Vragen van het lid Oskam (CDA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de bezuinigingen op de grensbewaking (ingezonden 30 september 2013).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 14 november 2013) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 322

Vraag 1

Herinnert u zich de Tweede Voortgangsrapportage Contraterrorisme- en extremisme, waarin staat dat het essentieel is om zicht te krijgen op reisbewegingen van personen waarvan een dreiging uitgaat?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Onderkent u dat het belang hiervan is toegenomen nu het dreigingsniveau onlangs is verhoogd van «beperkt» naar «substantieel»?

Antwoord 2

Ja, ik onderschrijf uw zorg ten volle en zie uw zorg als een bevestiging van mijn eerder uitgesproken voornemen om het gebruik van reisgegevens nationaal mogelijk te maken voor veiligheidsbevordering. Zoals ik immers reeds concludeerde bij het uitbrengen van DTN-32 en ook heb vermeld tijdens het AO over de laatste voortgangsrapportage, is er op dit moment onvoldoende zicht op de reisbewegingen van o.a. jihadisten. Dit is onder meer te wijten aan het feit dat er nagenoeg geen gegevens over die reizen beschikbaar zijn. Naast de structurele behoefte aan reisgegevens voor o.a. terrorismebestrijding en zware criminaliteit, vraagt de explosieve groei van jihadistische reisbewegingen uit Europa nu echter acuut om versnelde en geïntensiveerde inzet op het reguleren van mogelijkheden tot het gebruik van reisgegevens. Op dit moment is dat op Europees niveau niet te realiseren en daarom heb ik aangegeven het gebruik van reisgegevens mogelijk te gaan maken. Eind november zal ik de Kamer per brief nader informeren over mijn voornemens rond reisgegevens.

Vraag 3

Hoe verhoudt de in de Voortgangsrapportage beschreven noodzaak tot verbetering van de grensbewaking zich tot de bezuinigingen op het grensmanagementsysteem PARDEX?2

Antwoord 3

Zoals ik in mijn brief van 19 februari jl. (Kamerstuk II 32 317, nr. 156) aan de Kamer heb uiteengezet, zijn in het kader van de verwerking van de budgettaire maatregelen uit het regeerakkoord van dit kabinet de begrote investerings- en exploitatiekosten voor PARDEX heroverwogen, maar acht ik het nog steeds gewenst dat bepaalde relevante maatregelen worden genomen. Om die reden is een aantal van deze maatregelen, die in bovengenoemde brief worden genoemd, dan ook voortgezet. Deze beogen het tijdig beschikbaar stellen van de juiste reisgegevens aan relevante diensten bij de bestrijding van illegale immigratie en de verbetering van het grenstoezicht.

Een andere maar minstens zo belangrijke maatregel richt zich op de, in de Voortgangsrapportage beschreven, noodzaak om beter zicht te krijgen op bepaalde ongewenste reisbewegingen en om deze tegen te kunnen gaan. Dit betreft het gebruik van reisgegevens voor de bestrijding van Terrorisme.

Vraag 4

Kunt u kwantitatief inzicht verschaffen in hoe groot de bezuiniging is op het grensmanagementsysteem PARDEX, wat het resterende budget is, hoe dit geoormerkt is en op welke begroting(en) de bedragen zijn gealloceerd?

Antwoord 4

De PARDEX-bezuiniging bedraagt in totaal circa 31 miljoen Euro aan incidentele middelen (2013 t/m 2015) en circa 7 miljoen Euro aan structurele middelen (2016 en volgende jaren). Zoals in de eerder genoemde brief van 19 februari jl. is gesteld, zal van de aanvankelijk voor PARDEX in de begroting en meerjarenraming gereserveerde (nationale) middelen, een beperkt deel kunnen worden aangewend voor het realiseren en exploiteren van een in omvang en kosten beperktere voorziening ten behoeve van grenscontrole. Dit deel bedraagt circa 16 miljoen Euro aan incidentele middelen (2013 t/m 2015) en circa 1,8 miljoen Euro aan structurele middelen (2016 en volgende jaren).

Vraag 5

Kunt u een overzicht geven van de nog lopende en voorgenomen projecten in het kader van grensbewaking? Zo ja, welke?

Antwoord 5

In de eerste plaats gaat het hierbij om een continuering en uitbreiding van de verzameling en verwerking van passagiersgegevens (Advance Passenger Information ofwel API-gegevens) door de Koninklijke Marechaussee op slechts een aantal inkomende passagiersvluchten met een verhoogd risico op illegale immigratie. Recentelijk is een evaluatie naar de ervaringen hiermee afgerond. Tevens geldt dat recentelijk tussen de ministeries van VenJ en van Defensie afspraken zijn gemaakt over het beheer en de verdere ontwikkeling van het gebruik van API-gegevens door de KMar ten behoeve van de bestrijding van illegale immigratie en de verbetering van het grenstoezicht. Ik zal hierover en over de resultaten van genoemde evaluatie aanvullende informatie verschaffen in een brief die de Kamer op korte termijn zal ontvangen van de staatssecretaris van VenJ.

Met de urgentie en actualiteit van de Syriëgangers als katalysator, maar met de structurele behoefte aan reisgegevens t.b.v. de bestrijding van terrorisme en zware criminaliteit als basis, heb ik n.a.v. DTN-32 en in het debat over de laatste Voortgangsrapportage Contraterrorisme en -Extremisme aangegeven het gebruik van reisgegevens op nationaal niveau mogelijk te gaan maken. De financiële ruimte is intussen gevonden in de vorm van EU-gelden. Eind november stuur ik de Kamer een brief met de voorgenomen plannen rond reisgegevens.

Vraag 6

Worden er momenteel andere manieren van financiering van het verzamelen en analyseren van passagiersgegevens onderzocht, bijvoorbeeld via subsidiering vanuit Europese projectgelden?

Antwoord 6

Ja. Zoals gezegd heb ik naar aanleiding van DTN-32 en de vertraging van de Europese PNR-richtlijn besloten het gebruik van reisgegevens nationaal mogelijk te maken. Hiertoe heb ik financiën gevonden en gekregen in de vorm van Europese gelden, die een nationaal traject grotendeels zullen dekken. Daarnaast verwacht ik dat Europese financiering zal worden verkregen voor de verdere ontwikkeling van het gebruik van API-gegevens voor het doel van grenscontroles en het tegengaan van illegale immigratie (zoals genoemd in het antwoord op vraag 5). In de eerder genoemde brief die uw Kamer binnenkort ontvangt zal ik nader ingaan op mijn voornemens rond reisgegevens en de financiering daarvan.

Vraag 7

Deelt u de mening dat de verbetering van inzicht in reisbewegingen bij het voorkomen van terroristische aanslagen essentieel is? Zo ja, bent u bereid mogelijkheden van alternatieve financiering voor PARDEX te onderzoeken?

Antwoord 7

Ja, die mening deel ik. Zoals te lezen in recente jaarverslagen van de AIVD wordt het gebruik van reisgegevens steeds belangrijker in de strijd tegen het terrorisme en voor het versterken van de nationale veiligheid. Het kunnen beschikken over reisgegevens zal partijen met een verantwoordelijkheid voor de (nationale) veiligheid substantieel beter in staat stellen snel en adequaat te reageren op voorkomende dreigingen of die te voorkomen.

Inderdaad heeft de staatssecretaris van VenJ het Pardex-programma moeten beëindigen. De huidige financiële situatie biedt geen mogelijkheid om dit besluit terug te draaien. Echter, zoals in het antwoord op vraag 4 is vermeld, wordt van de aanvankelijk voor PARDEX in de begroting en meerjarenraming gereserveerde (nationale) middelen, een beperkt deel aangewend voor het realiseren en exploiteren van een in omvang en kosten beperktere voorziening ten behoeve van grenscontrole. Daarnaast blijft het belang van het gebruik van reisgegevens voor bevordering van de (nationale) veiligheid onverminderd hoog. Dat heeft me ertoe doen bewegen om, zoals gezegd, Europese financiering te verwerven om dit mogelijk te maken. Kortom, er wordt nu en in de toekomst gewerkt aan systemen voor het gebruik van reisgegevens waarvoor Europese financiering is gevonden. Eind november stuur ik de Kamer een brief met mijn voornemens


X Noot
1

Tweede Voortgangsrapportage Contraterrorisme en -extremisme, Kamerstuk 29 754, nr. 232

X Noot
2

Brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 19 februari 2013 inzake de voortzetting maatregelen vernieuwing grensbeheer, Kamerstuk 32 317, nr. 156.

Naar boven