Vraag 1 t/m 7
Bent u bekend met de berichten «Burundezen vluchten massaal naar Rwanda»1 en «Citing political pressure, 5.000 Burundians flee to Rwanda»?2
Klopt het dat er per dag meer dan 1.000 mensen naar Rwanda vluchten uit angst voor
de Imbonerakure milities, die de huidige regering steunen? Zo ja, zijn er voldoende
goede opvangmogelijkheden voor deze vluchtelingen in Rwanda?
Klopt het dat door de aankomende verkiezingen er een stijging in politiek gemotiveerde
bedreigingen, intimidatie en geweld ten aanzien van journalisten, mensenrechtenactivisten
en politici is ontstaan? Kunt u toelichten welke rol de huidige regering en president
Pierre Nkurunziza hierbij spelen?
Kunt u toelichten welke rol de politie en het leger spelen bij de groeiende spanningen
in Burundi? Is het onderzoek naar de moordpartij in Cibitoke van januari jongsteleden
al afgerond? Zo ja, hoe beoordeelt u de uitkomsten van dat onderzoek?
Vindt u het aannemelijk dat president Nkurunziza zich kandidaat gaat stellen voor
een derde termijn als president? Zo ja, wat vindt u hier van, mede gezien het feit
dat veel partijen een derde termijn zien als schending van het vredesakkoord?
Welke consequenties zouden de ontwikkelingen in Burundi, waaronder een eventuele kandidaatstelling
van Nkurunziza, volgens u moeten hebben voor de bilaterale ontwikkelingsrelatie? Overweegt
u opschorting van programma’s waarbij samengewerkt wordt met de Burundese overheid,
in het bijzonder de programma’s gericht op de politie en het leger? Zo ja, wanneer
is dit aan de orde? Zo nee, waarom niet?
Trekt Nederland samen op met de EU en andere landen om gezamenlijk te reageren in
het geval het vredesakkoord wordt geschonden, bijvoorbeeld door een nieuwe kandidaatstelling
van Nkurunziza?
Antwoord 1 t/m 7
De schriftelijke vragen van leden Van Laar en Servaes (beiden PvdA), vraagnummer 2015Z07291, zijn beantwoord middels de brief «Reactie op commissieverzoek inzake situatie in
Burundi en antwoord op vragen van de leden Van Laar en Servaes, Sjoerdsma en Mulder,
Knops en Omtzigt» (Kamerstuk 29 237, nr. 163).