Vraag 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
Klopt het dat de personen (naar wie in eerdere berichtgeving wordt gerefereerd als
de heren T. en K.)2, werkzaam waren/zijn voor de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD)?
Zijn dat dezelfde personen als die worden genoemd in het artikel in NRC Handelsblad3?
Kunt u bevestigen dat de twee medewerkers van de MIVD, waarover in het artikel wordt
gesproken, op non-actief zijn gesteld in mei 2007? Zo ja, klopt het bericht ook dat
dit is gebeurd als gevolg van een incident binnen de MIVD tijdens een eerdere missie
in het Midden-Oosten?
Kunt u bevestigen dat de twee in het artikel genoemde personen een bevordering hebben
gekregen nadat ze op non-actief zijn gesteld? Zo ja, kunt u bevestigen dat het in
een van de gevallen gaat om een bevordering tot luitenant-kolonel, zoals in het artikel
genoemd staat?
Klopt het, zoals in het artikel wordt gesteld, dat de twee genoemde personen worden
doorbetaald tot hun pensioen zonder daarvoor werkzaamheden voor de MIVD te verrichten
of verrichten zij nog werkzaamheden voor de MIVD? Zijn de genoemde personen ontslagen
of niet? Wat is hun precieze status met betrekking tot de MIVD?
Klopt het dat de betreffende personen «tot de maximale schaal» worden doorbetaald,
zoals in het artikel wordt gesteld?
Wat is uw reactie op het uitlekken van een schikking met de personen die geheim had
moeten blijven? Had het uitlekken van de schikking voorkomen kunnen worden?
Als de in het artikel genoemde personen zijn ontslagen, hoe is doorbetaling tot hun
pensioen dan gerechtvaardigd?
Bent u bevreesd voor precedentwerking nu twee geheim agenten zonder het vervullen
van enige werkzaamheden voor de MIVD bevorderd zijn en doorbetaald worden tot hun
pensioen?
Kunt u aangeven hoeveel de genoemde personen per jaar betaald krijgen? Wat zijn de
totale kosten voor de doorbetaling tot hun pensionering? Hoeveel is er tot nu toe
al aan de betreffende personen betaald?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
In antwoord op deze vragen verwijs ik u naar het CTIVD toezichtsrapport nr. 25 Inzake
het handelen van de MIVD jegens twee geschorste medewerkers, de brief van 27 augustus
2010 van mijn ambtsvoorganger, dhr. E. van Middelkoop aan uw Kamer in reactie op het
CTIVD-rapport (29 924, nr. 59) en de brief van 6 december 2010 van mijn ambtsvoorganger drs J.S.J. Hillen in antwoord
op schriftelijke vragen over deze kwestie (29 924, nr. 62). Bij de totstandkoming van de oplossing voor het gerezen arbeidsconflict door middel
van een vaststellingsovereenkomst zijn partijen over de inhoud daarvan geheimhouding
overeengekomen. Ik houd mij aan deze afspraak.