Vragen van de leden Segers en Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister van Veiligheid
en Justitie en aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en sport over
experimenten met cannabisverstrekking (ingezonden 18 september 2013).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) mede namens
de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 22 oktober 2013). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 183.
Vraag 1
Kent u de berichten «Ministerie levert wiet Utrechtse proef»1 en «Wietexperiment nu al op losse schroeven»?2
Vraag 2, 3, 4, 5, 6, 7
Deelt u de mening dat het geen gemeentelijke taak is opdrachtgever te zijn van een
volksgezondheidsexperiment zoals het door de gemeente Utrecht voorgestelde GGZ-behandelexperiment?
Deelt u de mening dat alleen daarom al het Bureau Medicinale Cannabis van het ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geen wiet voor dit experiment moet leveren?
Zo nee, welke voorwaarden stelt u voor het leveren van wiet voor een Utrechts experiment
met hasjverstrekking aan mensen met een kwetsbaarheid voor psychotische stoornissen
en een ernstige cannabisafhankelijkheid?
Wordt in het voorgestelde experiment alleen de acceptatie van bepaalde cannabisvarianten
onderzocht of ook de werking?
Is het voorgestelde experiment alleen gericht op het dempen van psychotische symptomen
of stelt u, in het geval u toestemming verleend voor dit experiment, ook nadrukkelijk
de voorwaarde dat het experiment gericht moet zijn op het afbouwen van het gebruik
en gebruikers afhelpen van de verslaving?
Welke aantoonbare bewijzen zijn er voor de werking van het voorgenomen experiment
bij mensen met een kwetsbaarheid voor psychotische stoornissen?
Klopt het dat het aangekondigde experiment nog niet goedgekeurd is door de hiervoor
ingestelde ethische commissie?
Deelt u de mening dat het experiment ook in het licht van internationale verdragen
getoetst moet worden?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6, 7
Er is nog geen aanvraag voor een Opiumwetontheffing ingediend voor een experiment
(van een behandeling) waarbij cannabis wordt verstrekt aan patiënten met een kwetsbaarheid
voor psychotische stoornissen en een ernstige cannabisverslaving. Vragen met betrekking
tot dit experiment kunnen wij daarom op dit moment niet beantwoorden. Overigens is
het nu ook al mogelijk medicinale cannabis voor te schrijven ten behoeve van patiënten
in het kader van hun behandeling. Een eventuele aanvraag zal ik toetsen aan de daarvoor
geldende criteria. Deze criteria zijn in overeenstemming met internationale verdragen.
Vraag 8
Klopt het dat er momenteel geen onderzoek wordt gedaan naar een methode om te zorgen
dat de doelgroep van het beoogde experiment van de verslaving af kan worden geholpen?
Antwoord 8
Lopende onderzoeken naar een methode waarbij patiënten met een kwetsbaarheid voor
psychotische stoornissen in combinatie met ernstige cannabisafhankelijkheid van hun
verslaving af kunnen worden geholpen zijn ons niet bekend.
Vraag 9
Deelt u de mening dat de volksgezondheid het beste gediend is als het cannabisgebruik
wordt teruggedrongen?
Antwoord 9
De volksgezondheid is het best gebaat bij het huidige Nederlandse drugsbeleid. Dat
beleid is gericht op het beschermen van de volksgezondheid en het voorkomen van gezondheidsschade,
onder andere door voorlichting, educatie en preventie en door de scheiding van markten
van softdrugs en harddrugs.
Vraag 10, 11
Deelt u de mening dat de door de Social Cannabis Club Domstad (SCCD) voorgestane besloten
wietclub niet voldoet aan het belang van de volksgezondheid aangezien het gezonder
is geen cannabis te gebruiken?
Hoe verhoudt het experiment met de SCCD zich tot uw eerdere stelling dat internationale
verdragen hiervoor geen ruimte geven?
Antwoord 10, 11
Het Bureau Medicinale Cannabis heeft op 8 oktober een ontheffingsaanvraag van de Stichting
Social Cannabis Club Domstad ontvangen en zal deze aanvraag binnenkort beoordelen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Rebel (PvdA),
ingezonden 13 september 2013 (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2013–2014, nr. 326), Bruins Slot en Oskam (beiden CDA), ingezonden 16 september 2013 (Aanhangsel Handelingen
II, vergaderjaar 2013–2014, nr. 327).
X Noot
2Telegraaf, 12 september 2013