Vragen van de leden DeGraaf en Wilders (beiden PVV) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Utrecht vreest komst Belgische martelsjeik» (ingezonden 8 april 2015).

Antwoord van Minister Van derSteur (Veiligheid en Justitie) mede namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 29 mei 2015)

Vraag 1

Kent u het bericht «Utrecht vreest komst Belgische martelsjeik»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het absurd is om een visum te verstrekken aan islamitische voormannen, die hebben bewezen terroristische bedoelingen te hebben of zelfs voorwaardelijk gestraft zijn voor martelpraktijken?

Antwoord 2

De in het artikel genoemde sjeik Abo Chayma was één van de vijf aangekondigde sprekers, maar hij is niet aanwezig geweest. Deze persoon verblijft langdurig rechtmatig in België en er is derhalve geen sprake geweest van het verstrekken van een visum door Nederland. Van de aangekondigde sprekers was er slechts één visumplichtig en op basis van de afwegingen zoals gemaakt door de rijksoverheid en in de lokale driehoek was er geen reden om het visum van deze persoon in te trekken.

Vraag 3

Bent u bereid de stichting Al Fitrah te ontbinden en hun moskee te sluiten, nu zij heeft bewezen terreurpredikers uit te nodigen?

Antwoord 3

Nee, er is op dit moment geen aanleiding om te overwegen de stichting te ontbinden of de moskee te sluiten. Vrijheid van meningsuiting is de essentie van democratie. In een rechtsstaat worden dergelijke vrijheden voor iedereen beschermd. Het organiseren van een evenement zoals in Utrecht, is niet verboden en in dit het geval ook niet vergunningplichtig. Echter, de vrijheid van meningsuiting is niet onbeperkt. Als tijdens een bijeenkomst strafbare feiten worden gepleegd, zoals het beledigen van personen, opruien, aanzetten tot geweld of haat tegen bevolkingsgroepen dan kan strafrechtelijk worden opgetreden. Als blijkt dat er daadwerkelijk tijdens een evenement sprake is geweest van het aanzetten tot haat zoals vastgelegd in artikel 137d Wetboek van Strafrecht, dan kan het Openbaar Ministerie beoordelen of degene die aanzette tot haat moet worden vervolgd, danwel ook degene die hem bij de strafbare uitingen heeft geholpen (zoals de organisator of de verstrekker van de locatie).

Vraag 4

Bent u bereid alsnog de visa van de in het bericht genoemde terreurimams in te trekken en een zwarte lijst aan te leggen van (veroordeelde) haatpredikers die Nederland nooit in mogen komen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Er is geen zwarte lijst. De betrokken ketenpartners vullen zoals aangegeven in de brief van het kabinet van 3 maart jl. (Vergaderjaar 2014–2015, 29 754, nr. 303) de behandel(risico) profielen aan met extra criteria en er is een alerteringslijst opgesteld door de NCTV van sprekers en/of referenten die extra aandacht vragen in de beoordeling bij een visumaanvraag.

Het Schengen Acquis voorziet in een instrument waarmee kan worden voorkomen dat een ongewenste vreemdeling naar Nederland danwel een ander Schengenlidstaat afreist. Hiertoe kan de overheid een vreemdeling laten signaleren wanneer deze een gevaar vormt voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Omdat de signalering tot doel heeft bepaalde vreemdelingen uit Nederland te weren, wordt deze opgenomen in het Schengen Informatie Systeem (SIS) voor toegangsweigering. Dit betekent dat de vreemdeling gedurende de signalering geen toegang kan verkrijgen tot de landen binnen het Schengengebied en aan de grens zal worden geweigerd, ook als hij of zij (nog) een geldig visum heeft.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 8 april 2015 (vraagnummer 2015Z06335)


X Noot
1

Telegraaf, 8 april 2015, pagina 6

Naar boven