Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over diefstallen uit stallen, schuren en weilanden (ingezonden 30 januari 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 14 maart 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1280.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat criminelen azen op maaimachines en andere waardevolle zaken van agrariërs?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Is er inderdaad sprake van een toename van diefstallen uit schuren, stallen, weilanden en van erven van agrarische bedrijven?

In hoeverre speelt deze problematiek ook in andere sectoren, zoals de bouw?

Antwoord 2 en 3

Diefstallen bij agrarische bedrijven worden niet apart geregistreerd in de registratiesystemen van de politie. Dit geldt ook voor sectoren zoals de bouw. Ik kan derhalve niet aangeven of er landelijk sprake is van een toename van dergelijke diefstallen.

Vraag 4

Welke concrete acties onderneemt de politie in Oost-Nederland en andere grensregio’s om deze diefstallen tegen te gaan?

Antwoord 4

Door de politie in Oost-Nederland worden indien nodig aanvullende maatregelen genomen, zoals extra surveillance, posten ten behoeve van aanhoudingen op heterdaad en bijzondere aandacht bij verkeers- en andere controles. Verder wordt, waar nodig, samengewerkt met gemeenten, land- en tuinbouworganisaties, Douane en beveiligingsbedrijven, maar ook met de Duitse instanties.

Binnen het gebied van de politie-eenheid Limburg loopt vanaf medio 2013 een project tegen diefstallen in de agrarische sector. Het project loopt door in 2014, waarbij nadrukkelijk contact en medewerking gezocht wordt met verzekeraars, met als doel om preventieve maatregelen door agrariërs te stimuleren.

Vraag 5 t/m 8

In hoeverre deelt u de analyse dat er sprake is van criminaliteit van bendes uit Oost-Europa? Op welke wijze vindt er samenwerking plaats met autoriteiten van de bronlanden van de problematiek van rondtrekkende bendes?

Bent u bekend met het rapport over Mobiel banditisme, waarin wordt gesignaleerd dat bepaalde groepen juist naar Nederland uitwijken vanwege de repressieve maatregelen die elders in West-Europa worden doorgevoerd?2 Kunt u meer inzicht verschaffen in de maatregelen die in onze buurlanden tegen dit fenomeen worden genomen, die hier in Nederland blijkbaar niet of minder genomen zijn?

In hoeverre wordt er door de Nederlandse politie specifieke kennis over de bronlanden van de problematiek en de criminele netwerken vergaard om de problemen bij de bron aan te pakken?

In hoeverre vindt er samenwerking plaats met handelaren in Nederland en landen in Oost-Europa om heling van in Nederland gestolen goederen uit de landbouw en andere sectoren (zoals de bouw) zoveel mogelijk tegen te gaan?

Antwoord 5 t/m 8

Deze vragen, waaronder de samenwerking met de bronlanden, een vergelijking tussen Nederland en onze buurlanden, het rapport van prof. Siegel en de aanpak van heling, zijn uitvoerig aan de orde gekomen in mijn brief aan uw Kamer van 9 oktober 20133, het verslag van het Algemeen Overleg van 27 november 20134 en de beantwoording van nadere vragen uit dat Algemeen Overleg in mijn brief aan uw Kamer van 3 december 20135. Kortheidshalve verwijs ik u naar deze documenten.


X Noot
1

Criminelen azen op maaimachines uit stallen van boeren, Metro, 29 januari 2014.

X Noot
2

D. Siegel e.a., Mobiel banditisme, Oost- en Centraal-Europese rondtrekkende criminele groepen in Nederland, Politie & Wetenschap, 2013.

X Noot
3

Kamerstukken II, vergaderjaar 2013–2014, 29 911, nr. 85, bijlage II

X Noot
4

Kamerstukken II, vergaderjaar 2013–2014, 29 911, nr. 90

X Noot
5

Kamerstukken II, vergaderjaar 2013–2014, 29 911, nr. 87

Naar boven