Vragen van de leden Oskam en Omtzigt (beiden CDA) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat slechts ongeveer de helft van de diplomaten in Den Haag hun verkeersboete betaalt (ingezonden 19 juli 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede ondertekend door de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 17 september 2013)

Vraag 1

Klopt het dat, ondanks het verzoek van de Nederlandse regering, slechts ongeveer de helft van de diplomaten in Den Haag hun verkeersboete betaalt?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Betalen Nederlandse diplomaten in het buitenland altijd hun boetes en verkeersboetes? Kunt u daar cijfermatig inzicht in verschaffen?

Antwoord 2

Uitgezonden ambtenaren en hun gezinsleden mogen zich in het buitenland niet onttrekken aan boetes en verkeersboetes. Zij zijn gehouden de wetten en regelingen van de ontvangende staat te eerbiedigen. Er zijn op centraal niveau geen cijfermatige gegevens beschikbaar van in het buitenland opgelegde boetes en verkeersboetes aan door Nederland uitgezonden ambtenaren en hun gezinsleden.

Vraag 3

Zijn er regeringen of autoriteiten die officieel of informeel geklaagd hebben over niet-betaalde boetes van Nederlandse diplomaten in de jaren 2010–2013? Zo ja, welke? Welke actie is daarop ondernomen?

Antwoord 3

Mij zijn geen meldingen bekend in de aangegeven jaren.

Vraag 4

Kunt u een lijst openbaar maken van de tien organisaties in Nederland met diplomatieke onschendbaarheid die de meeste boetes hebben uitstaan en weigeren ze te betalen?

Antwoord 4

De tien organisaties met diplomatieke onschendbaarheid die het hoogste bedrag aan onbetaalde boetes hadden uitstaan per eind juli 2013 zijn (op volgorde van het openstaande bedrag): Rusland, China, Verenigde Arabische Emiraten, Iran, Egypte, Indonesië, Marokko, Bosnië-Herzegovina, Ghana en Maleisië.

Vraag 5

Bent u bereid om namens de regering deze tien organisaties (ambassades maar ook andere internationale organisaties, zoals gerechtshoven) aan te schrijven en hen te verzoeken hun boetes te betalen?

Antwoord 5

Dit is reeds staand beleid.

Vraag 6

Welke acties heeft de Nederlandse regering het afgelopen jaar ondernomen om het betaalgedrag van buitenlandse diplomaten in Nederland te verbeteren?

Antwoord 6

Eens per kwartaal worden alle ambassades en internationale organisaties aangeschreven over alle onbetaalde boetes uit de voorafgaande periode op naam van een auto van de organisatie of van een medewerker van de organisatie; daarbij ontvangen zij een lijst met de openstaande bedragen en het verzoek deze alsnog te betalen. In het afgelopen jaar is in één geval een vertegenwoordiger van een individuele ambassade op het ministerie ontboden vanwege de ernst van de overtreding van een medewerker van die ambassade. Dergelijke stappen leveren wisselend succes op, omdat wettelijke dwangmiddelen om de betaling af te dwingen niet ter beschikking staan.

Vraag 7

Hoe vaak zijn de auto's van ministers, staatssecretarissen en het koninklijk huis geflitst in de periode 2010–2013 en wie betrof het? Is die gevallen een boete opgelegd en wie heeft die boetes betaald?

Antwoord 7

Ik veronderstel dat uw vraag doelt op auto’s die bewindslieden en de dienst Koninklijk Huis ten behoeve van de uitvoering van hun ambt gebruiken. Na een informatieverzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur zijn dit voorjaar overzichten gepubliceerd van boetes die zijn opgelopen met dienstauto’s sinds 2010. Ik verwijs u naar deze overzichten.

Bij boetes die opgelopen zijn met dienstauto’s is het uitgangspunt dat de chauffeur de boetes voor door hem begane verkeersovertredingen bij wijze van schadevergoeding aan de dienst betaalt, tenzij hem ter zake van die schade geen verwijt kan worden gemaakt. Kan degene die wordt gereden een verwijt worden gemaakt met betrekking tot de overtreding, dan wordt de boete doorbelast aan die persoon. In de overige gevallen wordt de boete betaald door het ministerie.

Toelichting:

Deze vragen zijn aanvullend op de ingediende vragen ter zake van de leden Van Bommel en Gesthuizen (beiden SP) ingezonden op 17 juli 2013, Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 16

Naar boven