Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de Minister-President, de Minister van Algemene Zaken over de betrokkenheid van de Nederlandse staat bij de beveiliging van een woning van de Koning in Griekenland (ingezonden 13 juni 2014).

Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 3 juli 2014).

Vraag 1

Hoe verhoudt het beroep van de Grieken op het openbaar belang zich tot uw eerdere stelling, in een brief van 16 januari 20121, dat de aan- en verkoop van een vakantiewoning van een lid van het Koninklijk Huis een privéaangelegenheid is en in principe het openbaar belang niet raakt?

Antwoord 1

De aan- en verkoop van een vakantiewoning door een lid van het koninklijk huis is een privéaangelegenheid die als zodanig in principe het openbaar belang niet raakt. Voorafgaand aan de aankoop van de woning in Griekenland heeft een positieve beoordeling van de beveiligingsaspecten door Veiligheid en Justitie plaatsgevonden, waaronder de beveiliging van de perimeter. De Koning en zijn gezin worden altijd beveiligd, thuis en elders, in hun persoonlijke levenssfeer en functionele activiteiten. Ik verwijs u naar de voorlichting van de Raad van State van 23 december 2010 Deze voorlichting is overgenomen in de kabinetsreactie hierop van 24 mei 2011 (Kamerstukken II 2010/11, nr. 32 791, nr. 1, p. 17–18).

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Recourt (PvdA), ingezonden 13 juni 2014 (vraagnummer 2014Z10960).


X Noot
1

Kamerstuk 33 000-I, nr. 8

Naar boven