Vragen van de leden RudmerHeerema en Van ’t Wout (beiden VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht «Mug met virus groeit hard in poldermoeras» (ingezonden 6 februari 2015).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken (ontvangen 4 maart 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Mug met virus groeit hard in poldermoeras»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is het huidige beleid om de verspreiding van ziekten door muggen die gevaarlijk zijn voor mens of dier te voorkomen en te monitoren?

Antwoord 2

De steekmuggen die op dit moment in Nederland voorkomen, spelen nog geen rol van betekenis in de verspreiding van infectieziekten onder mens of dier. Zowel wereldwijde als regionale veranderingen kunnen deze situatie in de toekomst mogelijk veranderen.

Het huidige beleid heeft als voornaamste onderdelen de signalering van ziekten die door muggen worden overgedragen op mens en dier, het verzamelen van gegevens over het verspreidingspatroon van inheemse en exotische muggen en het, indien nodig, bestrijden van exotische muggen.

Voor mijn beleid om de introductie van exotische muggen in Nederland te voorkomen verwijs ik naar mijn brief van 25 juni 2013 (Kamerstuk 32 793, nr. 96). In het verlengde van dit beleid heb ik het RIVM gevraagd om in samenwerking met het Centrum Monitoring Vectoren van de NVWA spoedig te adviseren over de problematiek, de mogelijkheden voor interventie en knelpunten ten aanzien inheemse muggen.

Vraag 3

Hoe beschouwt u de recente ontwikkelingen en in het bijzonder het oprukken van diverse soorten muggen vanaf het Afrikaanse continent? Bent u bekend met de oorzaken hiervan? Zo ja, wat zijn deze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee, ik ben niet bekend met het recent oprukken van muggen vanaf het Afrikaanse continent. Van situaties waarbij Afrikaanse vectoren oprukken of een bedreiging vormen voor de volksgezondheid is mijns inziens vooralsnog geen sprake. Wel is het langer bekend dat via importstromen van bijvoorbeeld gebruikte banden exotische muggen in Nederland terecht komen. Door het Centrum Monitoring Vectoren van de NVWA wordt daarop gemonitord en zo nodig wordt er bestreden. De uitbreiding van het leefgebied in het buitenland van steekmuggen, knutten en teken onder invloed van klimaatsverandering wordt in de monitoring ook nauwlettend gevolgd door het Centrum Monitoring Vectoren en het RIVM.

Vraag 4

Deelt u de u de risico's van het West-Nijlvirus en van de knokkelkoorts zoals geschetst in het artikel? Zo ja, hoe gaat u hiermee om? Zo nee, waarom niet? Vindt u dit risico acceptabel voor de volksgezondheid in Nederland?

Antwoord 4

Nee, de risico’s zoals in het artikel omschreven, deel ik niet. De muggensoorten die het West-Nijl virus kunnen overdragen komen namelijk al overal in Nederland in grote getalen voor. Vernattingsprojecten, zullen dan ook niet tot een gewijzigde inschatting leiden van risico’s voor West-Nijl virus.

Voor wat betreft knokkelkoorts komen de muggen die dat overbrengen niet voor in de vernattingsgebieden. En de muggen die in vernattingsgebieden voorkomen, kunnen geen knokkelkoorts overbrengen.

Desalniettemin neem ik het knokkelkoortsvirus en de exotische muggen die dit wel kunnen overbrengen serieus. De introductie van deze muggen (zoals de tijgermug en de gelekoortsmug), monitoren we sinds 2009 uitvoerig en deze worden bestreden wanneer ontdekt. Berichtgeving die de tijgermug in verband brengt met West-Nijl virus is foutief, de tijgermug is zeker geen drijvende kracht achter een W West-Nijl virus-epidemie.

Vraag 5

Bent u op de hoogte van de bestrijdingsrisico's en is Nederland voldoende voorbereid? Zo ja, welke maatregelen zijn er genomen om de komst en verspreiding van deze muggen in Nederland te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Zie mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 6

Bent u van plan een onderzoek in te stellen om vast te stellen in hoeverre vernatting van natuurgebieden daadwerkelijk leidt tot meer muggen en dus ook tot muggen met ziekten als de knokkelkoorts? Zo nee, waarom niet? Op welke manier waarborgt u dat de natuur niet bijdraagt aan risico's voor de volksgezondheid?

Antwoord 6

Zie mijn antwoord op vraag 4. Verder heeft onderzoeksinstituut Alterra in 2009 reeds in opdracht van het Ministerie van EZ onderzoek gedaan naar de effecten van vernatting op de muggenstand (Verkenning van de steekmuggen en knuttenproblematiek bij klimaatverandering en vernatting; Alterra rapport nr. 1856). Daarnaast is er zeer recent in het Verenigd Koninkrijk onderzoek gedaan naar vectoren en vernatting van natuurgebieden en welke strategieën kunnen worden ontwikkeld om de volksgezondheidsrisico’s te verminderen. Uit deze onderzoeken komt naar voren dat met het creëren van nieuwe waterrijke gebieden nieuwe broedplaatsen voor muggen ontstaan, maar dat dit niet automatisch zal leiden tot overlast of een volksgezondheidsrisico.

Om de muggen- en knuttenpopulatie te kunnen voorspellen en beheersen, is in 2011 door Alterra een leidraad ontwikkeld voor terreineigenaren. Deze leidraad is bedoeld voor planvormers, inrichters en terreinbeheerders die betrokken zijn bij voorbereiding, uitvoering of begeleiding van projecten waarbij vernatting aan de orde is. De provincies, verantwoordelijk voor het natuurbeleid, kunnen draagvlak creëren onder terreinbeheerders en zorgen dat de leidraad wordt geïmplementeerd in het beheer.

Het RIVM werkt op dit moment in samenwerking met het Centrum Monitoring Vectoren van de NVWA aan een beleidsadvies over de inheemse muggenbestrijding. Zij neemt in het verlengde daarvan de connectie mee met de leidraad van Alterra om te komen tot een leidraad voor het risicomanagement van muggen ten behoeve van de volksgezondheid.

Vraag 7, 8, 9

Hoeveel moerasachtig gebied waar de mug goed gedijt is er aanwezig in Nederland en hoeveel moerasachtig gebied bent u nog voornemens toe te voegen? Acht u dit geen risico voor de volksgezondheid zoals beschreven wordt in het artikel?

Kunt u een inschatting geven hoe groot de mogelijke risico’s voor de volksgezondheid zijn die de overheid neemt door het vernatten van natuur? Worden mogelijke risico’s voor de volksgezondheid meegewogen als argument om natuur al dan niet te vernatten? Zo nee, waarom niet?

Indien risico’s voor de volksgezondheid niet meegewogen worden als argument om natuur al dan niet te vernatten, kunt u dan toezeggen om deze risico’s voortaan op te nemen in de het afwegingskader? Zo nee, waarom vindt u dat de mogelijke gezondheidsrisico’s voor onze inwoners van ondergeschikt belang zijn ten opzichte van het vernatten van natuur?

Antwoord 7, 8, 9

Sinds de decentralisatie van het natuurbeleid is het uitbreiden van moerasgebied in Nederland een taak van de provincies in het kader van het realiseren van het natuurnetwerk Nederland.

De opgaven die provincies hebben in het kader van waterberging of het natuurbeleid kan niet eenvoudig en zinvol worden doorvertaald naar een toename van toekomstige volksgezondheidsrisico. Bovendien is muggenoverlast niet synoniem met moerasachtig gebied; veel overlast staat geheel los van vernatting. Het onderzoek van Alterra uit 2009 geeft aan dat ook zonder natuurontwikkeling, de kans op meer muggen in Nederland zal toenemen.

Reeds genoemde en ingezette studies van Alterra, het RIVM en het Centrum Monitoring Vectoren hebben tot doel om een vinger aan de pols te houden en aanbevelingen te doen, ook richting provincies en terreinbeheerders, ten aanzien van de risico’s, of dat nu toename van muggen of ziekten betreft. Aangezien er geen actuele ziektelast ten gevolge van muggen wordt geconstateerd, wacht ik verdere adviezen van het RIVM over eventuele effecten ten aanzien van gezondheidsrisico’s hieromtrent af.


X Noot
1

De Telegraaf, 29 januari 2015: «Mug met virus groeit hard in poldermoeras; Broedplaatsen in Nederland nemen toe»

Naar boven