Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de enorme geweldsterreur door Marokkaanse criminelen (ingezonden 1 augustus 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 12 september 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2819

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel ««Honderden» Marokkaans-Nederlandse jongeren betrokken bij liquidaties»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven om hoeveel criminelen het gaat en wat er concreet bekend is over de mate van organisatie en samenhang tussen de genoemde overvallen, drugsdelicten en moorden?

Antwoord 2

In het betreffende artikel wordt gemeld dat de groep Marokkaans-Nederlandse jongeren die betrokken zouden zijn bij tenminste zes liquidaties in Nederland en Antwerpen en bij een reeks extreem gewelddadige overvallen, veel groter is dan gedacht. Het zou drugshandelaren, schutters, uitvoerders en faciliteerders betreffen die allemaal met elkaar zouden zijn verbonden. Het klopt dat bij strafbare feiten zoals genoemd in het krantenartikel een veelvoud aan rollen denkbaar is, zoals het stelen van voertuigen, het leveren van vuurwapens of valse kentekens, het tijdelijk bieden van onderdak aan andere deelnemers of het witwassen van de opbrengst. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft mij bericht dat concrete aantallen van betrokken personen hieraan echter niet kunnen worden verbonden. De kennis die het OM heeft over de mate van organisatie en samenhang tussen de genoemde overvallen, drugsdelicten en levensdelicten betreft opsporingsinformatie. Het onderzoek naar, en de eventuele strafrechtelijke vervolging van, deze strafbare feiten kan worden geschaad door in dit stadium informatie naar buiten te brengen.

Vraag 3

Welke oorzaak ziet u voor het gegeven dat Marokkanen tot 22 keer vaker verdachte zijn van vermogensdelicten met geweld dan autochtonen, wetende dat ook na correctie van sociaaleconomische factoren Marokkanen fors oververtegenwoordigd blijven?

Antwoord 3

Ik verwijs naar mijn antwoord2 op eerdere schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren, Helder en Bontes van uw Kamer.

Vraag 4

Deelt u de visie dat met het invoeren van minimumstraffen en een forse verhoging van de maximumstraffen het gewelddadig schuim beter bestraft zou kunnen worden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, het huidige kader biedt rechters voldoende mogelijkheden om een passende strafmaat te bepalen.

Vraag 5

In hoeverre deelt u de mening dat criminele immigranten en criminelen met een dubbele nationaliteit (na denaturalisatie) altijd zouden moeten worden uitgezet in geval van zware geweldsdelicten en dus zeker ook moord?

Antwoord 5

Als sprake is van schuld aan een strafbaar feit, is het aan de rechter om te beoordelen welke straf passend is. De intrekking van de Nederlandse nationaliteit wegens een veroordeling voor commune misdrijven, zoals overvallen en levensdelicten, is niet mogelijk. Voor zover het vreemdelingen betreft, is voor het beëindigen van het rechtmatig verblijf een onherroepelijke veroordeling nodig waarna aan de hand van de glijdende schaal wordt beoordeeld of het rechtmatig verblijf kan worden beëindigd. Het recht op eerbiediging van privé, familie- en gezinsleven zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM speelt bij deze beoordeling een belangrijke rol. Als het rechtmatig verblijf van een vreemdeling wordt beëindigd, krijgt hij een inreisverbod opgelegd of wordt hij ongewenst verklaard en moet hij Nederland direct verlaten. Als de vreemdeling dat niet doet, kan hij worden uitgezet.

Vraag 6

Bent u bereid 1 miljard euro extra te investeren in de politie om zo de slagkracht te vergroten en deze groeiende geweldsterreur eindelijk een halt toe te roepen?

Antwoord 6

Nee. De politie heeft voldoende middelen beschikbaar voor het bestrijden van overvallen, drugsdelicten en liquidaties. Er is dan ook voor mij geen aanleiding om te overwegen de begroting van de politie te doen stijgen.

Naar boven