Vragen van het lid Oosenbrug (PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de overheid gegevens van miljoenen burgers aan de Mormonen heeft verstrekt (ingezonden 25 oktober 2012).

Nader antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 23 maart 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 788. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 581.

Vraag 1

Kent u het bericht «Overheid gaf mormonen gegevens van miljoenen burgers»?1 Kent u de persverklaring van het Centraal Bureau voor Genealogie over verfilming van persoonskaarten?2

Vraag 2

Is het waar dat het Centraal Bureau voor Genealogie in de samenwerking met de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (Mormonen) privacywetgeving heeft overtreden? Zo ja, welke overtredingen zijn concreet begaan en op welke wijze kan daarmee de persoonlijke levenssfeer van burgers zijn geschonden? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Vraag 3

Kan het verstrekken van persoonsgegevens over overleden personen, zoals gegevens over detentie, medische achtergrond of inkomenssituatie) ook de persoonlijke levenssfeer van nog levende nabestaanden schenden? Zo ja, op welke wijze en hoe verhoudt zich dit tot uw eerdere antwoord dat de bescherming van de persoonsgegevens zich niet uitstrekt tot overleden personen?3 Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Zijn er gegevens aan de Mormonen verstrekt die ten tijde van die verstrekking wel,, maar onder de huidige privacywet- en regelgeving niet meer verstrekt hadden mogen worden? Zo ja, welke gegevens zijn dit en waarin is de wet- en regelgeving sinds die verstrekking veranderd?

Vraag 5

Kunnen burgers, behalve de Mormonen, ook het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag dan wel de rechtspersoon waaronder het bureau valt, aansprakelijk stellen voor aantasting van de persoonlijke levenssfeer? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Is het mogelijk om de ten onrechte verstrekte gegevens van de Mormonen terug te vragen? Ja, op welke juridische basis en gaat u de gegevens terugvragen? Zo nee, waarom niet en hoe kunt u dan zeker weten dat de door de Mormonen opgeslagen stukken wel (al dan niet in kopie) terugkomen indien deze vanwege een calamiteit in Nederland verloren zijn gegaan?

Vraag 7

Bestaat er een overeenkomst tussen het Centraal Bureau voor Genealogie en de Mormonen? Zo ja, wat is de exacte inhoud daarvan? Zo nee, op grond waarvan zijn er afspraken tussen beide partijen gemaakt?

Vraag 8

Deelt u de mening dat het vaststellen dat genoemde informatie in de praktijk niet openbaar toegankelijk is onvoldoende is om vast te stellen dat de privacy van betrokkenen gewaarborgd is? Zo ja, wat kunt u doen om die privacy alsnog te garanderen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

In hoeverre verhoudt de vrijheid van godsdienst van de Mormonen (om mensen ongevraagd postuum te dopen) zich tot de vrijheid van godsdienst van mensen die niet onder een andere religie gedoopt willen worden of helemaal niet gedoopt willen worden?

Nader antwoord

Door middel van deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de onderhandelingen die zijn gevoerd tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, FamilySearch (organisatie van de mormoonse kerk) en het Centraal Bureau voor Genealogie CBG) over de toegang tot persoonskaarten die in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn verfilmd en opgeslagen door de mormoonse kerk. Ik zal in deze brief op hoofdlijnen ingaan op de inhoud van een overeenkomst die ik in dit kader met de genoemde partijen heb gesloten in maart 2015.

Het lid Oosenbrug (PvdA) stelde op 25 oktober 2012 vragen over op Nederlandse persoonskaarten vastgelegde gegevens die in de jaren zeventig door het CBG aan de Genealogical Society zijn verstrekt (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 788). In de periode 1973–1978 zijn de persoonskaarten van personen die zijn overleden tussen 1940 en 1973 verfilmd door de mormonen. Zij beschikten op dat moment over de technische mogelijkheden van verfilming. Op grond van de toen gemaakte afspraken heeft het CBG een gefilmde kopie van de persoonskaarten verkregen. Een tweede film werd, zoals toentertijd overeengekomen, opgeslagen door de Genealogical Society in een bewaarplaats in de Rocky Mountains, even buiten Salt Lake City in de Verenigde Staten.

In antwoorden op de bovengenoemde Kamervragen heb ik op 10 december 2012 laten weten van plan te zijn de aard en omvang van de mogelijke publieke beschikbaarheid van de persoonskaarten in de archieven van FamilySearch in Utah nader te verifiëren, en op basis daarvan, indien nodig, tot een duurzame oplossing te komen om veilig te stellen dat toegang tot de persoonsgegevens ook in de toekomst beperkt blijft. Ik heb hierbij toegezegd u hierover nader te informeren.

Na deze toezegging zijn vertegenwoordigers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in onderhandeling getreden met FamilySearch en het CBG. Door FamilySearch is bevestigd dat de film niet toegankelijk is voor het publiek. Desalniettemin heb ik toch ingezet op het maken van afspraken door middel van een overeenkomst met FamilySearch en het CBG over de beperking van de toegang tot deze persoonsgegevens. Op mijn verzoek is FamilySearch bereid gebleken dit juridisch vast te leggen in een overeenkomst en bereid gevonden ook bepaalde zekerheden te verstrekken, waarvan ik hieronder enkele belicht.

Met de gesloten overeenkomst is juridisch vastgelegd dat toegang tot de gegevens ook in de toekomst zo goed als uitgesloten blijft. In dit kader is met FamilySearch onder meer overeengekomen dat de gegevens voor niemand toegankelijk zijn, ook niet voor eigen personeel of hulppersonen van FamilySearch (met uitzondering van archivarissen van FamilySearch in het kader van hun archiveringstaak). FamilySearch zal geen kopieën of bewerkingen van de gegevens maken. Tevens is bepaald dat de gegevens bewaard blijven op de huidige locatie (Granite Mountain Records Vault, Rocky Mountains) en deze niet zonder toestemming van de Staat en het CBG kunnen worden verplaatst. De gegevens mogen door FamilySearch niet worden gebruikt voor welk doeleinde dan ook. Het CBG en de Staat kunnen desgewenst de bewaring ter plekke onderzoeken. Voor het geval FamilySearch de overeenkomst toch niet zou nakomen is voorzien in een boeteregeling. Ten slotte is relevant dat FamilySearch rechten en verplichtingen uit de overeenkomst niet zonder toestemming van de Staat en het CBG aan derden kan overdragen.

Gelet op hetgeen is overeengekomen en op de gebleken inzet en wil van FamilySearch tijdens het proces van onderhandelingen is naar mijn mening een duurzame oplossing over de toegang tot de betreffende gegevens bereikt.

Naar boven