Vragen van de leden Jacobi en Albert deVries (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de afsluiting van het kreeftenvang-seizoen op de Oosterschelde (ingezonden 7 juli 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 1 september 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat inmiddels het kreeftenvisseizoen op de Oosterschelde voorbij is?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat in de laatste week door een select aantal schepen dag en nacht wordt gevist om nog zoveel mogelijk kreeft binnen te halen?

Antwoord 2

Op basis van het VIRIS-registratiesysteem is te zien dat met name door de sleepnetvisserij aan het eind van het seizoen intensiever is gevist. Niet uitgesloten wordt dat hiervoor ook ’s nachts is gevist, hetgeen op grond van de vigerende wet- en regelgeving overigens niet verboden is.

Vraag 3

Is het waar dat de prijs voor kreeft (mede) hierdoor keldert?

Antwoord 3

Voor de kreeftenvisserij geldt geen veilplicht, waardoor niet alle opgeviste kreeft wordt verhandeld via de afslagen. Het is niet ongebruikelijk dat de prijzen aan het begin van het kreeftenseizoen doorgaans hoger liggen dan aan het eind van het seizoen. Uit gegevens van de visafslag te Colijnsplaat blijkt dat de kiloprijs voor kreeft in de maanden april en mei fluctueerde tussen € 20,– en € 29,–. In de maanden juni en juli fluctueerde de kiloprijs voor kreeft tussen € 13,– en € 15,–.

Vraag 4

Is het waar dat door het intensieve vissen in de laatste weken «een slagveld» is ontstaan op de bodem van de Oosterschelde, omdat veel kreeften niet worden opgevist maar bijvoorbeeld met hun scharen in de netten blijven hangen waardoor ze in stukken worden gescheurd?

Antwoord 4

Uit navraag bij zowel de visafslag te Colijnsplaat als de kwaliteit-beoordelende NVWA-controleurs is niet gebleken dat de aangevoerde kreeft gedurende de laatste weken van het kreeftenseizoen meer beschadigd was dan in de voorliggende periode.

Vraag 5

Bent u bereid te onderzoeken of het mogelijk is deze intensieve vorm van vissen op kreeften in de laatste periode van het visseizoen te stoppen om daarmee onnodig dierenleed te voorkomen, mede gezien het feit dat de prijs voor kreeft sterk daalt en daarmee de winst ook weer teniet wordt gedaan?

Antwoord 5

Er zal altijd een laatste week van het kreeftenseizoen zijn, ook indien zal worden besloten tot een verbod op de kreeftenvisserij tijdens de laatste week van het reguliere kreeftenseizoen. Daarnaast kan de marktprijs voor vis – en dus ook voor kreeft – geen argument zijn om over te gaan tot een verbod van de visserij. Uitsluitend bestandsoverwegingen en natuurbelangen zijn hiervoor bepalend, zoals ik uw Kamer reeds heb medegedeeld met mijn brief d.d. 26 maart 2015 over de kreeftenvisserij in de Oosterschelde (Kamerstuk 29 675, nr. 179).

Naar boven