Vragen van de leden Van Nispen en Kooiman (beiden SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de rellende Nederlanders in Rome (ingezonden 23 februari 2015).

Antwoord van Minister Van derSteur (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 13 april 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1600

Vraag 1

Deelt u de afschuw over de rellende Nederlanders in Rome?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Zijn volgens u vooraf voldoende maatregelen genomen teneinde dergelijke rellen te voorkomen? Zo ja, welke?

Zijn volgens u de mogelijkheden maximaal benut teneinde vooraf informatie uit te wisselen tussen de diverse betrokken partijen in Nederland en Italië? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Er zijn Europese afspraken met betrekking tot het bestrijden van voetbalgeweld in een internationale context. Deze komen voort uit conventies van de Raad van Europa en de Europese Unie die zijn opgesteld na het Heizeldrama in België (1985). Op basis van deze conventies heeft elk aangesloten land (waaronder Italië en Nederland) een National Football Information Point (NFIP, in Nederland het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme) dat verantwoordelijk is voor de informatiedeling tussen beide landen. Indien beschikbaar wordt er te allen tijde informatie gedeeld met betrekking tot risicosupporters. Ook in dit geval heeft er informatie-uitwisseling plaats gevonden.

De voetbalwedstrijd in Rome viel onder verantwoordelijkheid van de Italiaanse autoriteiten. Het is gebruikelijk dat voor internationale risicowedstrijden er via het NFIP een verzoek gaat richting het land van de uitsupporters om bijstand te leveren, dikwijls in de vorm van zogenaamde «spotters». Dit zijn in dit geval leden van de Nederlandse politie die eventuele doelgroepsupporters kunnen herkennen en, waar nodig, in overleg kunnen treden met deze supporters en de lokale autoriteiten kunnen adviseren. Vanuit de Nederlandse politie waren zes politieambtenaren aanwezig in Rome, die ervaring hebben met de Rotterdamse situatie. Alle operationele werkzaamheden die in Rome door deze politieambtenaren werden uitgevoerd vielen onder verantwoordelijkheid van het gezag aldaar.

Vraag 4

Is bekend of zich tussen de rellende Nederlanders personen bevonden met een stadionverbod?2 Zo ja, om welk type stadionverbod ging het? Welke voorzorgsmaatregelen zijn genomen teneinde te voorkomen dat zij deze uitwedstrijd konden bezoeken?

Antwoord 4

Op dit moment loopt het onderzoek nog naar personen die mogelijk strafbare feiten hebben gepleegd. Vertegenwoordigers van het OM en de Nationale Politie, eenheid Rotterdam, zijn eind februari in Rome geweest om de eerste afspraken te maken over samenwerking op het gebied van identificatie, opsporing en mogelijke vervolging van personen die strafbare feiten hebben gepleegd rondom de voetbalwedstrijd AS Roma-Feyenoord. Het onderzoek, mede aan de hand van beeldmateriaal dat inmiddels van de Romeinse autoriteiten is ontvangen, is in volle gang. In het belang van het onderzoek kunnen hierover geen verder geen mededelingen worden gedaan.

Vraag 5 en 6

Herinnert u zich uw antwoord op mijn vraag in het debat van 27 januari 2015 over de bestrijding van voetbalvandalisme hoe kan worden voorkomen dat Nederlanders met een stadionverbod uitreizen naar Europese uitwedstrijden?3 Bent u nog steeds van mening dat er voldoende mogelijkheden zijn dit voor elkaar te krijgen?

Bent u van mening dat er nu al voldoende mogelijkheden zijn het uitreizen van Nederlanders naar uitwedstrijden te voorkomen? Zo ja, waarom zijn die kennelijk onvoldoende benut? Zo nee, welke aanvullende mogelijkheden ontstaan op grond van die nieuwe wet, waarvan u veel verwacht?

Antwoord 5 en 6

Ja. Het is van belang om – net als in de beantwoording in het debat van 27 januari 2015 – verschillende stadionverboden te onderscheiden.

Een voetbalclub of de KNVB, kan een stadionverbod opleggen dat geldt in het binnen- en buitenland. Dat belet het bezoek aan een stadion (in het buitenland), maar is niet gelijk te stellen aan een uitreisverbod. Wel kan informatie over de persoon aan wie een stadionverbod is opgelegd via het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme aan (buitenlandse) partners worden doorgegeven.

Daarnaast kan de strafrechter een strafrechtelijk stadionverbod of een meldplicht opleggen op grond van artikel 38v Sr voor wedstrijden van een betaald voetbalorganisatie in binnen- en buitenland.

Het wetsvoorstel Aanscherping maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast (Kamerstukken 33 882) voorziet in de wijziging van art. 38v Sr in die zin dat de strafrechter – wanneer het wetsvoorstel in werking is getreden – een gebiedsgebod kan opleggen, zodat een veroordeelde op aangewezen momenten op een aangewezen plaats dient te verblijven en dus niet mag afreizen naar een uitwedstrijd, ook niet naar een uitwedstrijd in het buitenland.

Vraag 7

Zijn aanvullende maatregelen naar uw mening noodzakelijk?

Antwoord 7

Aanvullende maatregelen, naast die welke in het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel Aanscherping maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast zijn voorzien, acht ik niet nodig.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Marcouch en Van Dekken (beiden PvdA), ingezonden 23 februari 2015 (vraagnummer 2015Z03027)


X Noot
1

Rondom de wedstrijd AS Roma–Feyenoord, 19 februari 2015

X Noot
3

Plenair debat 27 januari 2015, tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet en het Wetboek van Strafrecht ter aanscherping van de maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast (33 882).

De heer Van Nispen (SP):

Ik wil graag zeker weten dat ik dit punt goed begrijp. Mijn bezorgdheid betrof niet zozeer gebiedsverboden voor wedstrijden binnen Nederland, maar juist voor uitwedstrijden in Europa. Heb ik nou goed begrepen dat, laten we zeggen, de burgemeester van Eindhoven zelf een gebiedsverbod kan opleggen als PSV uit moet voetballen in Boekarest en daarvoor dus niet hoeft te wachten op een verzoek van de burgemeester uit dat andere land? Dan doel ik dus op een persoon die toch al een gebiedsverbod heeft op grond van een dossier. Geldt de meldplicht die daaraan gekoppeld is dan ook voor die uitwedstrijd binnen Europa?

Minister Opstelten:

Het is iets ingewikkelder. Zo heb ik het ook gezegd. De strafrechter kan dat doen. In Nederland kan de burgemeester het ook samen met een andere burgemeester doen. De KNVB kan het voor iedereen doen. Die kan dus zeggen: die mijnheer komt niet bij wedstrijden van die club, in welk stadion dan ook. De strafrechter kan dat ook als zodanig aangeven. We hebben dus instrumentarium om dat voor elkaar te krijgen. We hebben een heel internationaal netwerk met allemaal National Football Information Points. Dat werkt op zichzelf goed, maar het is gewoon scherp zeilen, zeker als het internationaal is. De heer Van Nispen weet uit ervaring ook dat het belangrijk is dat de politiekorpsen van de beide steden, regio's of landen goed met elkaar informatie uitwisselen. Wat je met elkaar bepaalt, moet ook uitgevoerd en gehandhaafd worden.

Naar boven