Vragen van het lid Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over mogelijk honderd nieuwe Syriëgangers (ingezonden 22 april 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 6 juni 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1950

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Honderd mogelijke nieuwe Syriëgangers in de gaten gehouden»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

In hoeverre klopt het dat het afgelopen jaar honderd potentiële jihadisten in de gaten zijn gehouden in negen zogenaamde «jihadgemeenten»?

Hoeveel van de genoemde honderd potentiële jihadisten vormen momenteel een concreet gevaar voor de staatsveiligheid en op welke wijze?

Antwoord 2 en 3

Inmiddels zijn meer dan honderd uitreizigers naar Syrië vertrokken. De dreiging die uitgaat van jihadisten in Nederland, in het bijzonder van degenen die uitreizen naar Syrië en weer terugkeren, is het grootst in minder dan tien gemeenten. De AIVD maakt van elke naar Nederland teruggekeerde jihadstrijder een dreigingsinschatting. Het Openbaar Ministerie (OM) bekijkt per geval of strafrechtelijk onderzoek noodzakelijk en mogelijk is. Parallel hieraan initieert de burgemeester in de lokale driehoek een specifieke aanpak op personen die een risico vormen. In de relevante gemeenten worden maatwerkinterventies afgesproken in multidisciplinaire casusoverleggen. In elk individueel geval wordt de beste aanpak vormgegeven met als doel de mogelijke dreiging die van deze personen uitgaat te verminderen.

Vraag 4

Deelt u de visie dat de invoering van administratieve detentie in het kader van terrorismebestrijding een steviger maatregel is dan «het elkaars handje vasthouden», zoals de links-liberale burgemeester van Den Haag het noemt? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Zoals ik eerder uw Kamer heb bericht, acht het Kabinet het creëren van aanvullende administratieve detentiemogelijkheden ten behoeve van terrorismebestrijding, niet noodzakelijk. Wanneer van een persoon een dreiging uitgaat -bijvoorbeeld omdat de persoon van plan is uit te reizen naar of is teruggekeerd van een jihadistisch strijdgebied – dan beschikt het OM over voldoende wettelijke instrumenten om, in samenwerking met de politie, strafrechtelijk op te treden. Zo is bij verdenking van een terroristische misdrijf bewaring mogelijk, ook buiten het geval van ernstige bezwaren tegen de verdachte. Daarnaast kunnen diverse bestuurlijke instrumenten worden getroffen, zoals het stopzetten van toeslagen en uitkeringen, het nemen van paspoortmaatregelen en het kunnen bevriezen van financiële tegoeden.

Naar boven