Vragen van de leden Oosenbrug en Kerstens (beiden PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de bezoldiging van de directie van Buma/Stemra (ingezonden 13 maart 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 maart 2015)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Buma-directeur probeert beperking salaris tegen te gaan»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 5

Bent u bekend met voornemens van de directievoorzitter van Buma/Stemra om door middel van een juridische procedure te voorkomen dat zijn salaris verlaagd wordt tot het salaris dat een Minister ontvangt? Zo nee, bent u bereid om bij het bestuur van Buma/Stemra na te gaan in hoeverre dit soort plannen bestaan?

Deelt u de mening dat het maximeren van de salarissen bij collectieve beheersorganisaties volledig gelegitimeerd is, aangezien deze organisaties een publieke functie vervullen en een wettelijke basis hebben? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u deze mening proactief aan Buma/Stemra overbrengen?

Wilt u erop toezien dat de beloning van de directie van Buma/Stemra conform de bepalingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) afgebouwd wordt, zodat een groter deel van de geïnde gelden ten goede komt aan de rechthebbende artiesten?

Antwoord 2, 3 en 5

Uit de media heb ik vernomen dat de bestuursvoorzitter van Buma/Stemra voornemens zou zijn om een juridische procedure te starten over de normering van zijn bezoldiging op basis van artikel 25a Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties.

Dit artikel verklaart, onder andere, de norm van de Wet Normering Topinkomens (WNT) van overeenkomstige toepassing op topfunctionarissen van collectieve beheersorganisaties. Daarmee is de wettelijke legitimatie gegeven.

Het toezicht op de naleving van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties is belegd bij het College van Toezicht Auteursrecht- en Naburige Rechten. Sinds 1 juli 2013 houdt het College nauwlettend toezicht op de hoogte van de bezoldiging van de directie en de overige topfunctionarissen van Buma/Stemra en andere collectieve beheersorganisaties. Het College heeft de bevoegdheid daartoe, zo nodig, een aanwijzing te geven of een last onder dwangsom op te leggen, wanneer onvoldoende opvolging aan een dergelijke aanwijzing wordt gegeven.

Vraag 4

Ziet u enige reden dat een ministerssalaris te laag zou zijn voor het leiding geven aan een collectieve beheersorganisatie als Buma/Stemra?

Antwoord 4

De beperking van de bezoldiging is destijds tot stand gekomen naar aanleiding van een amendement dat door het lid Heijnen (PvdA) is ingediend tijdens de behandeling van de WNT in de Tweede Kamer (Kamerstukken 2011/2012, 32 600, nr. 30). Tijdens het Algemeen Overleg van de Tweede Kamer van 7 december 2011 bleek dat dit een breed gedragen wens van de Tweede Kamer was. Dit gelet op de maatschappelijke functie die collectieve beheersorganisaties vervullen bij het verdelen van gelden van rechthebbenden en de berichten in de media over de problemen bij collectieve beheersorganisaties en de salariëring van hun bestuurders (Kamerstukken 2011/2012, 29 838, nr. 46). Ook hebben de leden Jaspers (SP) en Peters (GroenLinks) kamervragen gesteld over de hoogte van de ontslagvergoeding van de destijds terugtredende directie van Buma/Stemra (Kamerstukken 2011/2012, Aanhangsel van de Handelingen, 2154). Naar aanleiding daarvan is artikel 25a Wet toezicht tot stand gekomen, dat tevens een overgangsregime bevat voor bestaande arbeidsovereenkomsten. Ik zie geen aanleiding daar thans op terug te komen.


X Noot
1

3voor12.vpro.nl

Naar boven