Vraag 2 en 3
Is het waar dat al gedurende langere tijd overheidsinstanties samenwerken met genoemde
religieuze groepering bij de digitalisering van bestanden? Zo ja, sinds wanneer en
op welke schaal? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid?
Kunt u uiteenzetten hoe de samenwerking tussen overheidsinstanties en genoemd kerkgenootschap
zich verhoudt tot de waardevrije vervulling van de publieke taak en de bescherming
van persoonsgegevens?
Antwoord 2 en 3
De publieke taak van de archiefbewaarplaatsen is vastgelegd in de Archiefwet 1995
(Aw). Op grond van artikel 17 van de Aw stelt de beheerder van de archiefbewaarplaats
de archieven aan de verzoeker ter raadpleging of gebruik. Op grond van artikel 14
van de Aw heeft eenieder het recht om de openbare archiefbescheiden kosteloos te raadplegen
en daarvan afbeeldingen, afschriften, uittreksels en bewerkingen te maken of op zijn
kosten te doen maken.
De archiefbewaarplaatsen hebben voor bezoekers faciliteiten om de archiefbescheiden
te kunnen raadplegen en te (laten) kopiëren. Deze faciliteiten kunnen gaan van een
aparte tafel in de studiezaal voor het maken van (digitale) foto’s tot het ter beschikking
stellen van een ruimte voor (groeps)onderzoek of digitaliseren van grote aantallen
archiefstukken.
Indien een bezoeker kopieën van een groot aantal archiefstukken wil maken, kan het
praktisch zijn om aparte faciliteiten te organiseren, om andere bezoekers van de studiezaal
zo min mogelijk te storen.
De samenwerking met de mormonen moet vanuit dat oogpunt worden bezien. Daarnaast leveren
de mormonen een tegenprestatie in de vorm van een exemplaar van de gedigitaliseerde
bestanden. Met die gedigitaliseerde bestanden kan een archiefdienst andere bezoekers
van dienst zijn, bijvoorbeeld bij het maken van stambomen. Gebruikers van archieven
leveren wel vaker een tegenprestatie in de vorm van gratis kopieën.
Sinds de jaren vijftig maken de mormonen kopieën in de vorm van microfilms en/of digitale
afbeeldingen van openbare bestanden die in de archiefbewaarplaatsen berusten, zoals
de kerkelijke doop, trouw en begraafboeken, militaire stamboeken en burgerlijke standregisters.
Er is geen compleet overzicht van bij welke archiefbewaarplaatsen wanneer mormonen
afschriften hebben gemaakt van deze bestanden en op welke schaal, noch van instellingen.
De bescherming van de persoonsgegevens strekt zich niet uit tot overleden personen
(cf de Wbp). Archiefstukken met gegevens van (mogelijk) nog levende personen zijn
beperkt openbaar. Bezoekers moeten in die gevallen aan bepaalde voorwaarden die vastliggen
in de Wbp voldoen om de stukken te kunnen raadplegen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat digitalisering van overheidsarchieven niet in handen van belanghebbende
derde partijen gelegd zou mogen worden? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u daaraan
gevolg geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het digitaliseren van overgedragen overheidsarchieven gebeurt meestal door de archiefinstellingen
zelf. De Aw biedt geen juridische grond om derden ervan te weerhouden digitale kopieën
te maken van openbare archieven. Digitalisering van erfgoed, waaronder archieven,
is een kostbare en tijdrovende zaak. Als derde partijen aanbieden daarbij te helpen
kan het voor erfgoedinstellingen interessant zijn daarop in te gaan. Publiek-private
samenwerking die leidt tot een betere ontsluiting van (overheids)informatie kan positief
zijn. Derhalve deel ik niet de mening dat digitalisering per definitie niet door derden
gedaan kan worden.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat burgers postuum betrokken raken bij religieuze
handelingen van derden? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om dat te voorkomen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Daar heb ik geen mening over. Ik zal geen maatregelen nemen om dit te voorkomen vanwege
de vrijheid van godsdienst. De religieuze handelingen leiden niet tot een aantasting
van de persoonlijke levenssfeer. Wie meent in de persoonlijke levenssfeer te zijn
aangetast, staat het vrij de betreffende religieuze groepering daarvoor aansprakelijk
te stellen bij de civiele rechter.