzocht de pgb-herindicaties (herziene Toekenningsbesluiten) voor Jeugd en Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) voor 1 oktober a.s. aan te leveren bij de SVB?1

Vindt u het juist om gemeenten krap twee maanden van te voren aan te geven dat de aanleverdatum van pgb-herindicaties (herziene Toekenningsbesluiten) met maar liefst drie maanden vervroegd is? Is dit op geen enkele wijze eerder te voorzien geweest?

Erkent u dat het verzoek om de pgb-herindicaties (herziene Toekenningsbesluiten) te versnellen tot nieuwe onrust bij pgb-houders kan leiden? Zo ja, vindt u dit wenselijk?

Antwoord 1 t/m 3

Op 7 augustus jl. heb ik, mede namens de Staatssecretaris van SZW, aandacht gevraagd voor de invoering van het trekkingsrecht pgb. In het bijzonder daar waar het gaat om de herbeoordeling van overgangscliënten Wmo en Jeugd. Dit in aanvulling op het bericht dat VNG op 5 augustus jl. op haar website had geplaatst. De invoering van het trekkingsrecht pgb op 1 januari jl. is niet goed verlopen. Op grond van de evaluaties daarover, alsmede de daaruit te trekken lessen, zijn alle acties er op gericht de komende «jaarovergang» (waarbij tevens sprake is van een groot aantal uit te voeren herindicaties) stabieler te laten verlopen. Dit om nieuwe betalingsproblemen voor budgethouders en hun zorgverleners per 1 januari 2016 te voorkomen. Vooruitlopend op definitieve besluitvorming hierover tijdens een breed bestuurlijk overleg op 3 september 2015, heb ik gemeenten al eerder inzicht willen geven in de benodigde doorlooptijd voor budgethouder en (technische) verwerking door gemeenten en SVB, met als doel de betalingen ook na het aflopen van het overgangsrecht aan zorgverlener, na 1 januari, stabiel te laten doorlopen. Dit in de hoop en verwachting gemeenten daarmee te helpen hun verantwoordelijkheid in de keten te dragen. Tevens heb ik gemeenten gewezen op de ondersteuning die zij hiervoor kunnen inschakelen.

Gegeven het te doorlopen proces en de ervaringen van eind 2014 / begin 2015 moest – zo schreef ik – alles op alles worden gezet om de besluitvorming over het herbeoordelen van cliënten Wmo 2015/Jeugdwet met een pgb zoveel als mogelijk uiterlijk 1 oktober 2015 zijn beslag te geven. In tegenstelling tot datgene wat in vraag 1 wordt gesteld, heb ik gemeenten niet verzocht de herziene toekenningsbeschikkingen voor 1 oktober a.s. aan te leveren bij de SVB. Besluitvorming daarover zou immers op 3 september plaatsvinden.

In mijn brief van 4 september jl. (kenmerk: 829332–1408623-LZ) heb ik de Kamer geïnformeerd over de bestuurlijke afspraken die ik op 3 september j.l. met de betrokken partijen, waaronder de VNG, heb gemaakt over de aanpak en het tijdschema van herindicaties. De gezamenlijke aanpak is erop gericht om budgethouders tijdig te informeren en voor te bereiden op hun situatie in 2016, de zorgvuldigheid van herbeoordelingen niet in het gedrang te laten komen en de tijdigheid van de uitbetalingen te blijven garanderen. Dit biedt budgethouders rust en zekerheid.

Vraag 4 en 6

Hoe kunnen gemeenten zorgvuldige herindicaties – inclusief wettelijke bezwaartermijnen voor burgers – uitvoeren als zij krap twee maanden van tevoren horen dat de deadline met drie maanden is vervroegd?

Vindt u het geen contradictie dat u om zorgvuldige verwerking bij de SVB vraagt aan gemeenten om haast te maken – met het risico op onzorgvuldigheid? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4 en 6

Er is geen sprake van het vervroegen van deadlines. De oproep aan gemeenten was er op gericht om in hun planning ook rekening te houden met de werkzaamheden die de budgethouder en de SVB nog moeten uitvoeren. Met name de budgethouder heeft, zoals de gemeenten zich uiteraard ook realiseren, voldoende tijd nodig om zorg opnieuw in te kopen. Zeker in het geval dat de gemeente besluit om het budget bij te stellen. Verder wil ik benadrukken dat – ter bescherming van de positie van de burger en om de beoogde transformatieslag te maken – ik er zeer aan hecht dat gemeenten bij dit proces uiterste zorgvuldigheid betrachten. In mijn brief van 4 september jl. (kenmerk: 829332–1408623-LZ) heb ik de Kamer geïnformeerd over de bestuurlijke afspraken over de aanpak van de herindicaties. Bij deze aanpak blijft het voor gemeenten mogelijk om herbeoordelingen zorgvuldig te blijven uitvoeren.

Vraag 5

Wat zijn de (financiële) gevolgen voor gemeenten als zij niet kunnen voldoen aan de eis dat herziene Toekenningsbesluiten op 1 oktober a.s. bij de SVB zijn ingediend?

Antwoord 5

Zoals aangeven in de brief van 4 september jl. (kenmerk: 829332–1408623-LZ)

hebben gemeenten de ruimte om meer tijd te nemen voor een zorgvuldige herbeoordeling. In die situaties zal het budget van de budgethouder in ieder geval tot 1 mei 2016 worden verlengd. Eventuele budgettaire gevolgen van de afgesproken aanpak voor gemeenten worden in kaart gebracht en zijn onderwerp van nader overleg (art 2 FvW).

Vraag 7

Hoeveel herziene Toekenningsbesluiten verwacht de SVB te moeten verwerken, hoe is uitvoering hiervan vooraf getoetst, en wordt deze tijdens de invoering gevolgd? Welke terugvalscenario’s zijn er? Op welke wijze wordt opgetreden als er toch «een prop» ontstaat?

Antwoord 7

Zoals aangegeven in mijn brief van 4 september jl. (kenmerk: 829332–1408623-LZ) zal de ketenregisseur de aanpak en de voortgang van de herindicaties actief monitoren. De uitkomsten zullen periodiek gezamenlijk bestuurlijk worden besproken, zo nodig worden interventies in gang gezet.

Vraag 8

Is de deadline met drie maanden naar voren gehaald omdat bij de SVB alle herziene Toekenningsbesluiten handmatig moeten worden verwerkt? Welke risico’s op fouten zijn er ingeschat?

Antwoord 8

Er is geen sprake van het vervroegen van deadlines. De oproep aan gemeenten was er op gericht om in hun planning zoveel mogelijk rekening te houden met de werkzaamheden die de budgethouder en de SVB nog moeten uitvoeren. Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt over de automatische aanlevering van toekenningbesluiten. Zoals aangegeven in mijn brief aan de wethouders van 7 augustus jl. zal de VNG gemeenten actief ondersteunen om te bevorderen dat de toekenningberichten zoveel mogelijk geheel automatisch zijn te verwerken.

Vraag 9

Is er bij de SVB besef dat het werken met «smileys» geen garantie is op succes, en dat er altijd inhoudelijk moet worden gevolgd hoe de voortgang verloopt, zonder verfraaiing van de werkelijkheid?

Antwoord 9

Het uitgangspunt is en blijft dat de voortgang op basis van feitelijke informatie wordt gevolgd en dat hier periodiek accuraat verslag van wordt gedaan. Zoals aangegeven in mijn brief van 4 september jl. (kenmerk: 829332–1408623-LZ) zullen VNG/gemeenten en SVB de voortgang monitoren en is afgesproken dat de ketenregisseur de aanpak en voortgang actief zal volgen. De uitkomsten zullen periodiek gezamenlijk bestuurlijk worden besproken, zo nodig worden interventies in gang gezet.

Vraag 10

Is het verzoek aan gemeenten om de herziene Toekenningsbesluiten voor 1 oktober bij de SVB aan te leveren onderdeel van het stappenplan dat moet leiden tot een «goede afsluiting van 2015 en de jaarovergang van 2015 naar 2016»?2

Antwoord 10

De aanpak en het tijdschema van de herindicaties, waarover ik de Kamer op 4 september jl. heb geïnformeerd, is onderdeel van de aanpak jaarovergang 2015–2016 (het stappenplan). Zoals in deze brief aangegeven zal ik de Kamer voor het algemeen overleg van 14 september a.s. hierover informeren.

Vraag 11

Als op 3 september a.s. het stappenplan – waarvan ook de herindicaties onderdeel zijn – worden besproken in bestuurlijk overleg, waarom heeft u dan al wel aangegeven dat de deadline voor herziene Toekenningsbesluiten 1 oktober is?

Antwoord 11

Zie hiervoor de antwoorden op de vragen 1 t/m 3.

Vraag 12

Waarom heeft u dit stappenplan nog niet naar de Kamer gestuurd?

Antwoord 12

Zoals aangegeven in mijn brief van 4 augustus jl. (TK, vergaderjaar 2014–2015, 25 657, nr. 199) stelt de ketenregisseur dit stappenpan op. De aanpak van de jaarovergang 2015–2016 (het stappenplan) wordt momenteel afgerond. Hierover zal ik de Kamer voor het algemeen overleg van 14 september a.s. informeren, zoals toegezegd in mijn brief van 4 september jl.

Vraag 13

Waarom stuurt u op 4 augustus jl. uw Voortgangsrapportage Trekkingsrecht naar de Kamer, zonder vermelding van de vervroegde deadline voor gemeenten? Is tussen 4 en 7 augustus jl. besloten de deadline te vervroegen? Kunt u deze handelwijze toelichten, alsmede ingaan op de informatiepositie van de Kamer?

Antwoord 13

Zoals aangegeven in de antwoorden op de vragen 1 t/m 3 is er geen sprake van het vervroegen van deadlines.

Vraag 14

Vindt u dat op deze wijze de motie Dik-Faber/Dijkstra over het bezien van de noodzakelijkheid van herindicaties wordt uitgevoerd? Bent u van mening dat u, door de deadline te vervroegen, tegemoet komt aan de wens «de mogelijkheid te creëren voor het continueren van indicaties tot het moment dat er een nieuw indicatiebesluit of toekenningsbesluit wordt vastgesteld»? Kunt u uw antwoord toelichten?3

Antwoord 14

In mijn brief van 4 september jl. ben ik nader ingegaan op de mogelijkheden die gemeenten hebben om het proces van herbeoordelen in te richten en de wijze waarop zij budgethouders hierover informeren. De gemeenten behouden – in het licht van deze motie – de mogelijkheid om budgetten tijdelijk te verlengen, zodat zij de herbeoordeling zorgvuldig kunnen uitvoeren.

Vraag 15

Is het mogelijk de deadline van 1 oktober te laten vervallen, en gemeenten en de SVB (en andere ketenpartners) werkelijk meer tijd te geven voor zorgvuldigheid, zodat optimaal voorkomen wordt dat er wederom grote fouten met ernstige persoonlijke gevolgen voor pgb-houders ontstaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom kiest u hier niet voor?

Antwoord 15

Met de gekozen aanpak van herindicaties, zoals beschreven in mijn brief van 4 september jl., kom ik hieraan tegemoet.

Vraag 16

Is er voor WLZ pgb-herindicaties ook de deadline voor het aanleveren van het nieuwe Toekenningsbesluit van het CIZ vervroegd? Zo ja, wanneer is dit beslist? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 16

Zoals in mijn brief van 4 september jl. aangegeven, ontvangen alle budgethouders in de Wlz uiterlijk begin oktober een informatiebulletin van Zorginstituut Nederland met de pgb-tarieven voor 2016. Daarmee kunnen budgethouders en zorgkantoren zich tijdig voorbereiden op 2016.


X Noot
1

Brief «Trekkingsrecht PGB / herbeoordelingen overgangscliënten Wmo en Jeugd», 7 augustus 2015, kenmerk 809199-139816-DMO

X Noot
2

Voortgang trekkingsrecht pgb, Kamerstuk 25 657, nr. 199

X Noot
3

Motie Dik-Faber/Dijkstra, Kamerstuk 25 657, nr. 196

Naar boven