Vragen van de leden Van Nispen en Kooiman (beiden SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de rellende Nederlanders in Rome (ingezonden 23 februari 2015).

Mededeling van Minister Blok (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 maart 2015)

Vraag 1

Deelt u de afschuw over de rellende Nederlanders in Rome?1

Vraag 2

Zijn volgens u vooraf voldoende maatregelen genomen teneinde dergelijke rellen te voorkomen? Zo ja, welke?

Vraag 3

Zijn volgens u de mogelijkheden maximaal benut teneinde vooraf informatie uit te wisselen tussen de diverse betrokken partijen in Nederland en Italië? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is bekend of zich tussen de rellende Nederlanders personen bevonden met een stadionverbod?2 Zo ja, om welk type stadionverbod ging het? Welke voorzorgsmaatregelen zijn genomen teneinde te voorkomen dat zij deze uitwedstrijd konden bezoeken?

Vraag 5

Herinnert u zich uw antwoord op mijn vraag in het debat van 27 januari 2015 over de bestrijding van voetbalvandalisme hoe kan worden voorkomen dat Nederlanders met een stadionverbod uitreizen naar Europese uitwedstrijden?3 Bent u nog steeds van mening dat er voldoende mogelijkheden zijn dit voor elkaar te krijgen?

Vraag 6

Bent u van mening dat er nu al voldoende mogelijkheden zijn het uitreizen van Nederlanders naar uitwedstrijden te voorkomen? Zo ja, waarom zijn die kennelijk onvoldoende benut? Zo nee, welke aanvullende mogelijkheden ontstaan op grond van die nieuwe wet, waarvan u veel verwacht?

Vraag 7

Zijn aanvullende maatregelen naar uw mening noodzakelijk?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid van Nispen en Kooiman (beiden SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de rellende Nederlanders in Rome (ingezonden 23 februari 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Rondom de wedstrijd AS Roma–Feyenoord, 19 februari 2015

X Noot
3

Plenair debat 27 januari 2015, tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet en het Wetboek van Strafrecht ter aanscherping van de maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast (33 882).

De heer Van Nispen (SP):

Ik wil graag zeker weten dat ik dit punt goed begrijp. Mijn bezorgdheid betrof niet zozeer gebiedsverboden voor wedstrijden binnen Nederland, maar juist voor uitwedstrijden in Europa. Heb ik nou goed begrepen dat, laten we zeggen, de burgemeester van Eindhoven zelf een gebiedsverbod kan opleggen als PSV uit moet voetballen in Boekarest en daarvoor dus niet hoeft te wachten op een verzoek van de burgemeester uit dat andere land? Dan doel ik dus op een persoon die toch al een gebiedsverbod heeft op grond van een dossier. Geldt de meldplicht die daaraan gekoppeld is dan ook voor die uitwedstrijd binnen Europa?

Minister Opstelten:

Het is iets ingewikkelder. Zo heb ik het ook gezegd. De strafrechter kan dat doen. In Nederland kan de burgemeester het ook samen met een andere burgemeester doen. De KNVB kan het voor iedereen doen. Die kan dus zeggen: die mijnheer komt niet bij wedstrijden van die club, in welk stadion dan ook. De strafrechter kan dat ook als zodanig aangeven. We hebben dus instrumentarium om dat voor elkaar te krijgen. We hebben een heel internationaal netwerk met allemaal National Football Information Points. Dat werkt op zichzelf goed, maar het is gewoon scherp zeilen, zeker als het internationaal is. De heer Van Nispen weet uit ervaring ook dat het belangrijk is dat de politiekorpsen van de beide steden, regio's of landen goed met elkaar informatie uitwisselen. Wat je met elkaar bepaalt, moet ook uitgevoerd en gehandhaafd worden.

Naar boven