Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het rapport «Turkey: Gezi Park protests: Brutal denial of the right to peaceful assembly in Turkey» (ingezonden 4 oktober 2013).

Antwoord van Minister Timmermans ( Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 oktober 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport: «Turkey: Gezi Park protests: Brutal denial of the right to peaceful assembly in Turkey»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de conclusies en aanbevelingen van dat rapport? Kunt u ze stuk voor stuk aflopen?

Antwoord 2

Het kabinet deelt het oordeel dat Turkije het recht op vreedzame vereniging en vergadering moet respecteren en dat de politie demonstraties op verantwoorde wijze moet begeleiden. Deze zaken dienen beter verankerd te worden in Turkije, inclusief het tegengaan van het gebruik van excessief geweld door politie. In dit verband wijst het kabinet erop dat de instructies over het gebruik van geweld en over gebruik van traangas intussen zijn aangepast en onder alle politiekorpsen zijn verspreid. De kern van de geweldsinstructie is dat de politie sequentieel moet handelen en dus bijvoorbeeld eerst moet waarschuwen. De hernieuwde instructie over de inzet van traangas is aangepast in lijn met de gedragsrichtlijn van de Raad van Europa hierover.

Vraag 3

Bent u bereid om dit rapport op de agenda van de Europese Raad van ministers Buitenlandse Zaken te zetten en samen met uw Europese collega’s een standpunt hierover te formuleren?

Antwoord 3

Zie het antwoord op vragen 6 en 7.

Vraag 4 en 5

Herinnert u zich dat dhr. Davutoglu, minister van Buitenlandse Zaken van Turkije, u heeft toegezegd dat er een onderzoek zou plaatsvinden naar het gebruik van excessief geweld?2

Herinnert u zich de motie-Servaes/Ten Broeke die de regering verzoekt «via de Hoge Vertegenwoordiger van de EU in overleg te treden met de Turkse regering en daarbij aan te dringen op een spoedig en diepgravend onderzoek naar het buitensporig gebruikte geweld tegen de demonstranten»?3

Antwoord 4 en 5

Ja.

Vraag 6 en 7

Heeft dat onderzoek in Turkije plaatsgevonden, was het onafhankelijk en diepgravend en kunt u het resultaat daarvan aan de Kamer doen toekomen?

Is het mogelijk dat de Nederlandse regering instemt met het openen van hoofdstuk 22 van de toetredingsonderhandelingen indien Turkije zelf geen onafhankelijk onderzoek gedaan heeft?

Antwoord 6 en 7

Er heeft onderzoek plaatsgevonden. In het voortgangsrapport van de Commissie zal nader hierop worden ingegaan. Een eerste gelegenheid om hierover van gedachten te wisselen is het Algemeen Overleg RAZ/ER dat de dag na het verschijnen van dit voortgangsrapport zal plaatsvinden. Uw Kamer zal verder zoals gebruikelijk ook de kabinetsappreciatie van het EU-uitbreidingspakket toegaan.

Vraag 8

Kunt u deze vragen voor 16 oktober a.s. beantwoorden?

Antwoord 8

Ja.


X Noot
1

Amnesty, International, 2 oktober 2013.

X Noot
2

Kamerstuk, 23 987, nr. 130.

X Noot
3

Kamerstuk, 33 400 V, nr. 136.

Naar boven