Vragen van de leden Omtzigt en AgnesMulder (beiden CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bombarderen van een ziekenhuis in het Nuba gebergte in Soedan (ingezonden 13 mei 2014).

Antwoord van Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 11 juni 2014)

Vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11

Heeft u kennisgenomen van de berichten over een bombardement op het enige ziekenhuis in het Nuba gebergte in Soedan op 1 en 2 mei jl. door het Soedanese leger?

Wat is of zal de reactie zijn van de EU of de VN op deze ernstige schending van het internationaal humanitair recht?

Wat gaat de Nederlandse regering verder doen om deze wandaad, onderdeel van dagelijkse bombardementen door het Soedanese regime in het Nuba gebergte, te veroordelen, ook gezien de rol die Nederland ooit speelde als voorzitter van de Drie Gebieden-werkgroep?

Deelt u de opvatting dat het bombardement op het ziekenhuis onderdeel uitmaakt van een strategie om angst te zaaien onder de lokale bevolking, door middel van buitenproportionele luchtaanvallen?

Is er voor zover u bekend onderzoek gedaan naar de mate van vervlechting van de Soedanese private sector met de staat en militaire sector? Welke analyse ligt ten grondslag aan uw antwoord op eerdere vragen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1311) dat de private sector en de ontwikkeling daarvan een belangrijk element van stabiliteit vormen en openheid in de Soedanese samenleving bevorderen?

Hoe voorkomt u dat Nederlandse investeringen in de private sector ontwikkeling in Soedan de facto de repressie van dat staatsapparaat zullen bevorderen, leidend tot onder meer inperking van de politieke ruimte, vrijheid van meningsuiting en zelfs het bombarderen van burgerdoelen zoals het genoemde ziekenhuis in het Nuba gebergte?

Bent u bereid te stoppen met handelsbevordering in Soedan en over te gaan tot ontmoedigingsbeleid ten aanzien van handel met Soedan? Zo nee, waarom niet?

Kunt u uitleggen hoe het in de antwoorden op de eerdere vragen genoemde objectieve beeld geschetst wordt van de politieke en mensenrechtencontext? Hoeveel Nederlandse bedrijven (inclusief in Nederland geregistreerde postbusbedrijven) melden zich hiervoor jaarlijks bij ministerie of ambassade? Zijn er ook bedrijven die investeren in Soedan zonder eerst advies in te winnen bij ministerie of ambassade?

Wat is de rol van ministerie of ambassade geweest bij het tot stand komen van het bezoek van Mussa Ahmed (presidential Advisor, Beja Congress), Kamal Ismael Saeed (State Minister of Investment (NCP)), Amna Mohammed Saleh Dirar (State Minister of Labor (Eastern Democratic Party) en Hashim Mohamed Ali Hangag (Secretary, Republican Palace) aan de EU, waarbij zij onder meer een tweede donorbijeenkomst voor Oost Soedan willen bespreken, en Parijs, Berlijn en Amsterdam deze week? Bent u bereid het bombardement op het ziekenhuis door het Soedanese regeringsleger bij deze delegatie aan de orde te stellen en te veroordelen of heeft u dit reeds gedaan?

Bent u van mening dat het ontvangen van dergelijke delegaties westerse regeringen in staat stelt invloed uit te oefenen op het Soedanese regime? Kunt u aannemelijk maken op basis van concrete voorbeelden en ervaringen dat een dergelijke invloed zich inderdaad doet gelden?

Kunt u aangeven hoe het staat met de uitvoering van de motie Omtzigt (Kamerstuk 33 750 V, nr. 32) waarin de regering gevraagd wordt te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor cross border humanitaire hulp naar met name het Nuba gebergte en Blue Nile?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11

De schriftelijke vragen van leden Omtzigt en Agnes Mulder (beiden CDA), vraagnummer 2014Z08503, zijn beantwoord middels de brief « Reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken inzake de actuele politieke situatie in Sudan » (Kamerstuk 22 831, nr. 99).

Naar boven