Vragen van de leden De Roon en De Graaf (beiden PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de kille wijze waarop een Nederlandse Holocaust overlevende is gekort op haar AOW-uitkering (ingezonden 13 mei 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de ministers van Buitenlandse Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 28 mei 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Holland cuts Shoah survivor’s pension for living in West Bank»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Worden alle AOW-gerechtigden die in Israëlische dorpen en steden in Judea en Samaria wonen met bijna 35 procent gekort op hun uitkering? Zo ja, waar is dit percentage exact op gebaseerd?

Antwoord 2

Dat is niet het geval.

Op grond van de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU) bestaat buiten Nederland slechts recht op een socialeverzekeringsuitkering in een land waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten. Dit verdrag dient afdoende waarborgen te bevatten inzake de controle op de rechtmatigheid van de uitkeringen. Een uitzondering geldt voor de AOW, die naar alle landen in de wereld wordt geëxporteerd ter hoogte van de zogenoemde gehuwdennorm (50% van het wettelijk minimum loon). Voor landen waarmee een verdrag is gesloten, kan de AOW voor alleenstaanden 70% van het wettelijk minimum loon bedragen.

Op basis van het internationaal recht heeft Israël als bezettende mogendheid geen soevereiniteit over de gebieden die het bezet. Daarom heeft Israël geen bevoegdheid tot het aangaan van verdragsverplichtingen voor het bezette gebied. Israël kan dus voor Nederlandse staatsburgers die in de bezette gebieden wonen geen verdragsverplichtingen aangaan zoals zijn voorzien in het kader van de Wet BEU.

Vraag 3

Hoeveel AOW-gerechtigden vallen onder de exportbeperkingen die gelden voor de Israëlische dorpen en steden in Judea en Samaria?2

Antwoord 3

Bij de SVB stonden op 15 mei 2015 67 AOW-gerechtigden geregistreerd op de Westelijke Jordaanoever, Oost Jeruzalem en de Golan hoogvlakte, onder wie 24 alleenstaanden. 15 adressen zijn nog in onderzoek.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het verwerpelijk is een Holocaust overlevende, die naar Israël is gevlucht vanwege het toenemende antisemitisme in Europa, op kille wijze te korten op haar AOW-uitkering?

Antwoord 4

Het kabinet betreurt de gang van zaken Voor betrokkene is de situatie nu aangepast en zij is daarover geïnformeerd. Geconstateerd is dat tot dusverre onvoldoende helder is geweest welke gevolgen wonen in door Israël bezet gebied heeft voor de AOW-uitkering van alleenstaande AOW-gerechtigden. Daarom is het volgende besloten.

Iedereen die nu woont in door Israël bezet gebied en een AOW voor alleenstaanden ontvangt ter hoogte van maximaal 70% van het wettelijk minimumloon, mag die houden. Vanaf 1 januari 2016 zal de AOW-uitkering van personen die voor het eerst als alleenstaanden in door Israël bezet gebied een AOW-uitkering krijgen, ter hoogte van de zogenoemde gehuwdennorm (50% van het wettelijk minimumloon) worden gesteld. Dit besluit zal zo spoedig mogelijk worden bekend gemaakt en gecommuniceerd. Het kabinet onderzoekt of voor de groep vervolgingsslachtoffers 1940 -1945 en burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 er voor toekomstige schrijnende gevallen specifieke maatregelen gewenst zijn.

Vraag 5

Zijn de bevoegde Israëlische autoriteiten net als Nederland van mening dat de Israëlische dorpen en steden in Judea en Samaria niet onder het verdrag vallen dat met Israël is gesloten over controle op het recht op uitkeringen?

Antwoord 5

Zie het antwoord op vraag 2. Israël heeft een andere visie op de status van de bezette gebieden.

Vraag 6

Wilt u per direct in contact treden met uw Israëlische ambtgenoten, en al dan niet door een verdragswijziging, een eind maken aan het pesten van AOW-gerechtigden die heerlijk van hun pensioen proberen te genieten in één van de prachtige dorpen of steden in Judea en Samaria?

Antwoord 6

Nee, het kabinet ziet hiertoe geen aanleiding. Zie tevens antwoord op vraag 2.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie), ingezonden 12 mei 2015 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2381).

Naar boven