Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over armoede en de toenemende vraag naar schuldhulpverlening (ingezonden 22 augustus 2013).

Antwoord van staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 25 september 2013)

Vraag 1

Wat is uw reactie op de thema-uitzending van EenVandaag over armoede?1

Antwoord 1

Zoals ik in de uitzending al heb aangegeven is effectief armoede- en schuldenbeleid – zeker in deze moeilijke economische tijd – van groot belang. Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor dit beleid en het kabinet helpt hen hierbij. Dit doet het kabinet door extra middelen ter beschikking te stellen, maar bijvoorbeeld ook door kennisuitwisseling te faciliteren.

Vraag 2

Wat is uw reactie op de zorgen die Joke de Kock, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), uit in de uitzending over de groeiende groep mensen in de schuldhulpverlening met inkomen uit arbeid? Welke specifieke maatregelen gaat u nemen om deze problemen op te lossen?

Antwoord 2

Het klopt dat tegenwoordig steeds meer mensen met een inkomen uit arbeid een beroep moeten doen op de schuldhulpverlening. Een «life event», zoals een scheiding en/of het niet kunnen verkopen van een huis, kan er toe leiden dat het water bij mensen aan de lippen staat. Het is dan ook erg belangrijk dat iedereen zijn huishoudboekje op orde heeft en bij een financiële tegenslag zijn uitgavenpatroon snel aanpast.

Zoals ik de Tweede Kamer op 3 juli jl. (TK 2012–2013, 24 515, nr. 265) heb laten weten, zet ik stevig in op preventie en vroegsignalering van (problematisch) schulden. Voor de groep mensen met een inkomen uit arbeid is de werkgever iemand die in een vroeg stadium kan signaleren dat iemand financieel in zwaar weer verkeert. Een werkgever heeft bijvoorbeeld weet van een loonbeslag, krijgt een verzoek om een voorschot, een lening of om meer uren te mogen werken of krijgt te maken met meer ziekteverzuim. Er vinden momenteel gesprekken plaats tussen mijn ministerie, Divosa, Nibud en Wijzer in Geldzaken, en afzonderlijk met enkele werkgevers, over mogelijke acties waarmee werkgevers ondersteund kunnen worden hun signalerende functie in deze maximaal in te zetten.

Vraag 3

Wat is uw reactie op de zorgen die Joke de Kock uit in de uitzending over de staat van de schuldhulpverlening? Hoe ziet u deze zorgen in het licht van het bericht «Amsterdamse daklozen lijden onder trage schuldhulp»?2

Antwoord 3

Ik deel de mening van Joke de Kock dat het erg belangrijk is dat de schuldhulpverlening goed is verankerd. Het bericht «Amsterdamse daklozen lijden onder trage schuldhulp» onderschrijft dit. Dit kabinet versterkt de (gemeentelijke) schuldhulpverlening onder andere door het ontwikkelen van business cases integrale aanpak schuldhulpverlening en door het beschikbaar stellen van extra middelen. Verder ga ik in oktober gedurende een week het land in om goede voorbeelden op het vlak van armoede- en schuldenbeleid op te halen en deze te verspreiden. Bij het verzamelen van deze goede voorbeelden doe ik een beroep op gemeenten, maatschappelijke organisaties en vrijwilligers.

Vraag 4

Bent u van plan om de extra middelen van 20 miljoen euro voor armoedebestrijding in te zetten voor specifieke doelgroepen? Welke harde doelstelling (in cijfers) heeft u in het kader van armoedebestrijding?

Antwoord 4

Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 3 juli jl. gaat het leeuwendeel van de middelen naar de gemeenten. Ik zal deze middelen niet oormerken. Hierdoor worden gemeenten in staat gesteld integraal maatwerk te bieden. Ook zal ik geen kwantitatieve doelstelling hanteren. Wel vraag ik gemeenten in het najaar 2014 inzicht te geven in de versterking van het armoede- en schuldenbeleid sinds juli 2013, met specifieke aandacht voor hun ondersteuning van kinderen die opgroeien in armoede.

Vraag 5

Kunt u aangeven hoe groot het bestaande budget voor armoedebestrijding is? Kunt u ook aangeven hoe groot het bestaande budget voor schuldhulpverlening is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

In totaal wordt circa € 6,2 miljard (SZW-begroting 2014) door gemeenten aan bijstandsuitkeringen besteed. Daarbovenop bestrijden gemeenten armoede- en schuldenproblematiek onder ander door het aanbieden van een stadspas, het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen en het verstrekken van bijzondere bijstand en de langdurigheidstoeslag. De middelen die hiervoor worden ingezet zijn integraal onderdeel van het Gemeentefonds en dus niet als zodanig geoormerkt. Via de Bijstandsuitkeringenstatistiek wordt door de gemeenten aangegeven welk bedrag zij direct besteden aan mensen die een beroep doen op bijzondere bijstand en langdurigheidstoeslag. In 2012 was dit € 279 miljoen (SZW-jaarverslag 2012; pagina 60)).

Vraag 6

Kunt u aangeven of er de komende jaren verandering in deze budgetten komt? Hoeveel geld komt er extra beschikbaar voor de bestrijding van armoede en hoeveel geld komt er extra beschikbaar voor de schuldhulpverlening?

Antwoord 6

Het kabinet heeft in 2013 een bedrag van € 20 miljoen extra beschikbaar gesteld voor armoede- en schuldenbeleid. De komende jaren gaat het kabinet het armoede- en schuldenbeleid verder intensiveren en stelt daartoe in 2014 € 80 miljoen euro en voor 2015 en latere jaren € 100 miljoen euro extra ter beschikking. Een groot deel van deze middelen zal beschikbaar gesteld worden aan gemeenten, die primair verantwoordelijk zijn voor het armoede- en schuldenbeleid.

Vraag 7

Wat is uw reactie op het bericht «Grootste koopkrachtdaling sinds 1985»?3

Antwoord 7

De koopkrachtdaling hangt samen met de economische recessie waar Nederland zich in bevindt. De werkloosheid is toegenomen, lonen blijven achter bij de inflatie, pensioenen worden verlaagd en veel zelfstandig ondernemers hebben moeite om opdrachtgevers te vinden. Daarnaast drukken de bezuinigingsmaatregelen die nodig zijn om de overheidsbegroting op orde te brengen ook de koopkracht. De recessie is helaas nog niet voorbij. Daarom zullen in 2013 en 2014 veel mensen merken dat hun koopkracht afneemt.

Vraag 8

Vindt u het acceptabel dat juist de bijstandsgerechtigden en gepensioneerden veel koopkracht inleveren? Zo nee, wat gaat u eraan doen om de koopkracht van deze mensen te repareren?

Antwoord 8

Wanneer de overheid moet bezuinigen is het helaas onvermijdelijk dat mensen die veel van overheidsregelingen gebruik maken, zoals bijstandsgerechtigden en gepensioneerden, daar mee te maken krijgen. Bovendien zien veel gepensioneerden met aanvullend pensioen hun koopkracht afnemen doordat pensioenfondsen vanwege hun financiële positie pensioenen niet kunnen indexeren of moeten verlagen. Het kabinet vindt het van belang dat er bij het invullen van de bezuinigingen voor gezorgd wordt dat er niet teveel van deze groepen wordt gevraagd. Daarom is afgelopen augustus met het oog op een evenwichtig koopkrachtbeeld voor 2014 besloten tot het naar voren halen van de verhoging en afbouw van de algemene heffingskorting. De algemene heffingskorting wordt daardoor in 2014 in de tweede en derde schijf van de inkomstenbelasting met 2% afgebouwd. Hierdoor kan de algemene heffingskorting met circa € 90 worden verhoogd. Daarnaast komt er in 2014 een eenmalige extra uitkering voor minima.

Vraag 9

Kunt u aangeven welke maatregelen van dit kabinet de inkomenspositie van de lagere inkomens nog verder raken? Kunt u ook aangeven in welke mate de inkomensposities van de lagere inkomens worden geraakt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Het koopkrachtbeeld voor 2014 en de maatregelen die de koopkracht beïnvloeden worden in de inkomensbijlage in de SZW-begroting uitgebreid toegelicht.


X Noot
1

EenVandaag, 17 augustus 2013

X Noot
2

Het Parool, 16 augustus 2013

X Noot
3

www.nu.nl , 20 augustus 2013

Naar boven