Vragen van de leden VanKlaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de
Minister van Veiligheid en Justitie over de komst van verschillende geweldsimams naar
Utrecht (ingezonden 8 april 2015).
Antwoord van Minister Steur (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 18 mei 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2014–2015, nr. 2122.
Vraag 1
Kent u het bericht «Utrecht vreest komst Belgische martelsjeik»?1
Vraag 2, 3 en 4
Kunt u aangeven waarom er geen actie is ondernomen tegen de komst van verschillende
islamitische geweldspredikers naar Utrecht?
Begrijpt u de ontstane onrust door de komst van onder meer sjeik Abo Chayma, die in
België is veroordeeld voor marteling tijdens een duivelsuitdrijving?
In hoeverre ziet u de komst van een prediker, die in verband gebracht wordt met de
Hofstadgroep en het ronselen voor de jihad in Syrië en Afghanistan, als gevaar voor
de openbare orde?
Antwoord 2, 3 en 4
Het kabinet is zich er van bewust dat dit onderwerp tot veel vragen leidt en dat dergelijke
evenementen tot onrust kunnen leiden (zoals bijvoorbeeld het geval is geweest rondom
een evenement in Rijswijk in maart). De burgemeester kan voorafgaand aan een bijeenkomst
voorschriften en beperkingen stellen wanneer er sprake is van mogelijke maatschappelijke
onrust en/of openbare orde verstoringen. In de lokale driehoek maken de burgemeester,
politie en het Openbaar Ministerie de afweging of er sprake is van mogelijke lokale
maatschappelijke onrust en/of (potentiële) lokale openbare orde verstoringen, en vervolgens
of er op basis daarvan aanvullende maatregelen genomen moeten worden. De lokale driehoek
in Utrecht heeft op basis van politieonderzoek en na overleg met de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) de conclusie getrokken dat er geen strafrechtelijke
of bestuurlijke grond was om op te treden tegen de stichting alFitrah en de aangekondigde
sprekers. De in het artikel genoemde sjeik Abo Chayma was één van de vijf aangekondigde
sprekers maar hij is niet aanwezig geweest. Eén van de andere genoemde sprekers is
inderdaad genoemd in het onderzoek naar de Hofstadgroep, maar zoals vermeld was er
ten aanzien van deze conferentie geen grond om op te treden tegen de aangekondigde
sprekers.
Vraag 5
Heeft stichting alFitrah een anbi-status? Zo ja, bent u bereid dit fiscale voordeel
te beëindigen?
Antwoord 5
Neen, de stichting alFitrah heeft geen ANBI-status (alle stichtingen die een ANBI-status
hebben, zijn vermeld in een openbaar register dat te raadplegen is via de website
van de Belastingdienst).
Vraag 6
Welke maatregelen bent u voornemens te treffen tegen organisaties die geweldspredikers
(blijven) uitnodigen?
Antwoord 6
Vrijheid van meningsuiting is de essentie van democratie. In een rechtsstaat worden
dergelijke vrijheden voor iedereen beschermd. Het organiseren van een evenement zoals
in Utrecht, is niet verboden en in dit het geval ook niet vergunningplichtig. Echter,
de vrijheid van meningsuiting is niet onbeperkt. Als tijdens een bijeenkomst strafbare
feiten worden gepleegd, zoals het beledigen van personen, opruien, aanzetten tot geweld
of haat tegen bevolkingsgroepen, dan kan strafrechtelijk worden opgetreden. Als blijkt
dat er daadwerkelijk tijdens een evenement sprake is geweest van het aanzetten tot
haat zoals vastgelegd in artikel 137d Wetboek van Strafrecht, dan kan het Openbaar
Ministerie beoordelen of degene die aanzette tot haat moet worden vervolgd, danwel
ook degene die hem bij de strafbare uitingen heeft geholpen (zoals de organisator
of de verstrekker van de locatie).
Vraag 7
Op welke wijze zult u de aanhoudende komst van islamitische geweldspredikers naar
ons land tegengaan?
Antwoord 7
In de brief van het kabinet van 3 maart jl. (vergaderjaar 2014–2015, 29 754, nr. 303) is reeds aangegeven dat uit het buitenland afkomstige visumplichtige sprekers die
in Nederland onverdraagzame, anti-integratieve en/of antidemocratische boodschappen
willen uitdragen en daarmee de openbare orde of nationale veiligheid bedreigen, niet
welkom zijn. Over de nadere invulling van maatregel 20f uit het Actieprogramma Integrale
Aanpak Jihadisme (het weigeren van visa van predikers – uit visumplichtige landen
– die oproepen tot haat en geweld) is uw Kamer recent nog geïnformeerd via de Tweede
Voortgangsrapportage van het Actieprogramma.
Ten aanzien van niet-visumplichtige predikers die oproepen tot haat en geweld is in
de brief van 3 maart gesteld, dat indien zij rechtmatig in het Schengengebied verblijven,
zij beoordeeld kunnen worden op de boodschap die zij tijdens hun verblijf uitdragen.
Zij die een onverdraagzame boodschap uitdragen, zullen daarmee worden geconfronteerd,
eventueel via strafrechtelijke weg, zoals aangegeven in antwoord op vraag 6.
X Noot
1Telegraaf, 8 april 2015