Vragen van het leden Voordewind (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht Christenen in Irak vluchten voor ISIS (ingezonden 30 juli 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 12 september 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2818

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Christenen in Irak vluchten voor ISIS», waaruit blijkt dat christenen uit Mosul in Irak verdreven worden door ISIS?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat in Mosul en in ander door ISIS gecontroleerd gebied christenen specifiek doelwit zijn van ISIS omdat ze beschouwd worden als ongelovigen en zich daardoor moeten bekeren, extra belasting moeten betalen of het gebied moeten ontvluchten?

Antwoord 2

ISIS is een Jihadi Salafi organisatie, die een zeer strenge vorm van de islam nastreeft. Na het uitroepen van het kalifaat door ISIS op 30 juni jl., en de omdoping van de organisatie tot de Islamitische Staat (IS), poogt zij een in haar ogen zuivere islamitische staat te vestigen. Dit resulteert onder andere in het uitbannen van eenieder die zich niet aan de regels van IS conformeert. Religieuze minderheden, waaronder christenen, hebben hier sterk onder te lijden.

Vraag 3

Heeft u kennisgenomen van het besluit van de Franse regering om christenen uit Mosul op te nemen in Frankrijk als vluchtelingen?2

Antwoord 3

Ja. Naar ik heb begrepen, kent het Franse stelsel de voorziening van het aanvragen van een visum op asielgronden op de consulaire post. Criteria die bij de beoordeling worden betrokken zijn zware bedreiging voor minderheden wegens hun godsdienstige overtuiging en banden met Frankrijk. Bij een positief besluit wordt een inreisvisum voor Frankrijk verleend. Vervolgens kan de vreemdeling een asielverzoek indienen in Frankrijk. De mogelijkheid van het vragen van een visum op asielgronden op de consulaire post is, naar ik heb begrepen, niet beperkt tot Irak. Wel zijn op de twee Franse posten in Irak personele versterkingen gedaan, opdat meer dossiers kunnen worden behandeld.

Vraag 4

Kunt u nagaan of andere landen hiertoe ook zijn overgegaan?

Antwoord 4

Op korte termijn wordt door de Minister van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht Irak uitgebracht. Op basis van de informatie in dat ambtsbericht, zal ik nagaan of het landgebonden asielbeleid inzake Irak aanpassing behoeft. Zoals uw Kamer bekend, wordt voor een dergelijke beleidsbeslissing het landgebonden asielbeleid inzake Irak in de ons omringende landen opgevraagd en betrokken.

Indien uit die bevraging blijkt dat die landen recent aanvullende beleidsmaatregelen hebben getroffen zal ik uw Kamer daar over informeren. Overigens kent Nederland sinds 2003 (kamerbrief 19 637, no. 719) in beginsel geen beleid van «asiel op de post» meer. Buiten het nareisbeleid, is de enige manier waarop Nederland vluchtelingen faciliteert in de overkomst naar Nederland, via het hervestigingsbeleid, op voordracht van UNHCR. Het kabinet wil hier ook aan vast houden, omdat UNHCR bij uitstek de organisatie is die in staat is te beoordelen welke vluchtelingen deze oplossing het hardst nodig hebben.

Vraag 5

Bent u bereid dit voorbeeld van Frankrijk te volgen en eveneens christenen uit Mosul op te nemen en onder het quotum te laten vallen van uitgenodigde vluchtelingen via de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties of het quotum voor dit jaar hiervoor uit te breiden?

Antwoord 5

Door de opmars van ISIS zijn niet alleen christenen gevlucht uit Noord-Irak, maar ook andere Iraakse minderheden zoals Yaziden. De humanitaire situatie in Noord-Irak is schrijnend. De droppings met voedsel en water door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, maar ook door de Iraakse en Koerdische autoriteiten, in samenwerking met VN-organisaties en Turkije, zijn een zeer welkome stap ter verlichting van de meest dringende noden. Ook de inzet van het kabinet is daarop gericht. Daarom heeft het kabinet besloten een extra bijdrage van 6,4 miljoen Euro aan het Internationale Rode Kruis te geven voor noodhulp in Irak, alsmede 1,5 miljoen Euro voor twee ontmijningsactiviteiten. Tevens is een Defensie-toestel met humanitaire hulpgoederen naar Erbil gevlogen. Het kabinet komt hiermee tevens tegemoet aan een verzoek om extra humanitaire hulp vanuit de Koerdische regionale autoriteiten.

Het kabinet is niet voornemens om een specifieke minderheidsgroep uit Irak aan te duiden die voor hervestiging in Nederland in aanmerking kan komen, maar richt zijn inspanningen in de eerste plaats op het verlichten van de humanitaire noden van alle minderheden in Noord-Irak. De precieze invulling van het quotum voor 2015 is nog niet vastgesteld. Leidend daarin is wie UNHCR als prioriteit voordraagt. UNHCR is immers het beste in staat om te bepalen welke individuen en/of groepen het beste in aanmerking komen voor hervestiging.

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen met spoed te beantwoorden gezien de schrijnende en bedreigende situatie van christenen in ISIS-gecontroleerd gebied in Irak?

Antwoord 6

Ik heb getracht uw vragen zo snel mogelijk te beantwoorden. Er is toch enige tijd mee gemoeid geweest, omdat ik informatie van de Franse overheid wilde betrekken bij mijn beantwoording.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Hijum en Omtzigt (beiden CDA), ingezonden 29 juli 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2705)

Naar boven