Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de zeehondenjacht in Canada (ingezonden 11 juni 2015).

Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 20 juli 2015)

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat de laatste zeehondenjagers in Noorwegen besloten hebben te stoppen met de zeehondenjacht omdat er geen geld meer mee te verdienen valt sinds de Noorse overheid gestopt is met het subsidiëren van de zeehondenjacht?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat, wanneer de Canadese overheid stopt met het subsidiëren van de commerciële zeehondenjacht, ook in Canada het doodknuppelen van de honderdduizenden pasgeboren zeehonden voor hun vacht beëindigd zal worden?

Antwoord 2

Ik kan geen oordeel vellen over in hoeverre jagers in Canada hun keuzes laten leiden door het subsidiebeleid van de Canadese overheid.

Vraag 3

Kunt u aangeven of u tijdens de handelsmissie in Canada eind mei de zeehondenjacht ter sprake heeft gebracht, conform uw toezegging?2 Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de Kamer informeren over de uitkomst?

Antwoord 3

Tijdens het debat op 30 april jl. heb ik in reactie op een ingediende motie van het lid Thieme toegezegd de Canadese regering aan te spreken op de zeehondenjacht. Ik heb daaraan toegevoegd «dat ik niet per se optimistisch ben over de uitkomst daarvan». Voor een effectieve interventie is het voorts van belang om de juiste gesprekspartners op federaal niveau te spreken.

Tijdens deze missie bleek het om agendatechnische redenen niet mogelijk om een ontmoeting te hebben met een lid van de Canadese regering, derhalve is dit onderwerp dit keer niet ter sprake gekomen. Dit laat onverlet dat ik ook heb toegezegd de zeehondenjacht in Europees en bilateraal verband aan de te blijven stellen bij de relevante Canadese gesprekspartners.


X Noot
2

Handelingen, Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, nr. 83, item 9

Naar boven