Vragen van het lid Rog (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Internationaal verdrag botst met leenstelsel» (ingezonden 12 september 2014).

Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 26 september 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Internationaal verdrag botst met leenstelsel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het kabinet in strijd met het internationale verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van de Verenigde Natie het hoger onderwijs duurder maakt in plaats van geleidelijk kosteloos?

Antwoord 2

Nee. Er is geen sprake van strijdigheid met het verdrag zolang de toegankelijkheid van het hoger onderwijs is geborgd.

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat het kabinet overweegt het internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van de Verenigde Naties niet in werking te laten treden omdat op basis van dit verdrag het onderwijs juist geleidelijk kosteloos moet worden gemaakt?

Antwoord 3

Nee. Het verdrag inzake economische, sociale en culture rechten is reeds in 1969 door Nederland ondertekend alvorens het in 1978 door het kabinet Van Agt geratificeerd is. Ik zie geen enkele aanleiding noch heb ik enige behoefte de werking van dit verdrag dat reeds vele decennia in werking is ter discussie te stellen.

Vraag 4

Kunt u tevens bevestigen dat de regering advies inwint over de gevolgen van de inwerkingtreding van dit verdrag voor de plannen ten aanzien van het afschaffen van de basisbeurs?

Antwoord 4

Nee. Het verdrag is reeds inwerking getreden. Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Kunt u aangeven wat de noodzaak is van het schrappen van de basisbeurs voor het behouden van de kwaliteit van het onderwijs zoals wordt gevraagd door dit verdrag?

Antwoord 5

De invoering van het studievoorschot maakt een kwaliteitsimpuls in het hoger onderwijs mogelijk. Op die manier kan, langs de lijnen van het advies van de commissie Veerman2, worden gekomen tot een meerkleurig bestel van hoge kwaliteit, waarin de onderwijsinstellingen zich duidelijk kunnen profileren.


X Noot
2

Differentiëren in drievoud, Advies van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel (Commissie Veerman), april 2010, Kamerstukken II 2009/10, 31 288, nr. 96.

Naar boven