Vragen van de leden Van Klaveren, Helder en Bontes (allen PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het onophoudende Marokkaanse geweld (ingezonden 4 juli 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 19 augustus 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Zorgen over Marokkaans geweld»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Hoe duidt u het gegeven dat Marokkanen vijf keer vaker betrokken zijn bij geweldsincidenten en 22 keer vaker bij vermogensdelicten met geweld, in vergelijking met autochtonen?

Welke verklaring heeft u voor het feit dat uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat ook na correctie van de sociaaleconomische factoren Marokkanen oververtegenwoordigd zijn in de (gewelds)criminaliteit?

Antwoord 2, 3

Het feit dat de in Nederland verblijvende groep niet-westerse migranten voor een onevenredig groot deel uit jongeren bestaat, verklaart een deel van hun oververtegenwoordiging in overlast en criminaliteit. Uit het Jaarrapport Integratie 2012 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat deze en andere achtergrondkenmerken (zoals sekse, leeftijd, huishoudinkomen, gezinssituatie, het hebben van een uitkering, hoogst gevolgde opleiding en stedelijkheid) samen een deel van het verschil in verdachtencijfers tussen autochtone jongeren en Marokkaanse Nederlanders verklaren.

Deze achtergrondkenmerken verklaren niet volledig de oververtegenwoordiging van Marokkaanse Nederlanders. Deze oververtegenwoordiging kan het SCP op basis van de beschikbare cijfers niet verklaren. Het lijkt echter plausibel dat factoren zoals het te laat herkennen van problemen in de ontwikkeling, taalachterstand of psychische problemen, het niet adequaat optreden van ouders bij grensoverschrijdend gedrag van kinderen, slechte huisvesting en schuldenproblematiek een rol spelen. Migratie- en groepsspecifieke en culturele factoren kunnen hierbij ook van invloed zijn.

Vraag 4, 5, 6

Ziet u in dat de massa-immigratie van voornamelijk Marokkanen onze samenleving structureel onveiliger heeft gemaakt? Zo nee, waarom niet?

In hoeverre deelt u de visie dat het Marokkaanse geweld het beste bestreden kan worden met een immigratiestop uit islamitische landen, zwaardere straffen en waar mogelijk, na denaturalisatie, uitzetting van het tuig?

Bent u bereid te stoppen met het voeren van struisvogelpolitiek, het Marokkanenprobleem te erkennen en zo spoedig mogelijk een keihard repressief beleid te gaan voeren? Zo nee, waarom blijft u hangen in uw links-liberale ideeën die al decennialang de situatie alleen maar slechter maken?

Antwoord 4, 5, 6

De hoge criminaliteitscijfers onder Marokkaanse Nederlanders zijn niet acceptabel. Het past echter niet om een hele groep aan te spreken op acties van individuen, net zo min als dat het past wanneer individuen zich voor hun wangedrag verschuilen achter de hele groep, wat bijvoorbeeld gebeurt als dit gedrag gerechtvaardigd wordt vanuit een slachtofferrol.

De oplossing ligt in een combinatie van preventieve activiteiten die misdragingen moeten voorkomen aan de ene kant en het stevig aanpakken van overlastgevers en criminelen aan de andere kant. In deze aanpak wordt geen onderscheid naar etniciteit gemaakt. Groepen die vaker problemen veroorzaken zullen navenant meer met deze aanpak in aanraking komen.

Wanneer sprake is van strafbare feiten dan is het aan de rechter om te beoordelen welke straf passend is, gelet op het delict, de persoon van de dader(s) en het aangedane leed. De intrekking van de Nederlandse nationaliteit wegens een veroordeling voor commune misdrijven is niet mogelijk.

Naar boven