Vragen van het lid Graus (PVV) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over mishandeling van olifanten (ingezonden 23 juni 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) en van Minister van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 juli 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met onderstaande artikelen over de mishandeling van olifanten?1 2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bereid er met het kabinet voor te zorgen dat er eindelijk zware (gevangenis)straffen worden opgelegd aan dierenbeulen inclusief een levenslang verbod op het houden van, en omgang met, dieren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Tijdens het algemeen overleg huiselijk geweld en dierenwelzijn van 16 oktober 2014 (Kamerstuk 28 345, nr. 131) heeft de Minister van Veiligheid en Justitie aan uw Kamer toegezegd het houdverbod van dieren te zullen laten evalueren. Daarin wordt meegenomen wat de hoogte is van straffen die worden opgelegd. Bij deze evaluatie, die momenteel wordt uitgevoerd, neemt de dossieranalyse meer tijd in beslag dan verwacht. De Minister van V&J zal de evaluatie voorzien van een beleidsreactie in het najaar aan uw Kamer doen toekomen.

Vraag 3

Is het u opgevallen dat er regelmatig wantoestanden met dieren worden aangetroffen bij buitenlandse circussen en niet bij ons Nationaal Circus? Zo ja, waarom wordt ons Nationaal Circus wel gestraft met een verbod op het houden van wilde dieren terwijl er nimmer door de Dierenpolitie en/of Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dierenmishandeling is geconstateerd? Zo nee, waarom hebben weerloze dieren niet de aandacht die ze verdienen van een Staatssecretaris verantwoordelijk voor Dierenwelzijn?

Antwoord 3

Deze algemene conclusie kan het kabinet niet onderschrijven. Daar komt bij dat de dieren in regel niet in eigendom zijn van het circus, maar worden ingehuurd, ook uit het buitenland.

Zoals aangegeven in de toelichting van het besluit van het verbod op wilde dieren in het circus ben ik van mening dat de mate van aantasting van de intrinsieke waarde van de te verbieden dieren niet kan worden gerechtvaardigd door het doel waarvoor deze dieren in het circus worden gehouden, zijnde vermaak. Het rondreizende karakter van het circus maakt daarbij dat slechts beperkte, van de locatie afhankelijke ruimte ter beschikking kan worden gesteld aan dieren. Verblijven zijn vooral praktisch en moeten snel worden opgezet en weer worden afgebouwd. Uit oogpunt van veiligheid wordt de leefruimte van dieren soms extra beperkt. Vanwege het rondreizende karakter van circussen verblijven dieren vaak en gedurende lange tijd op de transportmiddelen.

Vraag 4

Waarom wordt er niet harder en accurater opgetreden tegen dit soort hufterigheden en worden mishandelde dieren niet per omgaande in beslag genomen en in veiligheid gebracht?

Antwoord 4

Meldingen over alle gehouden dieren die binnenkomen bij «144 Red een dier», worden door de politie, NVWA of LID onderzocht. Indien sprake is van een onhoudbare situatie dan worden dieren weggehaald bij de eigenaar. Zo zijn er in 2014 bijvoorbeeld ruim 6.000 dieren bestuursrechtelijk in bewaring genomen.

Naar boven