Vragen van de leden Albert deVries en Fokke (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Wonen en Rijksdienst over het voorkomen van onevenredig banenverlies in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Zeeland en Limburg door de reorganisatie van de Belastingdienst (ingezonden 30 juni 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën), mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst (ontvangen 19 augustus 2015)

Vraag 1

Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over het bericht «Grootste klap reorganisatie Belastingdienst in noorden» gepubliceerd op de website van Omrop Fryslân op 20 mei 2015?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is de procedure voor de planvorming van de reorganisatie van de Belastingdienst, met de beoogde beslismomenten en data?

Antwoord 2

De uitwerking van de Investeringsagenda zal dit najaar gereed zijn. Deze uitwerking zal een meer gedetailleerde planning bevatten.

Vraag 3

Op welke wijze vindt er overleg plaats met belanghebbenden, zoals met vakbonden en bestuurders van gemeenten die te maken krijgen met veranderingen?

Antwoord 3

Met vakbonden (in het Georganiseerd Overleg Belastingdienst) en Centrale Ondernemingsraad vindt regelmatig overleg plaats over de uitwerking van de plannen. Aspecten verbonden aan de inrichting van het werk- en mobiliteitsbedrijf Switch komen in die gesprekken ruimschoots aan bod. De Belastingdienst initieert zelf geen gesprekken met gemeenten of provincies. De leiding van de Belastingdienst gaat wel in op verzoeken voor een gesprek.

Vraag 4 en 6

Heeft u aan de Belastingdienst de opdracht gegeven om ervoor te zorgen dat er in Friesland, Groningen, Drenthe, Zeeland en Limburg geen onevenredig banenverlies optreedt door de nieuwe reorganisatie? Zo nee, waarom niet?

Kunt u ondubbelzinnig toezeggen dat u conform de motie De Vries handelt en de genoemde provincies niet geconfronteerd worden met een bovengemiddeld verlies aan werkgelegenheid door de reorganisatie van de Belastingdienst?1 Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 en 6

Zoals ik in mijn eerdere antwoorden op vragen van de leden Fokke en Albert de Vries over ditzelfde onderwerp heb aangegeven wordt uw Kamer in een later stadium door de Minister van Wonen en Rijksdienst geïnformeerd over de regionale werkgelegenheidseffecten van eventuele veranderingen bij de rijksoverheid die dan bij hem bekend zijn.2 Hierin kunnen de ontwikkelingen bij de Belastingdienst meegenomen worden als die voldoende zijn uitgekristalliseerd als gevolg van de reorganisatie. Ik kan toezeggen dat de motie De Vries (Kamerstuk 31 490, nr. 126) wordt meegenomen in het beeld dat de Minister u wil schetsen. Ik kan nu niet vooruitlopen op de uitkomsten.

Vraag 5

Is in de opdracht aan de Belastingdienst ook rekening gehouden met de Kamerbreed aangenomen motie Groot – Schouten om bij deze reorganisatie voorrang te geven aan het behoud van banen in krimpregio’s?3 Zo ja, betekent dit dat de krimpregio’s en regio’s met een lage werkgelegenheid bij deze reorganisatie ontzien zullen worden?

Antwoord 5

Ja, bij de reorganisatie van de Belastingdienst wordt de motie Groot/Schouten meegenomen, conform de reactie die ik op de motie heb gegeven. De uitkomsten van de reorganisatie deel ik uiteraard voor wat betreft de effecten op de behoefte aan kantoorhuisvesting met de Minister voor Wonen en Rijksdienst om de regionale werkgelegenheidseffecten in het land te kunnen coördineren.


X Noot
1

Kamerstuk 31 490 nr. 126

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2619.

X Noot
3

Kamerstuk 31 066 nr. 243

Naar boven