Vragen van het lid Oskam (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het
bericht «Willekeur aanpak growshops» (ingezonden 16 april 2015).
Mededeling van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 mei 2015).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Willekeur aanpak growshops»?1
Vraag 2
Kunt u de in het artikel genoemde cijfers omtrent controle en inbeslagname bevestigen
alsmede actualiseren ten tijde van de beantwoording van deze vragen?
Vraag 3
Hoe beoordeelt en verklaart u de regionale verschillen in de controle alsmede inbeslagname
van professionele kweekbenodigdheden zoals deze worden aangeboden door growshops?
Vraag 4
Wat is de reden dat growshopshouders in nagenoeg alle delen van het land, met uitzondering
van Zeeland, Zuid-West-Brabant en Zuid-Holland, tot op heden met rust worden gelaten
door de politie en het openbaar ministerie (OM)?
Vraag 5
Wat zijn volgens u de risico's van een eenzijdige, regionale aanpak (in plaats van
een landelijke uniforme bestrijding) met het oog op zoals het Landelijk Parket omschreef
«een waterbedeffect en handelaren die met hun kweekspullen uitwijken naar andere regio's»?
Vraag 6
Heeft u signalen dat sinds de inwerkingtreding van de strafbaarstelling voorbereiding
illegale hennepteelt zich een dergelijk effect heeft voorgedaan dan wel uitwijking
naar andere regio's heeft plaatsgevonden van het aanbieden van professionele kweekbenodigdheden?
Wordt ook intensief contact gehouden met onder meer de Belgische en Duitse collega's
om eventuele (wederzijdse) uitwijkingen te monitoren en op te sporen?
Vraag 7
Kunt u aangeven op welke wijze de nationale politie, het OM en andere betrokken instanties
de inwerkingtreding van de wet strafbaarstelling voorbereiding illegale hennepteelt
hebben voorbereid, teneinde een landelijke aanpak te ontwikkelen om de strafbaar gestelde
feiten op te sporen en te vervolgen?
Vraag 8
Op welke wijze wordt bij de handhaving van de wet ook aandacht besteed aan het aanbod
van professionele kweekbenodigdheden (zoals een kweektent) bij grotere tuincentra
alsmede op verkoopsites?
Vraag 9
Wat is de wijze waarop onder meer LTO‚ Nederland,‚ de ‚Raad‚ Nederlandse‚ Detailhandel‚
en‚ de ‚Tuinbranche‚ Nederland zich hebben voorbereid op het wetsvoorstel, alsmede
hier nu rekening mee houden, dat wil zeggen, geen onderzoeksplicht hebben maar volgens
u wel een kritische houding mogen hebben?2
Vraag 10
Hoe beoordeelt u de praktijk dat growshops en andere aanbieders adverteren met de
boodschap dat ook anoniem besteld kan worden? Wat zijn de risico's hiervan en op welke
wijze kan zowel deze wijze van adverteren alsmede het anoniem bestellen volgens u
zoveel mogelijk worden tegengegaan?
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat ook enkel het aanbieden van één specifiek product zoals lampen
of ventilatoren als faciliteren van de illegale hennepteelt kan worden beschouwd door
het OM en mogelijk dus een vervolging kan worden ingesteld?
Vraag 12
Wat is tot op heden de realisatie van uw verwachting dat minder capaciteit van de
politie en het OM nodig is dan nu het geval is, als gevolg van onderhavig wetsvoorstel?3
Vraag 13
Hoe beoordeelt u de vorige vraag in het licht van de bestrijding van het (veronderstelde
toegenomen) aanbod op internet van professionele kweekbenodigdheden?
Vraag 14
In hoeverre is bij de reeds uitgevoerde controles en inbeslagnames ook doorgerechercheerd
op zwaardere en achterliggende vormen van criminaliteit? Kunt u een overzicht geven
van de bevindingen daaromtrent tot op heden en is dat doorrechercheren ook de insteek
voor toekomstige handhaving van de wet voor de politie en het OM?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Oskam (CDA) van uw
Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Willekeur aanpak
growshops» (ingezonden 16 april 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen
worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
1De Persdienst, woensdag 15 april 2015
X Noot
2Zoals aangegeven door de Minister tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van het
wetsvoorstel, Handelingen TK 2012/2013, nr. 67, item 9, blz. 24–42.
X Noot
3Zoals aangegeven door de Minister tijdens de behandeling in de Eerste Kamer van het
wetsvoorstel, Verslag EK 2014/2015, nr. 6, item 4.