Vragen van de leden Klaver (GroenLinks) en Merkies (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Financiën over country-by-country reporting voor internationaal opererende ondernemingen (ingezonden 29 november 2013).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) en de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 20 december 2013)

Vraag 1

Kent u het voorstel van de commissie Ontwikkelingssamenwerking van het Europees Parlement (advies-Sargentini) tot invoering van country-by-country reporting voor internationaal opererende ondernemingen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Komt de Nederlandse inzet binnen de Raad van Ministers (hierna: de Raad) overeen met dit voorstel, dat is gebaseerd op de verplichting tot country-by-country reporting voor banken die reeds is goedgekeurd door de Raad en opgenomen in de richtlijn kapitaalvereisten2? Zo nee, op welke onderdelen wijkt de Nederlandse inzet af en waarom?

Antwoord 2

Op het richtlijnvoorstel is de gewone wetgevingsprocedure van toepassing. Dat betekent dat het Europees Parlement zich ook uitspreekt over het voorstel. In dat kader wordt door de leidende commissie Juridische zaken een verslag opgesteld. Door andere commissies wier beleidsterreinen worden geraakt, zoals de commissie Ontwikkelingssamenwerking, worden adviezen opgesteld.

In mei 2013 heeft de Europese Raad conclusies aangenomen om country-by-country reporting inzake belastingbetalingen door grote ondernemingen en groepen ter hand te nemen bij het richtlijnvoorstel over de bekendmaking van niet-financiële informatie. Nederland heeft steeds aangegeven dat afstemming met bestaande transparantieverplichtingen, zoals de verplichting die reeds is opgenomen in de richtlijn voor kapitaalvereisten, van belang is. Dat bevordert immers consistente regelgeving en voorkomt onnodige stapeling van administratieve lasten.

Vraag 3

Bent u bereid om u ervoor in te spannen dat bedrijven verplicht worden om de afgedragen belasting per land in hun jaarverslag aan te geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het kabinet onderschrijft het belang van het tegengaan van agressieve fiscale planning door grote of beursgenoteerde (internationaal opererende) bedrijven, die door middel van fiscale planning erosie van belastinggrondslagen teweegbrengen. De Nederlandse regering heeft ten aanzien van voorstellen over rapportage van belastingbetalingen het standpunt uitgedragen zoals eerder door haar is verwoord in de antwoorden op de eerdere vragen van de leden Klaver en Merkies van 17 april 2013 en 15 oktober 2013 (Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 2329 en Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 440) en in de brief aan de Tweede Kamer van 30 augustus 2013 (Kamerstukken II 2012/13, 25 087, nr. 60). Dat wil zeggen dat Nederland volop steun geeft aan het groeiende aantal internationale initiatieven tot bevordering van transparantie door middel van belastingrapportages. Daarbij heeft Nederland wel aandacht voor de mogelijk negatieve economische consequenties van publieke beschikbaarheid van deze informatie. Ook vindt Nederland het belangrijk dat wanneer er in de EU specifieke voorstellen worden gedaan, deze voldoende duidelijk zijn en de effecten voldoende in kaart worden gebracht. Op die manier kunnen de lidstaten zich een gedegen oordeel over het voorstel vormen, hetgeen de voortvarendheid van de besluitvorming bevordert.

Vraag 4

Kunt u deze vragen in ieder geval beantwoorden voor het plenaire debat over het SEO rapport «Uit de schaduw van het bankwezen»?

Antwoord 4

Uw vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.


X Noot
1

Opinion of the Committee on Development for the Committee on Legal Affairs on the proposal for a directive of the European Parliament and of the Council amending Council Directives 78/660/EEC and 83/349/EEC as regards disclosure of non-financial and diversity information by certain large companies and groups, Amendement 44, 11 november 2013, p. 25–26

X Noot
2

Richtlijn van 26 juni 2013betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG

Naar boven