Vragen van het lid Berndsen-Jansen (D66) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de verdubbeling van het aantal brandslachtoffers (ingezonden 10 april 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 21 mei 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1924.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Aantal brandslachtoffers verdubbeld» over de uitkomst van het onderzoek van Brandweer Nederland, waarin staat dat het aantal doden bij brand is verdubbeld?1

Antwoord 1

Ja. Ik ben geschrokken van de uitkomsten van dit onderzoek.

Vraag 2 en 4

Hoe kunt u deze verdubbeling verklaren met het oog op de daling van het aantal slachtoffers tot 2012?

Wat zijn de oorzaken van de branden? Kunt u aangeven in hoeverre deze verschillen met de brandoorzaken van de afgelopen vijf jaar?

Antwoord 2 en 4

De uitkomsten van dit onderzoek dienen wel enigszins genuanceerd te worden. Zo betreft het hier een ruwe telling, analyse van de cijfers over het 1e kwartaal 2014 moet nog plaatsvinden. Ook zijn in deze telling alle slachtoffers van brand in gebouwen meegenomen, terwijl bij de definitieve cijfers over 2014 slachtoffers van bijvoorbeeld brandstichting en zelfdoding niet worden meegenomen. Het definitieve cijfer kan daarom lager uitvallen. Doordat een analyse nog niet heeft plaatsgevonden, is er geen informatie over de oorzaken van de branden beschikbaar.

Vraag 3

Is het aantal slachtoffers per brand toegenomen? Zo ja, wat is hier de oorzaak van?

Antwoord 3

De telling van het IFV biedt geen inzicht in het totaal aantal slachtoffers door brand. Hierin biedt de jaarlijkse Brandweerstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wel inzicht.

Uit een analyse van de CBS-Brandweerstatistieken van 2002 tot en met 2012 blijkt dat het totaal aantal branden per jaar fluctueert, evenals het aantal doden per brand (tussen de 0,12% en 0,21%). Momenteel zijn nog geen cijfers met betrekking tot het aantal branden en doden beschikbaar over 2013. Die cijfers worden opgenomen in de CBS-Brandweerstatistiek 2013 die in het najaar van 2014 verschijnt.

Vraag 5

Kunt u aangeven in hoeveel van deze gevallen sprake was van illegaal aftappen van elektriciteit?

Antwoord 5

Nee, over de oorzaken van de branden zijn nog geen gegevens beschikbaar. U zie ook mijn antwoord op de vragen 2 en 4.

Vraag 6, 7, 8, 9 en 10

Wat gaat het kabinet doen ten aanzien van de verwachting dat het aantal branddoden onder 65-plussers door de vergrijzing tot 2030 met 60% zal toenemen?

Welke preventieve maatregelen worden er genomen om het aantal slachtoffers boven de 65 jaar te verminderen?

Is het kabinet bereid om deze doelgroep beter te informeren over preventieve maatregelen?

Werkt het kabinet samen met partijen die zijn betrokken bij de (thuis)zorg en maatschappelijke ondersteuning? Zo nee, waarom niet?

Hoe gaat het kabinet het veiligheidsbewustzijn van alle burgers vergroten?

Antwoord vragen 6, 7, 8, 9 en 10

De verwachting dat het aantal dodelijke slachtoffers door brand zal toenemen door de vergrijzing is een punt van zorg. Daarom richten activiteiten op het gebied van brandveiligheid zich steeds meer op thuiswonende ouderen. Met mijn financiële steun worden door Brandweer Nederland en de Nederlandse Brandwondenstichting diverse activiteiten ondernomen om het (brand)veiligheidsbewustzijn te bevorderen en daarmee het aantal branden en doden door brand in de toekomst te verminderen. Met name doel ik op het project Brandveilig Leven van Brandweer Nederland en de jaarlijkse campagne Nationale Brandpreventieweken van de Nederlandse Brandwonden Stichting. Dit project en deze campagne richten zich op het geven van voorlichting aan burgers om het (brand)veiligheidsbewustzijn te vergroten, in het bijzonder aan de doelgroep «thuiswonende senioren». Het thema van de Brandpreventieweken, die in oktober 2014 plaatsvinden, is «ouderen en brandveiligheid», en is gericht op de doelgroep thuiswonende ouderen. In het kader van het project Brandveilig Leven is onder meer voorlichting voorzien over brandveiligheid in combinatie met braak- en valveiligheid bij zelfstandig thuiswonende ouderen. Een andere activiteit binnen het project Brandveilig Leven is «Geen Nood Bij Brand», waarin Brandweer Nederland samenwerkt met Actiz, GGZ Nederland en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) om de brandveiligheid en de bewustwording hierover binnen alle lagen van een zorginstelling te verbeteren.

Ik heb uw Kamer per brief van 22 juli 2013 (Kamerstukken II 2012/13, 26 956, nr. 168) geïnformeerd over de stand van zaken van deze activiteiten die in het kader van brandveiligheid worden verricht.

Vraag 11

Is het kabinet bereid om het advies van de brandweer over het gebruik van werkende rookmelders en brandveilig meubilair op te volgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

In opdracht van de Minister voor Wonen en Rijksdienst (WenR) verricht het IFV/Brandweeracademie tot en met eind 2014 onderzoek naar de effectiviteit van rookmelders. Op verzoek van de Minister voor WenR zal het IFV in dit onderzoek de door het Bouwbesluit 2012 voor nieuwbouw voorgeschreven plaatsing van rookmelders evalueren en zo nodig komen met verbetervoorstellen op dit punt.

Uw Kamer is hierover op 28 augustus 2013 door de minister voor WenR geïnformeerd (Kamerstukken II 2012/13, 32 757, nr. 77). Over de uitkomst van dit onderzoek wordt uw Kamer nader geïnformeerd.

Tijdens het Algemeen Overleg Nationale Veiligheid van 28 november 2013 heb ik toegezegd uw Kamer vóór de zomer 2014 te informeren over het onderzoek naar brandveiligheid in woningen dat in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum wordt uitgevoerd. Dit onderzoek heeft ook betrekking op de brandveiligheid van meubilair.

Vraag 12

Wat is de relatie tussen het toegenomen aantal slachtoffers en een kleinere bezetting van brandweerpersoneel per voertuig en de toegenomen werkdruk van de brandweer?

Antwoord 12

Van enige relatie tussen aantallen slachtoffers, voertuigbezetting en werkdruk is mij niets bekend.


X Noot
1

NOS, 8 april 2014

Naar boven