Vragen van de leden Bontes en Van Klaveren (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Defensie over het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken om zeker 3,3 miljard euro extra te investeren in de krijgsmacht (ingezonden 1 mei 2015).

Antwoord van Minister Hennis – Plasschaert (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 6 juli 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Miljarden extra nodig voor Nederlandse leger»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) dat de Nederlandse krijgsmacht er belabberd aan toe is en buitengewoon kwetsbaar is geworden?

Antwoord 2

Nee. De deelneming aan diverse missies maakt duidelijk dat Defensie nog in staat is tot het leveren van kwalitatief hoogwaardige militaire bijdragen. Dit laat onverlet dat de inzetbaarheid van de krijgsmacht aan beperkingen onderhevig is. Over deze beperkingen is eerder aan de Tweede Kamer gerapporteerd, onder meer in het kader van de rapportage over de inzetbaarheidsdoelstellingen (Kamerstuk 33 763, nr. 57 van 9 oktober 2014) en ook recent in mijn brief van 22 mei jl. over knelpunten in de materiële gereedheid.

Vraag 3, 4, 6 en 7

Wat is uw reactie op het pleidooi voor een «Deltaplan Krijgsmacht» om tussen de 3,3 miljard en 5,7 miljard euro per jaar extra te investeren in defensie?

Vindt u net als de AIV dat het extra geld in elk geval gebruikt moet worden om nieuwe tanks aan te schaffen? Zo nee, waarom niet?

Ziet u het belang in van het nakomen van de afgesproken NAVO-norm van 2% en daarmee de noodzaak van het verhogen van het defensiebudget met minimaal 5 miljard euro?

Kunt u de reactie op het AIV-advies op korte termijn naar de Kamer sturen?

Antwoord 3, 4, 6 en 7

De adviezen van de AIV worden betrokken bij de gedachtevorming over de richting waarin de krijgsmacht zich verder moet ontwikkelen. De Kamer ontvangt rond Prinsjesdag het afschrift van de reactie die het kabinet zal opstellen naar aanleiding van het AIV-advies «Instabiliteit rond Europa» (Nr. 94, april 2015).

Vraag 4

Vindt u net als de AIV dat het extra geld in elk geval gebruikt moet worden om nieuwe tanks aan te schaffen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Wanneer gaat u uw naïeve buitenland- en defensiebeleid, bijvoorbeeld ten opzichte van Rusland, wijzigen in een realistische aanpak gebaseerd op een sterke krijgsmacht?

Antwoord 5

In de beleidsbrief Internationale Veiligheid «Turbulente tijden in een instabiele omgeving» (14 november 2014) heeft het kabinet uiteengezet hoe het de meest relevante ontwikkelingen in onze internationale veiligheidsomgeving en de gevolgen ervan voor ons buitenland- en (internationaal) veiligheidsbeleid beoordeelt in aanvulling op de Internationale Veiligheidsstrategie. Deze brief maakt duidelijk dat naar het oordeel van het kabinet het belang van bondgenootschappelijke en territoriale veiligheid in alle hevigheid terug is en dat Nederland en Europa ook op het gebied van de internationale rechtsorde voor nieuwe uitdagingen worden geplaatst. Als gevolg van de recente ontwikkelingen worden binnen de Navo hogere eisen gesteld aan de gereedheid, de snelheid waarmee kan worden ingezet en de beschikbaarheid van militaire capaciteiten.

Het kabinetsbeleid ten aanzien van Rusland is verwoord in de brief aan uw Kamer van 13 mei jl. (DEU-175/2015).

Vraag 6

Ziet u het belang in van het nakomen van de afgesproken NAVO-norm van 2% en daarmee de noodzaak van het verhogen van het defensiebudget met minimaal 5 miljard euro?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 7

Kunt u de reactie op het AIV-advies op korte termijn naar de Kamer sturen?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 3.

Naar boven