Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over suïcidepogingen in de gesloten gezinslocaties in Zeist (ingezonden 10 december 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 februari 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 985.

Vraag 1 t/m 7

Klopt het dat sinds de opening van de gesloten gezinslocatie in Zeist, 1 oktober jl., er verschillende suïcidepogingen zijn ondernomen? Kunt u aangeven hoeveel dit er zijn geweest?

Wat gebeurt er met ouders die een poging tot zelfdoding ondernemen? In hoeverre worden ook de gezinnen, en in het bijzonder de kinderen, professioneel opgevangen en ondersteund?

In hoeverre worden de gevolgen voor kinderen gemonitord?

Zijn suïcidale vreemdelingen vanuit de gesloten gezinslocatie al uitgezet? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het hier? Zijn er voorwaarden verbonden aan deze uitzettingen? In hoeverre worden de belangen van kinderen gewaarborgd wanneer zij uitgezet worden, in het bijzonder wanneer één of beide ouders suïcidaal is?

Is onderzocht waarom er in korte tijd zoveel suïcidepogingen zijn ondernomen op deze locatie? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit onderzoek? Zo nee, bent u alsnog bereid dit te onderzoeken?

Welke maatregelen zijn er ondernomen teneinde het aantal suïcidepogingen terug te dringen?

Klopt het tevens dat gezinnen soms gescheiden worden getransporteerd naar de gesloten gezinslocatie? Waarom vinden deze gescheiden transporten plaats? Deelt u de mening dat dergelijk gescheiden transporten, in het bijzonder voor kinderen, als zeer belastend worden ervaren? Kunt u toezeggen dat dergelijke gescheiden transporten niet langer plaats zullen vinden?

Antwoord 1 t/m 7

Vreemdelingenbewaring wordt voor gezinnen met minderjarige kinderen alleen nog toegepast als het gezin niet zelfstandig heeft willen vertrekken vanaf bijvoorbeeld een gezinslocatie met hulp en ondersteuning van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), het vertrek binnen in beginsel twee weken mogelijk is én een reëel risico bestaat dat het gezin zich aan vertrek zal onttrekken. Juist in het belang van het kind heb ik met instemming van uw Kamer in oktober 2014 de voorlopige gesloten gezinsvoorziening in Zeist geopend die de familie-afdeling in detentiecentrum Rotterdam heeft vervangen.1

Er wordt naar gestreefd om binnen de kaders van bewaring een zo normaal mogelijk gezinsleven te bieden, waarbij specifiek aandacht is voor de situatie van het kind en waar kinderen en hun ouders, zoveel als mogelijk bewegingsvrijheid wordt geboden.

Uitgangspunt is dat gezinnen bij elkaar blijven, op de locatie maar ook tijdens het vervoer van en naar de gesloten gezinsvoorziening. Mocht gescheiden vervoer noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld als een gezinslid tijdens het vervoer een mogelijk gevaar vormt, dan wordt altijd gezorgd dat het gezin zo snel mogelijk weer samen wordt gebracht.

Voor de gezinnen die naar de gesloten gezinsvoorziening gaan, geldt dat medische gegevens van de gezinsleden worden overgedragen via het protocol van het Gezondheidscentrum Asielzoekers. Andere relevante informatie wordt verzameld via het Lokaal Terugkeer Overleg en door de regievoerder van de DT&V.

Gezinnen krijgen bij binnenkomst op de gesloten gezinsvoorziening direct een intake door de medische dienst. Verpleegkundigen, een huisarts en psycholoog zijn in de voorziening aanwezig. Een psychiater is op afroep beschikbaar. Iedere ochtend bespreekt het begeleidend en toezichthoudend personeel hoe het gaat met de aanwezige gezinnen en in het bijzonder de kinderen. Tevens besteden de medewerkers van zowel DJI als COA waar nodig extra aandacht aan het welzijn van het gezin, zoals het bieden van een luisterend oor of het aanbieden van activiteiten gericht op sociale interactie. Als een kind moeite heeft met een situatie die de ouder betreft of als het kind zelf een (zorg)vraag heeft, is er dus adequate ondersteuning voorhanden.

Tot op heden hebben zich op de gesloten gezinsvoorziening enkele situaties voorgedaan waarbij extra zorg is verleend of waarin preventieve maatregelen zijn genomen. Dit betrof onder meer het plaatsen onder observatie van iemand, nadat deze zich suïcidaal had uitgelaten, een medische controle na inname van een hoeveelheid afwasmiddel en een kortdurende voedsel- en vochtweigering. In één geval heeft een vreemdeling zichzelf licht verwond. Het betreft volgens het incidentenprotocol geen suïcidepogingen. Wel zijn mensen onder observatie geplaatst en zijn extra medisch toezicht en controles ingezet. In deze situaties is adequaat gereageerd en de benodigde zorg geleverd. Deze situaties gaven geen aanleiding om de bewaring op te heffen of om de uitzetting niet door te laten gaan.


X Noot
1

Kamerstukken 19 637, nrs. 1827 en 1896

Naar boven