Vragen van de leden Sjoerdsma en Hachchi (beiden D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en van Veiligheid en Justitie over het bericht «Nederland weigert eigen tolk asiel» (ingezonden 13 augustus 2014).

Mededeling van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie (ontvangen 4 september 2014).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Nederland weigert eigen tolk asiel»?1

Vraag 2

Klopt het dat Abdul Ghafoor Ahmadzai tolk is geweest in Nederlandse dienst in Uruzgan?

Vraag 3

Wat is uw reactie op het feit dat Ahmadzai tijdens zijn werkzaamheden in Uruzgan in een BBC reportage herkenbaar in beeld is gebracht?

Vraag 4

Klopt het dat de asielaanvraag van Ahmadzai in Noorwegen is afgewezen? Betekent dit dat hij bij terugkeer naar Noorwegen zal worden uitgezet naar Afghanistan?

Vraag 5

Hoe verhoudt uw uitspraak «Mensen die in levensgevaar verkeren omdat zij voor de Nederlandse missie gewerkt hebben, moeten op steun kunnen rekenen»2 zich tot het feit dat de asielaanvraag van Ahmadzai is afgewezen?

Vraag 6

Waarom is er in het geval van Ahmadzai niet voor gekozen een uitzondering te maken op de Dublinverordening op basis van «bijzondere, individuele omstandigheden»?

Vraag 7

Kunt u geactualiseerde informatie verschaffen over hoe het staat met de afhandeling van de bredere problematiek inzake Afghaanse tolken?3

Vraag 8

Kunt u deze vragen beantwoorden voordat Ahmadzai naar Noorwegen wordt uitgezet?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken van Defensie, dat de schriftelijke vragen van de leden Sjoerdsma en Hachchi over het bericht Nederland weigert eigen tolk asiel (ingezonden 13 augustus 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

NRC, 12 augustus 2014

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2681

X Noot
3

Kamerbrief BS2014017016 2 juni

Naar boven