Vragen van de leden PaulusJansen en Van Gerven (beiden SP) aan de Ministers van Infrastructuur en Milieu en voor Wonen en Rijksdienst over een lagere watertemperatuur bij drinkwaterinstallaties, in relatie tot energiebesparing bij gebouwverwarming en warmtapwaterbereiding (ingezonden 7 oktober 2013).

Antwoord van Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu), mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst (ontvangen 11 november 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 437.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Tapwater zonder legionella mag 50 graden warm zijn»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wordt de norm van 50 graden in alle typen drinkwaterinstallaties toegestaan, als er een gecertificeerde installatie voor koper/zilverionisatie aanwezig is? Zo nee, voor welke type installaties wordt dit toegestaan en onder welke condities?

Antwoord 2

Er zijn diverse leveranciers van elektrochemische systemen (koper-zilverionisatie, anodische oxidatie) en fotochemische systemen (AOT), die elk hun eigen systeem op de markt brengen. Die systemen (met uiteenlopende productnamen) verschillen van elkaar en voor ieder van die systemen is dan ook een specifieke toelating afgegeven door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Elke leverancier kan voor zijn systeem een pilot uitvoeren met verlaging van de warm tapwatertemperatuur en/of verlaging van de spoelfrequentie, waarbij de kwaliteit van het water intensief gevolgd wordt. De pilot wordt begeleid door de subcommissie Technieken Legionellapreventie, een werkgroep binnen de Commissie van Deskundigen op basis van artikel 20 van het Drinkwaterbesluit.

Indien de resultaten bevredigend zijn, kan uit oogpunt van de volksgezondheid akkoord worden gegaan met verlaging van de warm tapwatertemperatuur en/of spoelfrequentie op alle locaties waar het betreffende systeem is geplaatst, onder de voorwaarden die daarbij gesteld worden (zoals een bepaalde minimumtemperatuur aan de tap of een minimale spoelfrequentie).

Bij fysische technieken geldt dat de verlaging van de warm tapwatertemperatuur en/of spoelfrequentie onder nader gespecificeerde voorwaarden mogelijk is.

Voor de specifieke voorwaarden en de juridische aspecten die aan de orde zijn, verwijs ik naar punt 2 en 3 van de brief die ik op 4 september 2013 aan onder meer de leveranciers gezonden heb over (de oplossing van) enkele juridische knelpunten bij de toepassing van alternatieve technieken. De tekst van deze brief is onder meer te vinden op www.infomil.nl .

Vraag 3

Bent u bereid om te onderzoeken of deze nieuwe techniek het mogelijk maakt om bij gebouwen over te gaan op lage temperatuurverwarming, zonder energieverspillende naverwarming voor warm tapwater? Onderschrijft u dat een lagere minimum temperatuur voor warmtapwater de potentie voor het gebruik van restwarmte en zonthermische warmte voor gebouwverwarming en tapwaterbereiding sterk vergroot, omdat er geen dure installaties voor na- en bijverwarming meer nodig zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om het besparingspotentieel nader te onderzoeken?

Antwoord 3

Voor het toepassen van alternatieve systemen voor legionellapreventie bestaan restricties. Zo moeten systemen waarbij de vorming van biociden aan de orde is, zijn toegelaten op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Op grond van de toelating mogen koper-zilverionisatie en anodische oxidatie vervolgens alleen worden gebruikt op zogeheten prioritaire locaties, zoals hotels en ziekenhuizen, en mogen de middelen alleen worden toegepast als er sprake is van een besmetting van de leidingwaterinstallatie met legionellabacteriën. Ook mogen deze technieken op grond van artikel 44 van het Drinkwaterbesluit alleen worden ingezet als inzet van thermisch, fysisch of fotochemisch beheer (redelijkerwijs) niet mogelijk is.

Voor alle alternatieve technieken geldt bovendien op grond van artikel 44 van het Drinkwaterbesluit dat deze gecertificeerd moeten zijn op basis van BRL K14010, deel 1 danwel 2.

Gezien deze restricties en de kosten van de systemen zal de inzet ervan doorgaans beperkt zijn tot die situaties waar de inzet nodig is om legionellaproblemen te beheersen. In die specifieke situaties kan – mits voldaan wordt aan de hierboven genoemde voorwaarden – door verlaging van de warm tapwatertemperatuur en/of spoelfrequentie een besparing op energie, water en/of personeelskosten worden bereikt.


X Noot
1

Cobouw.nl, 24 september 2013

Naar boven