Vragen van de leden Van Klaveren, Helder en Wilders (allen PVV) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over de Marokkaanse groepsmishandeling van een vrouw (ingezonden 8 oktober 2013).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 29 oktober 2013)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Zes Marokkanen tuigen vrouw af»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel van deze lafaards inmiddels zijn opgepakt?

Antwoord 2

Naar aanleiding van de aangifte door betrokkene van mishandeling is onderzoek gedaan door de politie. Zij is vervolgens geconfronteerd met de verschillen tussen haar verklaring en de onderzoeksbevindingen. Daarop bekende zij dat zij het verhaal heeft verzonnen. Naar aanleiding van deze bekentenis heeft de politie proces-verbaal tegen haar opgemaakt wegens het doen van een valse aangifte. De officier van justitie zal bepalen of, en zo ja welke, consequenties worden verbonden aan de valse aangifte. Verder zal de politie onderzoeken in hoeverre de gemaakte kosten op betrokkene kunnen worden verhaald.

Vraag 3, 4 en 6

Bent u bereid uw politiek-correcte houding te laten varen en te erkennen dat we een Marokkanenprobleem hebben, helemaal gezien het feit dat deze groep tot wel 5x vaker verdachte is van geweldsdelicten? Zo neen, waarom niet?

Op welke manier is Nederland een beter land geworden door de massale instroom van Marokkaanse immigranten en de extreme oververtegenwoordiging in de criminaliteit van Marokkanen?

Wat bent u voornemens te gaan doen om te zorgen dat de daders na hun straf, waar mogelijk, gedenaturaliseerd en ons land uitgezet worden?

Antwoord 3, 4 en 6

Op deze vragen ben ik ingegaan in antwoord op eerdere schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren, Helder, Bontes en Wilders van uw Kamer.2 Ik verwijs kortheidshalve naar deze antwoorden.

Vraag 5

Bent u nu eindelijk bereid om de groepsaansprakelijkheid wettelijk uit te breiden, zodat deelname aan het groepsgeweld strafbaar is en daarmee de bewijslast voor het Openbaar Ministerie minder zwaar is en deze lieden aangepakt kunnen worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Deelneming aan groepsgeweld is toereikend strafbaar gesteld in artikel 141 Wetboek van Strafrecht. Voor wat betreft het uitgangspunt van individuele aansprakelijkheid in het Nederlandse strafrecht en het bewijs van in groepsverband gepleegde strafbare feiten, verwijs ik naar mijn antwoord op eerdere schriftelijke vragen van het lid Helder van uw Kamer.3


X Noot
1

Telegraaf, 7 oktober 2013

X Noot
2

Kamerstukken II, vergaderjaar 2012–2013, Aanhangsel Handelingen, nummers 2978 en 3062.

X Noot
3

Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel Handelingen, nummer 2359.

Naar boven