Vragen van de leden De Caluwé en Van Ark (beiden VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat in Uganda een Belg vastzit vanwege homoseksualiteit (ingezonden 30 januari 2014).

Antwoord van Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 19 februari 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Belg vast in Uganda voor homoseks»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Kunt u aangeven of het bericht klopt dat er een Belg vastzit in Uganda op verdenking van homoseksualiteit?

Antwoord 2

De Belgische media meldden dat er in de nacht van zondag 26 op maandag 27 januari een Belgische man is opgepakt in Kampala op verdenking van homoseksuele handelingen. Hij is woensdagmiddag 29 januari op borgtocht vrijgekomen. 11 februari is bekend gemaakt dat de Belg niet wordt aangeklaagd en/of voorgeleid. Hij heeft Uganda inmiddels op eigen initiatief verlaten. Zijn visum was reeds verlopen en hij verbleef dus illegaal in Uganda.

Vraag 3

Kunt u aangeven of er nog meer Europeanen vastzitten in Uganda op verdenking van homoseksualiteit?

Antwoord 3

Nee, niet voor zover bij ons bekend.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoe het staat met de «anti-homowet» in Uganda die «recidivisten» een levenslange gevangenisstraf kan opleveren? Is de president inmiddels bereid om deze anti-homowet te vetoën?

Antwoord 4

Op 23 januari is de anti homowet formeel door het parlement aangeboden aan de President. Hij heeft 30 dagen om te wet te ondertekenen, te weigeren of wijzigingsvoorstellen te doen. In een brief aan de voorzitter van het parlement heeft hij aangegeven de wet in de huidige vorm niet te zullen ondertekenen. Zie verder het antwoord op vraag 7.

Vraag 5

Kunt u aangeven op welke wijze de Nederlandse ontwikkelingshulp aan Uganda heeft bijgedragen aan een beter leefklimaat voor lesbische, homo-, biseksuelen en transgenders (LHBT’s) in Uganda?

Antwoord 5

Nederland ondersteunt verschillende organisaties om discriminatie van de LHBT-gemeenschap in Uganda tegen te gaan en onderhoudt via de Nederlandse ambassade in Kampala nauw contact met LHBT- en mensenrechtenorganisaties.

Vraag 6

Bent u bereid om de zaak, in samenspraak met de Belgische collega’s, op Europees niveau aan te kaarten?

Antwoord 6

Dit betreft een consulaire zaak van een Belgische staatsburger. De Belg is inmiddels vrijgelaten en heeft het land verlaten.

Vraag 7

Bent u bereid om de ontwikkelingshulp aan Uganda aan alle overheidsinstellingen op te schorten op nationaal niveau en voor hetzelfde te pleiten op Europees niveau, als de president van Uganda de anti-homowet niet tegenhoudt, of als Europese burgers vast blijven zitten in Uganda om homoseksualiteit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Afgelopen weekend heeft president Museveni aangegeven dat hij de wet wil ondertekenen die levenslang als strafmaat stelt op homoseksualiteit. Voor een formele reactie van Nederland wil het kabinet eerst de definitieve ondertekening door de president afwachten. Nederland wil wel een krachtig signaal afgeven dat deze wet niet acceptabel is, ook omdat deze niet overeenstemt met internationale verdragen waarbij Uganda partij is.

Wat dit betekent voor de hulp van Nederland aan Uganda, is nog niet te overzien.

Nederland gaf al geen begrotingssteun meer aan Uganda. Maar Nederland meent dat de lidstaten van de EU de begrotingssteun van de Commissie moeten aanhouden als de wet wordt getekend.

Tegelijk mag onze reactie de belangen van LHBT in Uganda niet schaden.

Daarom willen we van de organisaties voor LHBT in Uganda vernemen wat zij als de beste reactie zien, en hoe wij met hen en de regering van Uganda in gesprek kunnen blijven. Afhankelijk van die gesprekken willen we bezien of en welke maatregelen we nemen.

Het Ugandese parlement heeft de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid om de wet wel of niet aan te nemen indien de president tot twee keer toe zou weigeren de wet te bekrachtigen.

Toelichting:

Zie ook de antwoorden op de Kamervragen van het lid Sjoerdsma (D66) ingezonden 23 december 2013 met kenmerk 2013Z25444 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1078), de Kamervragen van de leden De Caluwé en Van Ark ingezonden op 24 december 2013 met kenmerk 2013Z25467 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1083), de Kamervragen van het lid Van Klaveren (PVV) ingezonden op 24 december 2013 met kenmerk 2013Z25464 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1077) en de Kamervragen van de Leden Yücel en Servaes (PvdA) ingezonden op 14 januari 2014 met kenmerk 2014Z00361 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1102).

Naar boven