Vragen van het lid Rebel (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat het aantal rokers stabiel is, en het gebruik van de e-sigaret stijgt (ingezonden 7 april 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 juni 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1848.

Vraag 1

Kent u het bericht «Aantal rokers stabiel, gebruik e-sigaret stijgt», en het gerelateerde «Factsheet onderzoek rookgewoonten 2013» van het Trimbosinstituut?1 Zo ja, wat is uw reactie op deze bevinding?

Antwoord 1

Ja. Het Trimbos-instituut onderzoekt jaarlijks, in opdracht van VWS, het aantal rokers in Nederland. De bevindingen van het onderzoek zijn niet zo positief als ik had gehoopt, het aantal rokers kan zeker nog verder worden teruggebracht. Wel ben ik content met het feit dat rokers minder sigaretten per dag zijn gaan roken.

Onlangs bleek uit de Roken Jeugd Monitor, eveneens uitgevoerd door het Trimbos-instituut, dat het aantal jongeren dat dagelijks rookt in 2013 is gedaald

van 11% naar 9%. Mijn beleid richt zich met name op het voorkomen dat jongeren met roken beginnen. De resultaten van deze twee onderzoeken zie ik vooral als een aansporing om mijn beleid voort te zetten.

Vraag 2

Deelt u de mening dat, in het licht van de nog onbekende gevolgen van het roken van e-sigaretten voor de volksgezondheid, de ontwikkeling zorgelijk is dat het aantal Nederlanders dat hiervan gebruik maakt binnen een jaar is gestegen van 1% naar 3%, terwijl het percentage rokers in Nederland niet is afgenomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, deze mening deel ik. De ontwikkelingen rondom de e-sigaret houd ik daarom nauwgezet in de gaten.

Vanwege de nog onbekende gevolgen van het roken of dampen van e-sigaretten voor de volksgezondheid heb ik het RIVM gevraagd aanvullend onderzoek te doen naar de gezondheidsrisico’s van de e-sigaret.

De eerste resultaten van dit onderzoek worden dit najaar verwacht.

Daarnaast heb ik aangekondigd een minimumleeftijd in te zullen stellen voor de verkoop van e-sigaretten; zoals dat bij tabak en alcohol al het geval is.

Ik zou het onwenselijk vinden als jongeren door het gebruik van de e-sigaret een nicotineverslaving ontwikkelen. Het is niet normaal om voor je 18e te roken, te drinken of te dampen. Overigens zijn er op dit moment geen aanwijzingen dat de e-sigaret een opmaat vormt tot roken.

Vraag 3

In hoeverre mag uit dit bericht worden opgemaakt dat e-sigaretten niet helpen bij het stoppen met roken? Welk bewijs is momenteel voorhanden dat gebruik van de e-sigaret helpt bij het stoppen met roken?

Antwoord 3

E-sigaretten worden momenteel niet als stoppen-met-roken middel geregistreerd en ook niet als zodanig in de markt gezet. E-sigaretten worden met name gepromoot als alternatief voor rokers.

Voorlopige conclusies wijzen erop dat de e-sigaret beperkt effectief lijkt te zijn als middel om te stoppen met roken.

Eerste voorkeur hebben daarom de bewezen effectieve hulpmiddelen en stopmethoden. Voor meer informatie hieromtrent zie ook de recente factsheet van het Trimbos-instituut2.

Vraag 4

Op welke termijn komt u met de reeds toegezegde Algemene Maatregel van Bestuur3 die de verkoop van e-sigaretten aan banden legt?

Antwoord 4

De toegezegde Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) ziet op een aantal aspecten van de e-sigaret, zoals de veiligheid en kwaliteit van het product, etikettering en reclames. Verkoopbeperkende maatregelen vallen hier niet onder.

Zoals eerder aangegeven is voor verkoopbeperkende maatregelen, zoals bijvoorbeeld een minimumleeftijd voor de verkoop van de e-sigaret, een wetswijziging nodig (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 905).

Die wetswijziging komt er bij de implementatie van de nieuwe Europese Tabaksproductenrichtlijn in de Tabakswet, zoals ik bij brief van 29 januari 2014 aan de Tweede Kamer heb gemeld (Kamerstukken II 2013/14, 33 522, nr. 8).

Zoals toegezegd zal ik, vooruitlopend op deze wetswijziging een AMvB opstellen, zodat in elk geval op korte termijn al regels kunnen worden gesteld met betrekking tot bovengenoemde aspecten van de e-sigaret.

Mijn inzet is gericht op het zo snel mogelijk in werking laten treden van deze AMvB. Ik streef er dan ook naar deze AMvB zo spoedig mogelijk naar de Raad van State te sturen, idealiter nog vóór het zomerreces.


X Noot
3

1 oktober 2013, Aanhangsel Handelingen II, nr. 132. Aanhangsel Handelingen II, nr. 132 en Kamerstuknummer 33 522, nr. 8.

Naar boven