Vragen van de leden Hamer en Yücel (beiden PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat werkloze allochtone jongeren niet worden bereikt (ingezonden 25 november 2013).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 24 december 2013).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «Alarm over werkloze allochtonen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In hoeverre klopt het door jongerenwerkers geschetste beeld dat een aanzienlijke groep werkloze allochtone jongeren nu niet wordt bereikt? Kunt u, bij benadering, aangeven hoe groot deze groep is?

Antwoord 2

Het aandeel jongeren dat geen werk heeft, geen onderwijs volgt en geen uitkering heeft, maar wel beschikbaar is of zou moeten zijn voor de arbeidsmarkt lijkt op grond van de beschikbare gegevens landelijk gezien vrij beperkt. Op basis van het CBS-onderzoek «Participatiepotentieel 2011» zou het gaan om ongeveer 1,2% van alle jongeren.2 Onder allochtone jongeren in de G4 is dit aandeel waarschijnlijk beduidend hoger dan onder autochtone jongeren. Zo zou volgens het RWI in de G4 het aandeel migrantenjongeren zonder werk, onderwijs of uitkering bijna 6 maal hoger liggen dan bij autochtone jongeren (18% versus 3%).3 Ook de werkloosheid onder migrantenjongeren is duidelijk hoger (28,4% versus 9,8% in 2012).4

Het grootste deel van de jongeren, ook het merendeel van de werkzame en werkzoekende jongeren, zit op school. In 2012 was 74% van het totaal aantal autochtone jongeren en 79% van de niet-westerse migrantenjongeren onderwijsvolgend.5 Migrantenjongeren doen het steeds beter in het onderwijs. Ze zijn vaker hoog opgeleid, doen het beter in het beroepsonderwijs en de afgelopen jaren is de voortijdig schooluitval onder allochtonen jongeren afgenomen (6,6% naar 4,8% sinds 20056). Verder zoeken niet alle werkzoekende jongeren die niet op school zitten hulp van de overheid. Veel jongeren maken gebruik van hun netwerk of van uitzendorganisaties.

Vraag 3

Welke maatregelen gaat u nemen om te zorgen dat deze jongeren niet thuiszitten maar hun weg vinden naar een stage, leerwerkbaan of baan? Kunt u in het verlengde daarvan aangeven hoe het staat met de uitvoering van de motie Hamer/Van Weyenberg die de regering daartoe verzoekt?7

Antwoord 3

Ik deel de zorg en urgentie van de jongerenwerkers over de hoge jeugdwerkloosheid onder bepaalde groepen jongeren, zoals jongeren zonder startkwalificatie of migrantenjongeren. Het kabinet geeft dan ook met diverse maatregelen uitvoering aan de motie van de leden Hamer en Van Weyenberg. Binnen het kabinetsbeleid en specifiek binnen de Aanpak Jeugdwerkloosheid zijn generieke maatregelen genomen, waarvan ook allochtone jongeren kunnen profiteren. Zo is er aandacht voor jongeren met een laag opleidingsniveau, onder wie veel allochtone jongeren.

Ook stimuleert het kabinet de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt onder andere met het programma School Ex 2.0 om jongeren op MBO niveau 1 en 2 te motiveren om door te leren. Juist op deze niveaus zijn allochtone jongeren oververtegenwoordigd die belang hebben bij persoonlijke begeleiding.

Daarnaast worden zowel landelijk als regionaal veel initiatieven genomen om de positie van allochtone jongeren op de arbeidsmarkt te verbeteren, waaronder:

  • Projecten voor vroegtijdige verbetering van de beroepsoriëntatie en studiekeuze voor jongeren (en hun ouders) zoals JINC, KIX en Champs on Stage.

  • Maatregelen gericht op mentoring en coaching, zoals Link2work (een samenwerking van SZW, SER, VNO-NCW en de vakbonden) en de Buzinezzclub.

  • Verbeteren van de toegang voor allochtone jongeren tot (opleidingen voor) sectoren als techniek, zorg en defensie. Daarbij is ook aandacht voor verbeteren van de beeldvorming.

Bijzondere aandacht voor allochtone jongeren is opgenomen in de opdracht aan Mirjam Sterk, de Ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid. De ambassadeur is dan ook bij veel van deze initiatieven betrokken en ondersteunt goede aanpakken bij de uitrol naar andere gemeenten.

Ook start zij op 9 december met Link2work. Een aanpak samen met de SER, werkgevers en vakbonden en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam, waarbij werkgevers en jongerenorganisaties via een train-de-trainer-aanpak minder kansrijke jongeren gaan ondersteunen in hun benadering van de arbeidsmarkt. Verder is de ambassadeur aan het werk met werkgevers uit de techniek en defensie om de toegang van migrantenjongeren tot deze sectoren te verbeteren.

Vraag 4

Kunt u de antwoorden op deze vragen voor de plenaire behandeling van de begroting van uw ministerie voor het jaar 2014 aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 4

Nee, voor beantwoording was langer de tijd nodig.


X Noot
2

Gebaseerd op gegevens uit het CBS-onderzoek «Participatiepotentieel 2011»: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/0A0F6418-10DA-4863-9C0D-5B32159B5FB2/0/20114201.pdf

X Noot
3

RWI (2009): «Geen baan, geen school, geen uitkering» (p. 10 en 13). Vergeleken zijn niet-westerse allochtonen mannen met autochtone mannen van 15–24 jaar.

X Noot
5

CBS StatLine, jaarcijfers 2012 naar herkomst voor het aantal onderwijsvolgenden 15 tot 25 jaar als percentage van het totaal aantal 15 tot 25-jarigen. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71976NED&D1=0&D2=0–1&D3=0,23,26&D4=l&HD=131202-1809&HDR=T,G2&STB=G1,G3

X Noot
6

Ministerie van OCW, VSV-Atlas; Totaaloverzicht Nederland. Aanval op schooluitval, Convenantjaar 2011–2012 definitieve cijfers», tabel 15 op p. 33 http://www.aanvalopschooluitval.nl/userfiles/file/2013/VSV-Atlas2013.pdf

X Noot
7

Kamerstuk 29 544, nr. 457

Naar boven